Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij/zij op of omstreeks 20 augustus 2019 te [plaats] , een (ijzeren) spoormonument, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij/zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij/zij op of omstreeks 19 november 2020 te [plaats] , een of meerdere hoeveelheden brons (afkomstig van een of meerdere beelden), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij/zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Overweging met betrekking tot het bewijs
.[naam 1] heeft verklaard dat hij hier scherper op had moeten zijn. De inkoop van brons komt bijna nooit voor. De verkoper van de hoeveelheid brons werd door [medewerker] omschreven als een junkachtig type. Het object en de twijfel over de persoon leverden voor [naam 1] verdachte omstandigheden op.
- het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
- de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon;
- de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf;
- de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard, waarbij onder bedoeld aanvaarden mede is begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op het voorkomen van de gedraging.
zij op 20 augustus 2019 te [plaats] , een ijzeren spoormonument, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
zij op 19 november 2020 te [plaats] , hoeveelheden brons afkomstig van een beeld, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.