Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder ook te noemen: [verzoeker] ,
verder ook te noemen: [verweerder] ,
1.[de moeder] ,
verder ook te noemen: de moeder,
2.[naam1] ,
verder ook te noemen: [naam1] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de benoeming van een bewindvoerder en mentor voor een moeder die leed aan dementie. De broer van de moeder, verzoeker, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kantonrechter die de broer van de moeder, verweerder, had benoemd tot bewindvoerder en mentor. Tijdens de procedure is de moeder overleden, wat de rechtszaak complexer maakte. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek van de broer niet-ontvankelijk is, omdat het belang bij de benoeming van een bewindvoerder en mentor is komen te vervallen door het overlijden van de moeder. Het hof oordeelt dat de broer onvoldoende belang heeft bij een uitspraak over de benoeming, aangezien de beschermingsmaatregelen niet meer van toepassing zijn. De kosten van het hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.