ECLI:NL:GHARL:2025:3044

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
TBS P25-079
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 27 januari 2025. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar verlengd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen. Het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen niet langer een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. Er zijn voldoende beschermende factoren aanwezig rondom de terbeschikkinggestelde, die inmiddels goed ingebed is in de zorg en een laag recidiverisico heeft. De terbeschikkinggestelde heeft een baan en goede contacten met de reclassering, wat bijdraagt aan een verantwoorde beëindiging van de maatregel. Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde gehoord en is tot de conclusie gekomen dat de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, waarbij enkele leden buiten staat waren om te ondertekenen.

Uitspraak

TBS P25/079
Beslissing van 8 mei 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
wonende aan [adres] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 27 januari 2025. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep en de herstelbeslissing van 27 januari 2025;
- de akte van 30 januari 2025 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- de appelschriftuur van 6 februari 2025;
- de voortgangsrapportage van GGZ ERW Novadic-Kentron [plaats] van 19 februari 2025;
- de aanvullende informatie van [reclasseringswerker] , reclasseringswerker bij GGZ ERW
Novadic-Kentron van 3 april 2025.
Het hof heeft ter zitting van 24 april 2025 gehoord de advocaat-generaal, mr. I.M. Müller, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. D. van den Broek, advocaat te Utrecht.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw hebben verzocht de terbeschikkingstelling te beëindigen. Er is geen sprake meer van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens en de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist de verlenging niet meer. De zorg voor de terbeschikkinggestelde is geregeld en zal niet veranderen bij beëindiging van de maatregel. De terbeschikkinggestelde woont in [plaats] en wil daar ook blijven. De terbeschikkinggestelde heeft een baan, hij heeft goed contact met de reclassering en deze begeleiding zal blijven. Verlenging van de terbeschikkingstelling is niet nodig.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en de terbeschikkingstelling te beëindigen. Anders dan ten tijde van de behandeling van de zaak bij de rechtbank, adviseert de reclassering thans de terbeschikkingstelling te beëindigen. Er zijn voldoende waarborgen voor een veilige en verantwoorde beëindiging. De advocaat-generaal zal stappen zetten om de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, op 11 januari 2022 opgelegde maatregel tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking bij de rechtbank in te stellen.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere beslissing
komt dan de rechtbank.
Overwegingen
Het hof is van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling vereist en dat daarom de vordering van het openbaar ministerie dient te worden afgewezen.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een posttraumatische stressstoornis, een andere gespecificeerde psychotrauma- of stressor gerelateerde stoornis en een kortdurende psychotische stoornis, allen in remissie. De terbeschikkinggestelde zal de komende periode tot op zekere hoogte afhankelijk blijven van hulpverlening en begeleiding, maar hij is inmiddels goed ingebed in de zorg. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat, aangezien de psychopathologie niet meer aanwezig is en de terbeschikkinggestelde voldoende stressbestendig is gebleken.
Ten tijde van de behandeling van onderhavige zaak bij de rechtbank bestond nog onduidelijkheid over de woonsituatie van de terbeschikkinggestelde. Inmiddels is duidelijk geworden dat hij bij een jeugdvriend kan blijven wonen totdat hij een zelfstandige woning heeft gevonden. De huisgenoot is volgens de reclassering een beschermende factor, omdat ze elkaar al kennen vanuit hun jeugd, hij zich meewerkend opstelt, hij niet bekend is met politie- en/of justitie contacten en heeft aangegeven hulp in te schakelen indien de terbeschikkinggestelde dit zelf in de toekomst niet zou doen. De terbeschikkinggestelde blijft de komende periode de begeleiding ontvangen die hij de afgelopen tijd ook heeft ontvangen. Ook zijn baan kan worden gecontinueerd. De terbeschikkinggestelde is ook gemotiveerd voor voortzetting van zijn baan en de contacten met de ambulante behandelaar en de maatschappelijk werkster bij beëindiging van de maatregel.
Het een en ander brengt het hof tot het oordeel dat er thans voldoende beschermende factoren rondom de terbeschikkinggestelde zijn om de terbeschikkingstelling verantwoord te beëindigen. Het hof zal daarom – overeenkomstig het advies van de reclassering en de conclusie van de advocaat-generaal – de vordering tot verlenging van de maatregel afwijzen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 27 januari 2025 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde,
[terbeschikkinggestelde].
Wijst afde vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Aldus gedaan door
mr. M.J. Vos, voorzitter,
mr. W.A. Holland en mr. E.A.K.G. Ruys, raadsheren,
en drs. D.M.L. Versteijnen en drs. C.J.J.C.M. van Gestel, raden,
in tegenwoordigheid van mr. E. van der Zandt, griffier,
en op 8 mei 2025 in het openbaar uitgesproken.
Mr. E.A.K.G. Ruys en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.