Uitspraak
proces-verbaal van mondelinge behandeling
1. [naam1] ,
voorzitteropent de zitting en stelt de leden van het Hof voor. De voorzitter vat de procedure tot op heden kort samen en informeert naar enkele formele zaken.
voorzittervraagt of verzoeker behoefte heeft aan het geven van een toelichting op de wrakingsgronden.
voorzitteronderbreekt verzoeker en deelt mee dat het vandaag over de wraking van drie raadsheren gaat. Het Hof begrijpt de frustratie van verzoeker, maar ziet nog niet hoe het voorgaande leidt tot een toelichting op de wrakingsgronden.
voorzitteronderbreekt verzoeker opnieuw en deelt mee dat het Hof nog steeds niet ziet hoe het voorgaande zich verhoudt tot het wrakingsverzoek.
voorzittermerkt op dat de meervoudige belastingkamer onder andere heeft verzocht het rapport van [naam2] over te leggen, zodat kan worden onderzocht waar de verzakking door is veroorzaakt, hetgeen van belang kan zijn voor de waardevaststelling.
voorzittermerkt op dat in het verzoekschrift de uitspraak ECLI:NL:HR:2003:AF4412 is genoemd
,welke gaat over Kasteel Rhederoord. De voorzitter vraagt verzoeker of het zijn bedoeling is geweest om deze uitspraak aan het wrakingsverzoek ten grondslag te leggen.
voorzitterdeelt mee dat hij nog een vraag over het NBK had, maar merkt op dat verzoeker duidelijk heeft aangegeven dat volgens hem bij het vaststellen van de waarde van de woning rekening moet worden gehouden met de aardbevingsschade die ervoor heeft gezorgd dat verzoeker in een onveilige woning verblijft. Het Hof ziet zich dus voor de vraag gesteld of de heffingsambtenaar de waarde van de woning juist heeft vastgesteld met inachtneming van het feit dat dit een onveilige woning betreft, zoals verzoeker stelt.
voorzittermerkt op dat een WOZ-waarde wordt bepaald door middel van vergelijking met andere woningen.
voorzittervraagt verzoeker waarom hij tien dagen na de zitting het wrakingsverzoek heeft ingediend.
voorzitterdeelt mee dat van de wrakingszitting een proces-verbaal zal worden opgemaakt, waarin de verklaringen zakelijk worden weergegeven. In dit, door de griffier opgestelde proces-verbaal wordt niets geschrapt en de voorzitter stuurt niet op de inhoud van het proces-verbaal.
voorzitterreageert dat dat niet het geval is en dat hij en de griffier beiden hun handtekening onder het proces-verbaal zetten.
voorzittermerkt op dat het in de procedure gaat om de vraag wat de waarde van de woning op 1 januari 2020 is geweest en voor welk bedrag de woning dus op 1 januari 2020 kon worden verkocht. Dit betreft een inhoudelijke kwestie waar het vandaag niet over gaat. De voorzitter deelt mee dat het Hof geen verdere vragen voor verzoeker heeft.
Aan verzoeker wordt het recht gelaten het laatst te spreken.
voorzitterdankt verzoeker voor zijn toelichting en sluit de zitting. De voorzitter deelt verder mee dat op 29 april aanstaande uitspraak wordt gedaan.