Het hof overweegt dat er bij het vaststellen van het vrij te laten bedrag rekening wordt
gehouden met lopende financiële verplichtingen van de man, waarbij in beginsel geen
rekening wordt gehouden met een alimentatieverplichting.
Niet door de vrouw gesteld en evenmin gebleken is dat de rechter- commissaris rekening
heeft gehouden met een alimentatieverplichting bij het vaststellen van het vrij te laten
bedrag. Dit brengt met zich dat het ervoor kan worden gehouden dat de man € 1.947,30
nodig heeft om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Hoe zich dit verhoudt tot de
bijstandsnorm is niet relevant. Al het inkomen dat de man genereert dat meer is dan het vrij
te laten bedrag is bedoeld voor de schuldeisers waarvan de vrouw er één is en met ingang
van 1 juli 2025 is zij, anders dan waar zij zelf vanuit lijkt te gaan, preferent schuldeiser, ook
voor de uitkeringen die tot dat moment verschuldigd waren.Het hof ziet geen aanleiding om
alsnog een bijdrage vast te stellen nu duidelijk is dat het inkomen van de man lager is dan het
vrij te laten bedrag zoals dat voor hem geldt.
Het hof ziet ook geen aanleiding om van de man te verwachten dat hij meer werkt dan hij nu
doet. De man heeft hier kennelijk afspraken over gemaakt met de curator. Als de vrouw het
hiermee niet eens is, dan ligt het op haar weg om zich als (binnenkort preferente) schuldeiser
te melden bij de curator en dit onderwerp met de curator te bespreken.