Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het gezag van de moeder over haar kinderen [de minderjarige1] en [de minderjarige2], en de machtiging tot uithuisplaatsing. De moeder had hoger beroep aangetekend tegen eerdere beschikkingen van de rechtbank Gelderland, waarin het gezag over de kinderen was beëindigd en de uithuisplaatsing was goedgekeurd. Het hof oordeelde dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de verslavingsproblematiek van de moeder en dat de aanvaardbare termijn voor onzekerheid over hun opvoedperspectief ruimschoots is verstreken. De kinderen zijn sinds 2021 geplaatst in een gezinshuis en hebben daar stabiliteit gevonden. De moeder voerde aan dat de kinderen zich goed ontwikkelen en dat zij in staat is om voor hen te zorgen, maar het hof oordeelde dat de situatie van de kinderen wezenlijk anders is dan die van hun jongere zusje, [de minderjarige3], die weer bij de moeder woont. Het hof bekrachtigde de eerdere beslissingen van de rechtbank en verwierp het beroep van de moeder, waarbij het belang van de kinderen voorop stond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijkheid en continuïteit in de opvoeding van de kinderen.