ECLI:NL:GHDHA:2021:2067
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- J.M. van de Poll
- A.A.F. Donders
- M.Th. Linsen-Penning de Vries
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag en de rol van de pleegmoeder in het perspectief van minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kinderen, een tweeling van 15 jaar. De rechtbank had eerder het gezag van zowel de moeder als de vader beëindigd en de gecertificeerde instelling tot voogd benoemd. De moeder ging in hoger beroep tegen de beëindiging van haar gezag, terwijl de vader geen hoger beroep heeft ingesteld. Het hof constateert dat de situatie is veranderd, aangezien de vader geen gezag meer heeft en de kinderen sinds 22 februari 2019 bij de pleegmoeder verblijven. Het hof oordeelt dat de beëindiging van het gezag van de moeder niet noodzakelijk is voor de duidelijkheid over het toekomstperspectief van de minderjarigen, die goed gedijen bij de pleegmoeder. De moeder heeft positieve stappen gezet in haar leven en er is geen bewijs dat haar gezag schadelijk zou zijn voor de ontwikkeling van de kinderen. Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek tot beëindiging van het gezag van de moeder af. De beslissing benadrukt het belang van het behoud van familiebanden en de noodzaak om ingrijpende maatregelen zoals gezagsbeëindiging alleen in uitzonderlijke gevallen toe te passen.