In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1962 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar voor het medeplegen van een drugstransport. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar de straf verlaagd naar 11 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de zaak behandeld op de zittingen van 20 januari, 22 januari en 4 april 2025, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De rechtbank had in haar vonnis uitgebreid bewijs gepresenteerd, waar het hof zich in kon vinden. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het organiseren van een heroïnetransport naar Noorwegen, waarbij de koerier in Zweden werd aangehouden. Het hof heeft de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte op de hoogte was van de drugssmokkel. De strafmaat is gematigd vanwege een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de beslissing is op 4 april 2025 openbaar uitgesproken.