Uitspraak
Staalman Verhuizingen,
[geïntimeerde] ,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het beroepschrift van 22 januari 2025;
- het verweerschrift met incidenteel hoger beroep van 5 maart 2025
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep van 14 maart 2025
- de nagekomen producties van Staalman Verhuizingen, ontvangen op 19 maart 2025 en de in reactie daarop nog door [geïntimeerde] toegezonden stukken, ontvangen op 23 maart 2025.
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 26 maart 2025 is gehouden.
2.De kern van de zaak
3.De feiten
cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranenvan toepassing (verder: de cao).
4.De beslissing van de kantonrechter
5.De beoordeling door het hof
- de toekenning van een Xella-vergoeding door de kantonrechter, dan wel met de hoogte van die vergoeding;
- de veroordeling tot uitbetaling van 47 niet-genoten vakantiedagen;
- de ingangsdatum van de wettelijke rente over de vakantiebijslag over 2024;
- het niet-matigen van de wettelijke verhoging over de vakantietoeslag;
- het toekennen van een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
- het toekennen van een proceskostenveroordeling aan [geïntimeerde] ;
- de afwijzing van de terugbetaling van de kosten van de rijopleiding;
incidenteel appelvan [geïntimeerde] ziet op het niet volledig uitbetalen van de vakantiebijslag over 2019. In zoverre is dit dus tevens een vermeerdering van eis. Die vermeerdering van eis is op het procesrechtelijk juiste tijdstip gedaan. Staalman Verhuizingen heeft zich, pas op de mondelinge behandeling bij het hof, verzet tegen deze eisvermeerdering, stellende dat haar daarmee een recht op behandeling in twee instanties van deze vordering zou worden onthouden.