4.3Op 25 juni 2019 is een overeenkomst gesloten tussen enerzijds [geïntimeerden] en anderzijds [appellanten] In deze overeenkomst, die het opschrift draagt 'Vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:900 BW', is onder meer bepaald:
"(...)
OVERWEGEN:(…)
d. Schuldeisershof: [appellanten] ]
hebben ten behoeve van het reduceren van de schuldenlast van (...) Focus (...) meerdere bedragen geleend aan (...) Focus (...) en Schuldenaren[hof: [geïntimeerden] ]:
e. Deze geleende bedragen zijn onder andere in de overeenkomst van geldlening vastgelegd van 3 juni 2019 (...);
f. Partijen wensen de in deze overeenkomst van geldlening van 3 juni 2019 vastgelegde afspraken aan te vullen en waar nodig te herzien in deze vaststellingsovereenkomst (...). De Vaststellingsovereenkomst treedt in de plaats van de overeenkomst van 3 juni 2019 en alle overige overeenkomsten tussen partijen.
g. De partners van de heer [geïntimeerde1] en de heer [geïntimeerde3] ondertekenen de Vaststellingsovereenkomst als partijen mee en zijn zich bewust van de gevolgen van het ondertekenen van de Vaststellingsovereenkomst.
PARTIJEN STELLEN ALS VOLGT DE VOLGENDE DOOR SCHULDENAREN VERSCHULDIGDE BEDRAGEN VAST:
Schuldenaren verklaren hoofdelijk de hierna onder randnummer 1, 2, 3, en 4 aan Schuldeisers verschuldigd te zijn. Het totaalbedrag van de schuld wordt hierna aangeduid als “de Schuld”.
1. Schuldeisers hebben op 3 juni 2019 een bedrag van EUR 10.000,-- geleend aan Schuldenaren (....). Het bedrag van EUR 10.000,- is door schuldeisers geleend tegen een rentepercentage van 5% per dag, welk rentepercentage schuldenaren verschuldigd zijn vanaf 3 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
2. Op 25 juni bedroeg de door schuldenaren aan schuldeisers verschuldigde rente EUR 21.457,64. Dit betreft de rente over lening 1 en lening 2.
Auto met kenteken PX-321-Z
3. Ter afwending van een faillissement van Focus (...), aangevraagd door DLM B.V. hebben schuldeisers een leasecontract afgekocht door de auto met het kenteken [kenteken] te kopen van DLM BV. Ten behoeve van deze overname compenseren schuldenaren schuldeisers voor een bedrag van EUR 15.000,-- en EUR 2.000,--. Partijen zijn in de overeenkomst van geldlening van 3 juni 2019 ten behoeve van de terugbetaling van het bedrag van EUR 15.000,-- een betalingsregeling overeengekomen. Met de Vaststellingsovereenkomst komt de betalingsregeling zoals geformuleerd in de overeenkomst van 3 juni 2019 te vervallen. Voorts dienen schuldeisers een bedrag van EUR 3.500,-- ten behoeve van het ontstane waardeverlies van een voertuig.
4. Schuldenaren zijn de volgende facturen aan schuldeisers verschuldigd:
Factuur 2019110522 EUR 1.149,50
Factuur 2019110526 EUR 1.929,95
Factuur 2019110528 EUR 1.694,--
Factuur 2019110531 EUR 1.597,20
5. Schuldeisers hebben op 21 juni 2019 een bedrag van EUR 7.500,-- geleend aan Schuldenaren, waarbij Schuldenaren op 3 juni 2019 een bedrag van EUR 7.500,-- hebben geleend van Schuldeisers (...). Het bedrag van EUR 7.500,-- is door schuldeisers geleend tegen een rentepercentage van 5% per dag, welk rentepercentage schuldenaren verschuldigd zijn vanaf 3 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
BEPALINGEN BIJ DE SCHULD
(...)
6. Schuldenaren zijn over het (restant)bedrag van EUR 38.957,64 als onderdeel van de Schuld (EUR 10.000,-- + EUR 7.500,-- + EUR 21.457,64) 5% contractuele rente verschuldigd vanaf 18 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. (…)
7. De Schuld dient uiterlijk 1 december 2019 volledig te zijn betaald door Schuldenaren aan Schuldeisers.
(...)
13. Op de Vaststellingsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
14. Alle geschillen die voortvloeien uit de Vaststellingsovereenkomst worden voorgelegd aan de bevoegde rechter van de Rechtbank Overijssel, locatie Enschede. (...) ",