In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 maart 2025 uitspraak gedaan over de terbeschikkingstelling van een individu, geboren in 1995. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 12 november 2024 vernietigd, waarin de verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar werd opgelegd. Het hof oordeelt dat er voldoende beschermende factoren zijn rondom de terbeschikkinggestelde om de terbeschikkingstelling verantwoord te beëindigen. Tijdens de zitting op 6 maart 2025 heeft het hof de advocaat-generaal, mr. I.M. Muller, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M. Baadoudi, gehoord. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat de zorg voor hem geregeld is en dat hij in zijn huidige woonomgeving kan blijven. De advocaat-generaal heeft het hof verzocht om de terbeschikkingstelling te beëindigen, wat het hof uiteindelijk heeft gedaan. Het hof concludeert dat de veiligheid van anderen niet langer een verlenging van de terbeschikkingstelling vereist, en dat de terbeschikkinggestelde in zijn huidige situatie voldoende ondersteuning en zorg ontvangt. De beslissing van het hof is in het openbaar uitgesproken en de vordering van het openbaar ministerie is afgewezen.