Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Partijen woonden het laatst samen in een [naam6] -landgoed, aan partijen genoegzaam bekend, hierna te noemen: het landgoed, staande en gelegen te [woonplaats] , waarin de vrouw [Hof: belanghebbende] op dit moment, sedert het vertrek van de man [Hof: [naam1 ] ], alleen woont.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
Bij de in artikel 6.1.1, tweede lid, onderdelen c, d en e vermelde uitgaven, te weten de uitgaven voor levensonderhoud van kinderen, de buitengewone uitgaven en de weekenduitgaven voor gehandicapte kinderen zijn twee eisen opgenomen. Enerzijds moeten de uitgaven op de belasting plichtige drukken. Dat houdt in dat de uitgaven uit eigen middelen moeten worden voldaan, zonder verhaalsmogelijkheid. Door deze eis is geen aftrek mogelijk voor uitgaven die (kunnen) worden bestreden uit tegemoetkomingen van een ander die worden verkregen in verband met de gebeurtenissen die de uitgaven hebben veroorzaakt en die in beginsel niet tot het loon behoren. Voorbeelden hiervan zijn een verzekeringsuitkering, een sociale uitkering of verhaal op derden.” (Kamerstukken II, 1999-2000, 26 727, nr. 7, blz. 96).
5.Proceskosten en griffierecht
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).