Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toegewezen tot een bedrag van € 81.364,-, met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en voor het overige niet-ontvankelijk verklaard;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] toegewezen tot een bedrag van € 19.346,31, met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en voor het overige niet-ontvankelijk verklaard;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk verklaard;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk verklaard.
De tenlastelegging
wetenschapheeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, kan niet zonder meer volgen dat hij de aanmerkelijke kans op het gevolg ook
bewust heeft aanvaard. Er kan immers ook sprake zijn van bewuste schuld. Bepaalde gedragingen kunnen echter naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het gevolg, in dit geval de dood van het slachtoffer, bewust heeft aanvaard.
Bewezenverklaring
of omstreeks28 juli 2021 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 2] (geboren [geboortedag 2] 2020) opzettelijk van het leven te beroven, die [benadeelde 2] krachtig heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (vervolgens) met kracht enig, al dan niet botsend, geweld op het hoofd van die [benadeelde 2] heeft uitgeoefend en/of die [benadeelde 2] krachtig (repeterend) heeft geschud, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
- een bedrag van € 1.364,- als vergoeding voor het verblijf in het ziekenhuis van 44 dagen;
- een bedrag van € 120.000,- aan immateriële schade.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
- een bedrag van € 1.795,76 voor de door benadeelde partij gemaakte reis- en parkeerkosten;
- een bedrag van € 435,- voor verblijf in het Ronald McDonald huis;
- een bedrag van € 53,52 voor aanschaf van kleding voor [benadeelde 2] ;
- een bedrag van € 62,03 voor de eigen bijdrage bij de apotheek;
- een bedrag van € 276.798,12 aan inkomstenderving;
- een bedrag van € 20.000,- aan immateriële schade (shockschade);
- een bedrag van € 17.500,- aan affectieschade.
Vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 4] en [benadeelde 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jarenen
6 (zes) maanden.
gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelop grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 81.364,- (eenentachtigduizend driehonderdvierenzestig euro) bestaande uit € 1.364,- (duizend driehonderdvierenzestig euro) materiële schade en € 80.000,- (tachtigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 19.846,31 (negentienduizend achthonderdzesenveertig euro en eenendertig cent) bestaande uit € 2.346,31 (tweeduizend driehonderdzesenveertig euro en eenendertig cent) materiële schade en