In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 februari 2025 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 4 april 2024 aangevochten, waarin de man, verweerder in hoger beroep, was verplicht om kinderalimentatie te betalen. De procedure in hoger beroep is gestart na een eerdere beschikking waarin de man was vrijgesteld van het betalen van kinderalimentatie voor een bepaalde periode en de bedragen die hij moest betalen waren verlaagd. De vrouw verzocht het hof om de kinderalimentatie te verhogen naar € 313,- per maand per kind, terwijl de man in incidenteel hoger beroep verzocht om de alimentatie op nihil vast te stellen. Het hof heeft de bestreden beschikking gedeeltelijk vernietigd en de kinderalimentatie vastgesteld op € 25,- per kind per maand, met de bepaling dat de vrouw teveel ontvangen alimentatie moet terugbetalen voor zover de man meer heeft betaald dan € 83,- per maand. Het hof heeft geoordeeld dat de man niet in staat is om meer inkomen te genereren dan zijn uitkering, en dat de vrouw met haar draagkracht niet volledig kan voorzien in de behoefte van de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.