Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
- verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 primair en subsidiair vrijgesproken;
- verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden.
hij in of omstreeks 1 oktober 2020 tot en met 17 juni 2021 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van ongeveer 420, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
Overweging met betrekking tot het bewijs
Kweekruimte 2
De totale oppervlakte van ruimte 2 betrof 112 vierkante meter. Ik zag dat de zijkanten van de ruimte deels waren bedekt met folie. Ik zag dat er meerdere stekbakken stonden met hierin potgrond. Ik zag dat er een grote plastic gripzak lag. Ik zag dat in deze gripzak hennepresten zaten. Ik zag dat er op meerdere plekken in de ruimte hennepresten op de grond lagen. Ik zag dat er op de grond een fles met slaolie lag. Ik zag dat er meerdere knipscharen op de grond lagen.
Vaststelling hennep
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
Elektriciteitsvoorziening
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de zegels zijn verbroken.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 juni
. Ik zag eergisteren en die dag ervoor, 14 en 15 juni 2021, een grote witte bestelbus. Ik zag twee mannen bij de witte bestelbus. Ik ken één van die mannen als [naam 1] . Gisteren, 16 juni 2021, had ik 8 gemiste oproepen van [naam 1] . Vlak daarna werd ik gebeld door ene [naam 2] . Ik weet dat [naam 2] en [naam 1] kameraden van elkaar zijn. Later werd mij duidelijk dat zij mij gebeld hadden omdat mijn auto in de weg stond, waardoor zij er niet langs konden. Gisteren, 16 juni 2021, zag ik een goudkleurige Toyota aan de achterzijde van het winkelpand staan. Ik zag dat [naam 1] hierin reed.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juli 2021, opgenomen op pagina 83 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
via de achterzijde het winkelpand naar binnen en naar buiten is gegaan. Ook zag ik dat [naam 1] twee dagen voordat de politie een inval deed het winkelpand via de achterzijde naar binnen en naar buiten is gegaan.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 juli 2021, opgenomen op pagina 87 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik sprak met [naam 3] , de eigenaar van [bedrijf 1] . Ik ontving van [naam 3] een kopie van het huurcontract en een bewijs van betaling van de huur. Ik hoorde [naam 3] vervolgens zeggen dat hij twee keer fysiek contact heeft gehad met de man die het winkelpand aan de [adres 2] in [plaats] huurde. Dit betrof [verdachte] . Het overige contact dat hij met [verdachte] had ging telefonisch. Hierbij gebruikte [verdachte] het telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik hoorde [naam 3] zeggen dat in het huurcontract enkele bijzondere bepalingen zijn opgenomen zoals dat er voor de maanden november en december 2020 geen huur zou worden betaald in verband met de verbouwing. Tevens is met goedkeuring van [naam 3] de stroomvoorziening verzwaard naar 3 keer 50 ampère in plaats van 3 keer 25 ampère. Dit omdat [verdachte] had aangegeven dat hij in het pand een supermarkt en/of een slagerij zou bouwen. In verband met de materialen die in het pand zouden komen te staan had hij meer ampère stroom nodig.
Huurcontract
Betaalbewijzen
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 13 mei 2022, opgenomen op pagina 118 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.14 oktober
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26
en [bedrijf 2] met deze hennepkwekerij te
niet.
, en in het dossier gevoegde, betaalbewijzen van de huur van het pand in de maanden januari, februari en maart 2021 is overgemaakt vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] . Dit bankrekeningnummer staat op naam van [verdachte]. Uit onderzoek naar dit bankrekeningnummer blijkt dat deze geopend is op 7 oktober 2020. Hiertoe is een kopie van het paspoort van verdachte overgelegd en een verificatiefilmpjeaangeleverd
. Op dit verificatiefilmpje is verdachte te zien die zijn hoofd van links naar rechts beweegt en de cijferreeks 1, 2, 3, 4, 5 noemt. In zijn verhoor bij de politie heeft verdachte ook bevestigd dat hij de persoon op het filmpje is. Dit verificatiefilmpje wordt opgenomen tijdens een live-contact tussen de (nieuwe) klant en een medewerker van de [bank] . Het is geen filmpje dat van tevoren kan worden gemaakt en geüpload. Ook is een sms-verificatiecode verstuurd naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer staat op naam van verdachte en is ook door hem opgegeven bij het aangaan van het huurcontract. Naar het oordeel van de rechtbank kan het daarom niet anders zijn dan dat het verdachte zelf is geweest die de huurovereenkomst voor het pand aan de [adres 2] te [plaats] heeft gesloten en die het bankrekeningnummer heeft geopend waarvan in de maanden januari, februari en maart 2021 de huur van het pand is betaald.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.