Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
met bijlage(n);
3.De feiten
- bepaald dat [de minderjarige (M3)] , voorlopig, totdat hierover een nadere beslissing van kracht wordt, aan de man wordt toevertrouwd;
- als voorlopige zorg- en contactregeling bepaald dat, totdat een nadere beslissing van kracht wordt, [de minderjarige (M3)] de ene week bij de man verblijft en de andere week bij de vrouw, waarbij de vrouw haar op zondag tussen 19.30 uur en 20.00 uur brengt en haalt. De man blijft in de woning en komt niet naar buiten;
- de voorlopige door de vrouw aan de man te betalen kinderalimentatie voor [de minderjarige (M3)] met ingang van 22 april 2022 bepaald op € 149,- per maand, totdat een andere beslissing van kracht wordt.
4.De omvang van het geschil
- een zorgregeling vastgesteld waarbij [de minderjarige (M3)] om de week bij de vader en bij de moeder
verblijft;
- bepaald dat de vrouw vanaf 10 maart 2022 aan de man € 197,- bruto per maand
partneralimentatie moet betalen; en
- beslissingen genomen betreffende de verdeling van de ontbonden
huwelijksgoederengemeenschap.
5.De motivering van de beslissing
6.De beslissing
- vanaf 10 maart 2022 een bedrag van € 308,-, bruto per maand en
- vanaf 1 augustus 2023 op nihil;