ECLI:NL:GHARL:2024:8012

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
200.281.607/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over kapitaalrekening en privé-onttrekkingen binnen een vennootschap onder firma

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een vennoot van een vennootschap onder firma (v.o.f.) en de v.o.f. zelf, waarbij de vennoot, aangeduid als [appellant], in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De kern van het geschil betreft de hoogte van de kapitaalrekening van de vertrekkende vennoot en de vraag of bepaalde posten als privé-onttrekkingen of zakelijke lasten moeten worden aangemerkt. De v.o.f., B&B Fryslân, stelt dat verschillende posten moeten worden gezien als privé-onttrekkingen door de vertrekkende vennoot, terwijl de vennoot betoogt dat deze posten zakelijke lasten zijn die niet ten laste van zijn kapitaalrekening moeten komen. Het hof heeft eerder een deskundige benoemd om de betreffende posten te beoordelen op hun zakelijk karakter. De deskundige heeft zijn rapport gepresenteerd, waarin hij de jaarcijfers van de v.o.f. voor de jaren 2016 en 2017 heeft herzien en de stand van de kapitaalrekening van de vennoot heeft vastgesteld. Het hof heeft de door de deskundige gemaakte correcties en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de v.o.f. een vordering heeft op de vennoot en heeft de hoogte van deze vordering vastgesteld op € 25.050,-, te vermeerderen met wettelijke rente. Het hof heeft de proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De beslissing van het hof is op 10 december 2024 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, sector handel
zaaknummer gerechtshof 200.281.607
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/125312)
arrest van 10 december 2024
in de zaak van
[appellant]
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
bij de rechtbank gedaagde,
advocaat mr. F.H. Kappelhof, te Delfzijl,
tegen
de vennootschap onder firma
B&B Fryslândie kantoor houdt in Leeuwarden,
hierna te noemen
B&B,
bij de rechtbank eiseres,
advocaat mr. J.C. Croes, te Leeuwarden.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de tussenarresten van
2 november 2021, 20 december 2022, 30 mei 2023 en 25 juli 2023.
1.2
In het laatste tussenarrest heeft het hof [naam1 ] tot deskundige benoemd en aan deze de volgende vragen voorgelegd en opdrachten gegeven:
a. de deskundige zal de jaarcijfers over de jaren 2016 en 2017 opnieuw dienen op te stellen, daarbij uitgaande van de beschikbare administratie waaronder de jaarcijfers 2015;
b. de deskundige zal zijn opdracht daarbij beschouwen als een deskundigenonderzoek zijnde een "Overige opdracht" als bedoeld in Handreiking 1111 van de NBA, waarbij geen verwijzing naar controlestandaarden (NVCOS) van toepassing is;
c. de accountant zal voor de door hem te op te stellen jaarcijfers 2016 en 2017 aansluiting dienen te zoeken bij de bestaande jaarcijfers 2015;
d. de deskundige zal in het bijzonder de stand van de kapitaalrekening van [appellant] per ultimo 2017 bepalen en de keuzes die hij daarbij maakt dienen toe te lichten.
1.3
De deskundige heeft aan deze opdrachten voldaan en de door het hof gestelde vragen beantwoord. Partijen hebben daarop tegenover de deskundige kunnen reageren. Na verwerking van die reacties heeft de deskundige zijn rapport ter griffie gedeponeerd.
1.4
Daarna is aan partijen gelegenheid gegeven om in memories na deskundigenbericht op het deskundigenbericht te reageren.

2.De (verdere) beoordeling van het hoger beroep

2.1
Het hof komt daarmee toe aan de beoordeling van het deskundigenrapport en de vraag wat in het licht van deze procedure de omvang is van de kapitaalrekening van [appellant] en daarmee de vraag of B&B een vordering heeft op [appellant] en zo ja wat de omvang daarvan is.
2.2
De deskundige heeft in een helder en goed gestructureerd rapport inzage gegeven in zijn aanpak en werkwijze. Het hof zal die aanpak en werkwijze hierna uiteen zetten om aan de hand daarvan te zaak verder inhoudelijke te beoordelen.
Door de deskundige gekozen aanpak en werkwijze
2.3
In het inleidende deel van zijn rapport zet de deskundige uiteen hoe hij zijn opdracht heeft aangepakt en wat zijn werkwijze daarbij was:
B&B Fryslan VOF
B&B Fryslan is een vennootschap onder firma. De vennootschapsovereenkomst dateert van 1 januari 2013. Op dat moment waren er 13 vennoten. De kernactiviteit van de onderneming betreft het uitoefenen van een koeriersbedrijf. Meer in het bijzonder betreft dit het halen en brengen van postpakketten in opdracht van PostNL. De administratie wordt gevoerd door de heer [appellant] die tevens als beherend vennoot optreedt. De overige vennoten zijn als pakketbezorgers actief.
Jaarcijfers 2016 en 2017
De jaarcijfers 2016 en 2017 zijn opgesteld op basis van de kolommenbalans per 31 december 2016 respectievelijk 31 december 2017 van B&B Fryslan VOF. De ter vergelijking opgenomen jaarcijfers 2015 zijn ontleend het financieel verslag 2015 van B&B Fryslan VOF. De grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op nominale waarden en verkrijgingsprijzen.
Correcties door de deskundige
De correcties zijn gebaseerd op de bevindingen van het deskundigenonderzoek zoals opgenomen in bijlage I bij dit rapport. De correcties zijn onder punt 28 van bijlage I alsmede in hoofdstuk 5 van dit rapport samengevat.
Gecorrigeerde jaarcijfers 2016 en 2017
Dit betreft de jaarcijfers 2016 en 2017 welke zijn aangepast op basis van door de deskundige vastgestelde correcties.
Kapitaalrekening [appellant] na correcties
De kapitaalrekening van de heer [appellant] is naar de stand ultimo 2015, 2016 en 2017 nader gespecificeerd inclusief door de deskundige vastgestelde correcties.
Bevindingen deskundigenonderzoek
De gedetailleerde bevindingen van het deskundigenonderzoek met de reactie van partijen in le en 2e aanleg is in bijlage I opgenomen. Bijlage II bevat de gedetailleerde postspecificaties per punt van bijlage I.
Posten ter overweging aan het gerechtshof
In hoofdstuk 6 van dit rapport heeft de deskundige de posten opgenomen die door de deskundige ter overweging aan het Gerechtshof worden voorgelegd. Voor deze posten geldt dat de deskundige op basis van zijn onderzoek niet met redelijke zekerheid heeft kunnen vaststellen dat de betreffende posten niet dienstbaar zijn geweest aan de bedrijfsvoering van het koeriersbedrijf, een privékarakter hebben of anderszins niets met het koeriersbedrijf van doen hebben. Voor deze posten heeft de deskundige daarom geen correctie ten laste van de kapitaalrekening van de heer [appellant] verwerkt.Andersom kon voor de betreffende posten overigens ook niet met redelijke zekerheid worden vastgesteld dat zij wel ten behoeve van B&B Fryslan zijn gemaakt c.q. terecht ten laste van de exploitatie zijn gekomen. Het voordeel van de twijfel heeft de deskundige hier aan de kant van [appellant] moeten laten. Of en in hoeverre de betreffende posten voor correctie in aanmerking komen laat de deskundige ter overweging aan het Gerechtshof.”
2.4
De deskundige geeft vervolgens eerst de ongecorrigeerde jaarcijfers 2016 en 2017 weer, samen met de vergelijkingscijfers 2015. Vervolgens geeft de deskundige weer met welke totaalbedragen hij de cijfers over 2016 en 2017 heeft gecorrigeerd en ten slotte tot welke herziene jaarcijfers 2016 en 2017 deze correcties hebben geleid. Voor zover in het navolgende gesproken wordt over de kapitaalrekening wordt daarmee de kapitaalrekening van [appellant] in B&B bedoeld.
2.5
De ongecorrigeerde kapitaalrekening van [appellant] is als volgt weergegeven:
- 31 december 2017 € - 2.644,-;
- 31 december 2016 € - 7.788,-;
- 31 december 2015 € 7.977,-
Correcties op de kapitaalrekening door de deskundige voor 2016 en 2017:
- 31 december 2017 € - 79.118,-;
- 31 december 2016 € - 59.007,-;
Daarna de gecorrigeerde kapitaalrekeningen voor 2016 en 2017 (2015 blijft uiteraard ongewijzigd):
- 31 december 2017 € - 81.762,-;
- 31 december 2016 € - 66.795,-;
2.6
Hetzelfde voor het ongecorrigeerde totale ondernemingsvermogen (de gezamenlijke kapitaalrekeningen van de vennoten):
- 31 december 2017 € 22.774,-,-;
- 31 december 2016 € 103.580,-;
- 31 december 2015 € 84.496,-.
Correcties door de deskundige op het totale ondernemingsvermogen voor 2016 en 2017:
- voor 31 december 2017 € - 20.579,-;
- voor 31 december 2016 € - 20.579,-;
Daarna de gecorrigeerde totale ondernemingsvermogens voor 2016 en 2017 (2015 is ongewijzigd):
- voor 31 december 2017 € 2.195,-;
- voor 31 december 2016 € 83.001,-;
2.7
Hetzelfde voor het ongecorrigeerde bedrijfsresultaat (na kosten en financiële baten en lasten) voor de jaren 2015 tot en met 2017:
- 2017 € 361.626,-
- 2016 € 486.777,-
- 2015 € 413.781,-
De correcties door de deskundige op het bedrijfsresultaat voor 2016 en 2017:
- 2017 € 40.111,-;
- 2016 € 71.518,-;
Daarna de gecorrigeerde bedrijfsresultaten voor 2016 en 2017 (2015 blijft ongewijzigd):
- 2017 € 401.737,-;
- 2016 € 558.295,-.
2.8
Vervolgens specificeert de deskundige in zijn rapport de stand van de kapitaalrekeningen na de door hem toegepaste correcties als volgt:
De deskundige gaat, conform zijn opdracht, uit van de stand van de kapitaalrekening van [appellant] per 31 december 2015, te weten € 7.977,-. Hij brengt daarop in mindering de privé-opnamen en privé-kosten. Eerst voor 2016 en daarna voor 2017. Vervolgens corrigeert de deskundige voor 2016 en 2017 de posten die volgens hem ten onrechte als zakelijke kosten in mindering zijn gebracht op het bedrijfsresultaat maar hadden moeten worden afgeboekt op de kapitaalrekening. Het gaat daarbij om de volgende correcties.
2.9
Voor 2016 gaat het om de volgende correcties:
Punt 3 - Vordering zwaar transport € 20.579 (negatief)
Punt 4 - Boekverlies zwaar transport € 11.398 (negatief)
Punt 5 - Doorberekening verloning Subco € 2.844 (negatief)
Punt 5 - Salarisverwerking t.b.v. Subco € 456 (negatief)
Punt 8 - Kosten zwaar transport [kenteken2] € 15.175 (negatief)
Punt 8 - Kosten zwaar transport [kenteken3] € 1.230 (negatief)
Punt 9 - Omzet 2016 € 33.090
Punt 9 - Administratiekosten Subco € 33.090 (negatief)
Punt 18 - Kosten Administratiekantoor AHT
€ 7.325(negatief)
Totaal van de correcties voor 2016 € 38.428 (negatief)
2.1
Voor 2017 gaat het om de volgende correcties:
Punt 17 - Kosten KAP Advocatuur € 8.330 (negatief)
Punt 18 - Kosten Administratiekantoor AHT € 3.525 (negatief)
Punt 23 - Voorbelasting Volvo V40 [kenteken4] € 5.504 (negatief)
Punt 23 - Vergrijpboete voorbelasting Volvo
€ 2.752(negatief)
Totaal van de correcties voor 2017 € 20.111 (negatief)
2.11
De correcties voor 2016 heeft de deskundige uitgewerkt in een aan zijn rapport gehechte bijlage 1. De correcties voor 2017 heeft hij uitgewerkt in een aan zijn rapport gehechte bijlage 2. Op grond van het vorenstaande berekent de deskundige een gecorrigeerde stand van de kapitaalrekening per 31 december 2017 van € - 81.762 (zie hiervoor onder 2.5).
2.12
Ten slotte wijst de deskundige een aantal posten aan waarvan hij niet met voldoende zekerheid kon vaststellen of deze een zakelijk karakter hadden en dus in mindering dienden te komen op het bedrijfsresultaat. Dan wel dat een zakelijk karakter daaraan ontbrak waardoor deze posten in mindering dienden te komen op de kapitaalrekening omdat het [appellant] was die in de betreffende periode deze uitgaven heeft gedaan. Volgens de deskundige dient het hof ten aanzien van deze posten een beslissing te nemen. Het gaat om de volgende posten:
Transacties met verbonden partijen zonder toestemming van de overige vennoten
Betreffende 2016:
- Creditering RPD Pakketservice € 6.000,-
- Mercedes Sprinter [kenteken1] :
- aankoop minus verkoopprijs € 7.057,-
- reparatiekosten 16 augustus 2016 en 3 maart 2017 € 3.608,-
- Transportkosten Subco kostenneutraal? pm
- Huur auto's Subco kostenneutraal? pm
- Kosten Landrover Freelander € 6.546,-
- Kosten BOTA € 46.000,-
- Kosten ten behoeve van Subco € 5.865,-
- Onduidelijke posten € 4.001,-
- Naheffing Omzetbelasting:
- privégebruik Landrover Freelander € 6.407,-
- verzuimboete 10% € 641,-
Vermijdbare/onnodige kosten
Punt 22 - Boetes etc. aanslagen omzetbelasting € 9.949,-
Punt 22 - Boetes etc. aanslagen loonheffing € 317,-
Punt 22 - Boetes CJIB etc. € 6.397,-
Totaal € 102.788
2.13
Het hof maakt de door de deskundige gekozen aanpak, in ieder geval voor wat betreft de systematiek, tot de zijne:
a. Ten eerste zal het hof de correcties hiervoor genoemd onder 2.9 voor 2016 beoordelen en bij die beoordeling betrekken de opmerkingen van partijen dienaangaande in hun memories na deskundigenbericht (zie 3.1 tot en met 3.7);
b. Ten tweede zal het hof de correcties genoemd onder 2.10 voor 2017 beoordelen en daarbij betrekken de opmerkingen van partijen in hun memories na deskundigenbericht (zie 4.1 tot en met 4.4);
c. Ten derde zal het hof een oordeel geven over de posten genoemd onder 2.12 waarvan de deskundige niet met voldoende zekerheid kon vaststellen of sprake was van een voldoende zakelijk karakter en derhalve of deze in mindering dienden te komen op de kapitaalrekening of juist niet (zie 5.1 tot en met 5.10);
d. Ten slotte zal het hof aan de hand van zijn oordelen bedoeld onder a. tot en met c. de deskundige al dan niet volgen voor wat betreft de door deze genoemde correcties van de kapitaalrekening en daarmee vaststellen wat de omvang is van de kapitaalrekening.
Het hof wijst partijen uitdrukkelijk op het volgende. De in deze procedure vastgestelde omvang van de kapitaalrekening heeft slechts betekenis en gelding in de rechtsverhouding tussen B& B en [appellant] . Immers, de hier vast te stellen omvang van de kapitaalrekening wordt gedaan aan de hand van vele posten waarover deze partijen van mening verschillen in deze procedure. Als uitkomst daarvan moet het hof de omvang van een vordering van B&B op [appellant] vaststellen. De daarbij te nemen beslissingen worden behalve door de normen die in het jaarrekeningenrecht van belang zijn mede bepaald door de regels van stelplicht en bewijslast en hebben daardoor slechts in beperkte mate betekenis voor de vennoten die in deze procedure geen partij zijn. In dat licht zal het hof vaststellen wat de omvang is van de kapitaalrekening en daarmee van de eventuele vordering van B&B op [appellant] (zie 6.1 tot en met 6.3).
3.
De door de deskundige toegepaste correcties op de kapitaalrekening 2016.
3.1
Het gaat om de volgende posten:
Vordering zwaar transport € 20.579 (negatief)
Boekverlies zwaar transport € 11.398 (negatief)
Doorberekening verloning Subco € 2.844 (negatief)
Salarisverwerking t.b.v. Subco € 456 (negatief)
Kosten zwaar transport [kenteken2] € 15.175 (negatief)
Kosten zwaar transport [kenteken3] € 1.230 (negatief)
Omzet 2016 € 33.090
Administratiekosten Subco € 33.090 (negatief)
Kosten Administratiekantoor AHT € 7.325 (negatief)
3.2
Vordering zwaar transport (€ - 20.579,-)
3.2.1
De deskundige heeft deze correctie op pagina 3 van zijn bijlage I als volgt verantwoord:
“In de jaarrekening 2015 is per 31 december 2015 op de vennoten zwaar transport een vordering van € 23.382 opgenomen. Ultimo 2016 en 2017 bedroeg deze vordering nog € 20.579. Met inachtneming van hetgeen in de processtukken is vermeld concludeert de deskundige dat de activiteiten inzake zwaar transport niet voor rekening en risico van B&B Fryslan komen c.q. dienen te komen. Voorts concludeert de deskundige dat de heer [appellant] in ieder geval een van de vennoten zwaar transport was.
Partijen hebben daarop tegenover de deskundige gereageerd, welke reacties door de deskundige in zijn rapport als volgt zijn verwoord.
Reactie door B&BDe administrateur [appellant] liet twee administraties door elkaar lopen en heeft kosten ten laste van de verkeerde partij (B&B) gelegd.
Reactie door [appellant]De vordering zwaar transport is ontstaan door negatief opgebouwd vermogen van de vennoten welke op de vrachtwagens reden. Door het uittreden van deze vennoten was het niet mogelijk dit terug te halen en ontstond er een vordering voor de overige vennoten.
De deskundige, rekening houdend met de reacties van partijen concludeert vervolgens:Niet is gebleken dat B&B mede was opgericht om zwaar transport uit te voeren noch dat de vennoten zwaar transport ( afgezien van [appellant] ) formeel als vennoot deel uitmaakten van B&B. De vordering inzake zwaar transport ad € 20.579 per 31 december 2016 komt voor rekening en risico van [appellant] in zijn hoedanigheid van aansprakelijk medevennoot zwaar transport.
De deskundige concludeert dat er een correctie van € 20.579 plaatsvindt voor 2016 voor zwaar transport ten laste van de kapitaalrekening van [appellant] .
3.2.2.
[appellant] heeft in zijn memorie na deskundigenbericht naar voren gebracht dat de deskundige er ten onrechte van uit gaat dat B&B niet mede is opgericht om zwaar transport uit te voeren. Diee constatering is volgens [appellant] onjuist omdat zwaar transport werd toegevoegd aan het aanbod door B&B. Het onderscheid in de boekhouding had ermee te maken dat Post.NL erop hamerde dat sprake was van ZZP constructies en dat hiervoor fiscaal vereist was dat de ZZP’er meerdere opdrachtgevers moest hebben. Als er niet meerdere opdrachtgevers waren zouden de ZZP’ers beschouwd worden als werknemers. Door onderscheid te maken tussen zwaar transport en de bestelauto's van B&B werd dit voorkomen. De vennoten van B&B reden deels in bestelauto's en vijf andere vennoten in vrachtauto's, die in tegenstelling tot de bestelauto's, niet voor Post.NL reden maar voor andere opdrachtgevers. Zo werd, aldus [appellant] , voldaan aan de norm van de belastingdienst dat B&B meerdere opdrachtgevers moest hebben. Anders was, aldus nog steeds [appellant] , iedere afzonderlijke vennoot als werknemer beschouwd met alle fiscale gevolgen van dien. De opbrengst en kosten kwamen echter ten goede van B&B. De correctie 2016 voor zwaar transport van € 20.579,- dient voor rekening van B&B te komen en niet ten laste van de kapitaalrekening van [appellant] . Dit gebeurde overigens al op die manier vanaf 2013 of 2014.
In haar korte antwoordmemorie na deskundigenbericht betwist B&B
nietde door [appellant] geschetste feiten en argumenten met betrekking tot zwaar transport. Zij volstaat met de algemene overweging dat [appellant] in zijn reactie op de conclusies van de deskundige steeds volstaat met enkele algemene opmerkingen en commentaar terwijl de onderbouwing daarvan met stukken achterwege blijft. Daarom kan, aldus B&B, het betoog van [appellant] niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de deskundige.
3.2.3.
Het hof overweegt daarover het volgende. Juist is dat [appellant] volstaat met een verklarend betoog waaruit volgt dat de hier bedoelde kosten in zakelijkheid zijn gemaakt en daarom niet in mindering dienen te komen op zijn kapitaalrekening. Juist is ook dat [appellant] dit verklarende betoog niet bewijst of onderbouwt aan de hand van stukken. B&B verliest echter uit het oog, dat zij het is die in deze procedure een vordering instelt tegen [appellant] en dat zij derhalve feiten naar voren zal moeten brengen waaruit volgt dat dit vorderingsrecht bestaat. [appellant] hoeft in die zin niet meer te doen dan twijfel te zaaien, aannemelijk te maken, hij is niet de stelplichtige en/of de met het bewijs belaste partij. Bovendien is de stelling van [appellant] op zich niet zonder meer onlogisch of onaannemelijk. Weliswaar zou, als hij met het bewijs belast was, op hem een nadere concretiseringsverplichting rusten maar die situatie doet zich hier niet voor. Het oordeel van de deskundige steunt op een feitelijke inschatting. Wat [appellant] in zijn memorie na deskundigenbericht naar voren brengt, heeft daarbij te gelden als een gemotiveerde weerspreking van die feiten. Een voldoende specifiek bewijsaanbod betreffende concrete feiten waarop B&B haar vordering grond ontbreekt in dit dossier. De deskundige heeft zelf niet onderbouwd, betoogd dat alleen [appellant] zich bezighield met zwaar transport.
Daarmee dient de vordering van B&B voor zover die is gebaseerd op dit onderdeel (zwaar transport) te worden afgewezen wegens een gebrek aan onderbouwing daarvan. Het hof volgt de deskundige niet in zijn oordeel.
3.3
Boekverlies zwaar transport (€ 11.398)3.3.1. De deskundige heeft deze correctie verantwoord op pagina 4 van zijn bijlage I en wel als volgt: met factuurdatum 1 januari 2016 zijn de Renault Magnum [kenteken2] en Renault Master [kenteken3] verkocht aan Subco Service B.V. De verkoopopbrengst was € 60.000. De boekwaarde was € 71.398. Genoemde auto's zijn dus met een boekverlies van € 11.398 verkocht. De deskundige is met verwijzing naar de hiervoor onder 3.2 besproken vordering van mening dat het boekverlies ad € 11.398 voor rekening van de vennoten zwaar transport dient te komen. Ook na de reacties van partijen op zijn rapport komt de deskundige tot de conclusie dat hem niet is gebleken dat B&B mede was opgericht om zwaar transport activiteiten uit te voeren noch dat de vennoten zwaar transport uitvoerden. Het boekverlies ad € 11.398 komt daarom volgens de deskundige voor rekening van [appellant] in zijn hoedanigheid als aansprakelijk medevennoot zwaar transport. Voor 2016 dient dat bedrag ten laste van de kapitaalrekening te komen.
3.3.2.
Op grond van dezelfde overwegingen als hiervoor uiteengezet onder 3.2.3. volgt het hof de deskundige niet in deze gedachtegang. Ook voor dit deel van de vordering van B&B geldt dat het op de weg van B&B had gelegen haar vordering beter en verdergaand te concretiseren in het licht van de gemotiveerde betwisting daarvan door [appellant] . Nu een bewijsaanbod door B&B ontbreekt, zal het hof ook dit deel van de vordering van B&B tegen [appellant] afwijzen.
3.4
Doorberekening verloning Subco en (€ 2.844 en salarisverwerking (456,-))3.4.1. De deskundige heeft deze correcties als volgt verantwoord op pagina 5 van zijn bijlage I:
In de periode april 2016 tot en met juni 2017 zijn pakketbezorgers van Subco Service
( [naam2 ] , [naam3] en [naam4] ) verloond via B&B Fryslan en zijn de kosten van loon, loonheffing, pensioen en AOV doorberekend aan Subco Service B.V. In 2016 is er - voorzover de deskundige kan vaststellen - geen personeel ten behoeve van B&B Fryslan verloond. In 2017 was dit wel het geval ( [naam5] , [naam6] , [naam7] , [naam8] , [naam9] en [naam10] ). Op basis van de jaarrekening 2016 stelt de deskundige vast dat voormelde doorberekening in ieder geval voor 2016 niet kostendekkend is geweest. De verantwoorde personeelskosten 2016 bedragen € 19.832 terwijl over 2016 € 16.987,88 aan Subco Service B.V. is doorberekend (ofwel een tekort van € 2.844). Ook zijn de kosten voor de salarisverwerking door Van der Meer Accountants (kennelijk) niet aan Subco Service B.V. doorberekend. Over 2016 bedroegen de kosten voor salarisverwerking € 455,80. Ook is geen dekking verkregen voor de betaalverzuimboetes inzake de afdracht van loonheffing. Voor 2017 dient dit nog nader te worden bepaald. Omdat Subco Service B.V. een verbonden partij is, is de deskundige van mening dat de verloning van pakketbezorgers ten behoeve van Subco Service B.V. voor B&B Fryslan ten minste kostenneutraal dient te zijn.
Partijen hebben hierop tegenover de deskundige gereageerd:
Reactie B&B
[naam11] , had hier geen zicht op. [appellant] was als beherend vennoot verantwoordelijk voor de administratie en financiën. Deze kosten horen hier niet thuis of moeten minimaal kostenneutraal zijn.
Reactie [appellant]
Werknemers van Subco hebben werkzaamheden verricht in loondienst van B&B. Contracten moeten hiervan aanwezig zijn. Het is waarschijnlijk zo geweest dat zij op enig moment reeds werk uitvoerden voor B&B en nog betaald werden door Subco welke kosten verrekend werden.
Conclusie deskundige
Het in 2016 door B&B verloonde personeel was voor Subco werkzaam. De verloning ten behoeve van een verbonden partij voor B&B zou tenminste kostenneutraal moeten zijn. In 2017 is daarnaast ook personeel ten behoeve van B&B zelf verloond. Of en in hoeverre de doorbelasting aan Subco in 2017 mogelijk niet kostendekkend was, kan slechts na gedetailleerd nader onderzoek worden vastgesteld omdat in 2017 ook eigen personeel is verloond. De deskundige heeft hiervan uit kostenoverwegingen afgezien. Correctie kapitaalrekening 2016 doorberekening verloning Subco: € 2.844 ten laste van kapitaalrekening [appellant]
3.4.2.
In hun memories na deskundigenbericht gaan partijen hierop nader in. Het hof overweegt het volgende. Ook [appellant] weerspreekt niet dat de loonkosten waarom het hier gaat niet ten gunste van B&B werden gemaakt maar ten gunste van Subco. De administratiekosten daarvoor (loonverwerkingskosten) werden dus ook ten gunste van Subco gemaakt. Dat het aan [appellant] was er voor te zorgen dat deze kosten volledig terugkwamen van Subco wordt evenmin door [appellant] weersproken.
De deskundige constateert terecht dat de die kosten een zakelijk karakter missen en niet in mindering dienen te komen op het resultaat van B&B maar op de kapitaalrekening van [appellant] . Het hof zal bij de vaststelling van de omvang van de kapitaalrekening rekening houden met deze kosten.
3.5
Kosten zwaar transport [kenteken2] (€ 15.175) en [kenteken3] (€ 1.230).Ook deze aan zwaar transport ontleende kosten brengt de deskundige in mindering op de kapitaalrekening van [appellant] . Hij verwijst daartoe kortweg naar zijn hiervoor gegeven gedachtegang aangaande het handelen van [appellant] met betrekking tot zwaar transport activiteiten. Ook partijen herhalen hier wat zij daarover al eerder hebben opgemerkt. Het hof komt daarom ook ten aanzien van deze aan zwaar transport gerelateerde kosten tot het oordeel dat de vordering van B&B op dit punt onvoldoende is onderbouwd in het licht van de gemotiveerde weerspreking door [appellant] . In zoverre dient de vordering van B&B te worden afgewezen.
3.6
Administratiekosten Subco (negatief € 33.090,-), de post omzet 2016 (positief € 33.090,-) en administratiekantoor AHT (€ 7.325).
3.6.1.
De uit deze kosten voortvloeiende correcties 2016 die de deskundige toepast worden door hem in zijn rapport als volgt uitgewerkt. [appellant] is als beherend vennoot belast met de administratie en heeft dit uitbesteed aan Subco Service. Andere afspraken daarover met de overige vennoten zijn aan de deskundige niet gebleken. Dit impliceert, aldus de deskundige, dat de uitbesteding van de administratie aan Subco Service door [appellant] in het kader van zijn taakvervulling werd gedaan. Deze kosten dienen dus - voor zover deze nog niet zijn verwerkt - voor rekening van de beherend vennoot te blijven.
B&B is het daarmee eens. Volgens [appellant] is juist dat hij was belast met de administratie. Hij kreeg daarvoor een vergoeding. Omdat hij een conflict had met de belastingdienst, was [appellant] bang voor fiscaal beslag op zijn privé rekening. Om die reden heeft hij de voor hem bestemde vergoedingen door B&B laten uitbetalen aan Subco Services via declaraties. Daarmee kon aan [appellant] worden betaald zonder het risico van beslag door de belastingdienst. De kosten van Subco Services betroffen feitelijk werkzaamheden door [appellant] die niet aan zichzelf maar aan Subco Services een aan [appellant] toekomende vergoeding liet betalen. Althans dat is de verklaring die [appellant] de deskundige geeft.
De deskundige concludeert, kennis hebbend van de hiervoor beschreven reactie door [appellant] , als volgt. Het voeren van de administratie was de taak van [appellant] als beherend vennoot van B&B. De facturen van Subco inzake administratiekosten zijn niet ten laste van B&B zijn gekomen. De deskundige licht zijn conclusie als volgt toe.
Uit de administratie 2016 blijkt dat over 2016 door Subco gefactureerde administratiekosten ad € 33.090 zijn gedebiteerd op omzetrekening 8000.01
'Aandeel Adm. Subco Service'. Op deze rekening is via kruisposten wekelijks een deel van de gefactureerde weekomzet gecrediteerd tot totaal € 33.090. De grootboekrekening 8000.01 bedraagt daarmee eind 2016 nihil. Deze boekingswijze impliceert dat van de omzet die toekwam aan [appellant] € 33.090 via inkoopfacturen van Subco voor administratiekosten is 'uitbetaald'. Dit is buiten de kapitaalrekening omgegaan en verklaart ook waarom de omzet die wel via de kapitaalrekening van [appellant] is verwerkt slechts € 11.733 bedroeg. De werkelijke aan [appellant] toegerekende omzet 2016 heeft € 44.823 bedragen (€ 33.090 + € 11.733). Uit de administratie blijkt dat voor 2017 een andere route is gevolgd. De gefactureerde administratiekosten over 2017 zijn direct ten laste van de kapitaalrekening [appellant] verwerkt. De aan [appellant] toegerekende omzet 2017 bedroeg € 38.194.
3.6.2.
Het hof overweegt betreffende de hier genoemde posten (administratiekosten, omzet 2016 en administratiekantoor AHT) het volgende. Uit zowel de analyse door de deskundige als uit de standpunten van partijen volgt dat deze drie posten alleen in onderlinge samenhang kunnen worden beoordeeld. Daarbij is met name van belang dat de post omzet 2016 een positief bedrag is van € 33.090 dat door de deskundige wordt opgeteld bij de kapitaalrekening van [appellant] , terwijl de post administratiekosten van € 33.090 een negatief bedrag is dat door de deskundige in mindering wordt gebracht op de kapitaalrekening van [appellant] . Daarmee mag de analyse door de deskundige van de administratieve gang van zaken wellicht juist zijn maar of dat uiteindelijk het geval is kan in het licht van de hier vast te stellen omvang van de mogelijke vordering die B&B op [appellant] heeft in het midden blijven. Het saldo van de twee bedragen is immers nihil en de invloed daarvan op de omvang van de kapitaalrekening is dat eveneens. Wel volgt uit de analyse van de deskundige dat de kosten die zijn gemaakt ten behoeve van het administratiekantoor AHT, te weten € 7.325 zijn veroorzaakt ten behoeve van de als niet zakelijk aan te merken vrees van [appellant] voor fiscaal beslag op zijn privévermogen. In wezen vormen zij de kosten die [appellant] ten laste van B&B heeft gebracht om een zuiver privébelang te dienen. Deze kosten worden, zoals [appellant] ook erkent, terecht ten laste van de kapitaalrekening van [appellant] gebracht.
4.
De door de deskundige toegepaste correcties op de kapitaalrekening 2017.
4.1
Daarmee komt het hof toe aan de beoordeling van de door de deskundige toegepaste correcties 2017. Het gaat om de volgende posten.
Kosten KAP Advocatuur € 8.330 (negatief)
Kosten Administratiekantoor AHT € 3.525 (negatief)
Voorbelasting Volvo V40 [kenteken4] € 5.504 (negatief)
Vergrijpboete voorbelasting Volvo € 2.752(negatief)
4.2
Kosten KAP Advocatuur (€ 8.330,-)
4.2.1.
De deskundige is kort in zijn redengeving voor deze correctie:
“Deze kosten dienen - voor zover deze nog niet als zodanig zijn verwerkt - voor rekening van de vennoten [appellant] en [naam12] te blijven.”
De reactie door B&B daarop is dat als deze werkzaamheden niet voor de VOF zijn verricht de kosten daarvoor ook niet ten laste van B&B dienen te komen. B&B sluit zich daarop aan bij het standpunt van de deskundige.
[appellant] , stelt zich tegenover de deskundige op het standpunt dat hij en [naam12] deze kosten ten laste van B&B hebben gebracht, omdat zij in hun hoedanigheid als vennoten juridisch werden aangesproken door een derde.
De deskundige heeft nadat hij kennis had genomen van deze reactie door [appellant] in zijn rapport de conclusie getrokken dat de kosten van KAP Advocatuur de periode juli tot en met november 2017 betreffen, terwijl [appellant] op 7 oktober 2017 als vennoot uit B&B is getreden. Volgens de deskundige is daarmee niet duidelijk op grond waarvan de kosten voor rekening van B&B zouden moeten komen. In wezen is dat een herhaling van zijn in de aanvang genoemde standpunt.
4.2.2.
Het hof overweegt aangaande deze post als volgt. De discussie die in het vorenstaande wordt aangesneden is of de gemaakte advocaatkosten zijn gemaakt ten behoeve van [appellant] privé dan wel ten behoeve van [appellant] in zijn hoedanigheid als beherend vennoot van B&B. Die discussie is, in het licht van deze procedure, niet primair aan de orde om te komen tot zuivere jaarstukken maar om de omvang van de vordering die B&B pretendeert te hebben op [appellant] vast te stellen. Het ligt dan ook op de weg van B&B om feiten en omstandigheden aan te voeren (al dan niet ontleend aan het rapport van de deskundige) waaruit volgt dat [appellant] de hier bedoelde advocaatkosten uitsluitend ten behoeve van zijn privébelang heeft gemaakt. Het standpunt en het commentaar door B&B komt er echter, ook bij zeer welwillende lezing, op neer dat B&B het standpunt van de deskundige onderschrijft. Het standpunt van de deskundige komt er echter op neer dat de deskundige overweegt dat hem niet is gebleken dat er sprake is van zakelijke kosten en dat hij om die reden deze kosten als privé in mindering brengt. Uit een oogpunt van jaarrekeningtechniek mag die analyse juist zijn. In het licht van deze procedure, waarin B&B haar vordering op [appellant] dient te onderbouwen, zou het onverkort volgen van dit standpunt echter leiden tot een onzuivere omkering van de bewijslast, waarbij [appellant] zou moeten bewijzen dat sprake is van zakelijke kosten en niet B&B dat [appellant] deze kosten privé is aangegaan. Op dit punt laat B&B echter geheel na haar standpunt te onderbouwen, zodat het hof in het kader van het hier te voeren debat deze advocaatkosten niet in mindering zal brengen op de kapitaalrekening.
4.3
Kosten 2017 Administratiekantoor AHT (€ 3.525 (negatief))De hier genoemde kosten zijn door de deskundige op goede gronden in mindering gebracht op de kapitaalrekening van [appellant] , zoals hij ook erkent. Het hof zal de deskundige daarin volgen en verwijst voor de uitleg van dat standpunt naar zijn relevante overwegingen onder 3.6.2.
4.4
Voorbelasting Volvo V40 [kenteken4] (€ 5.504 (negatief) en vergrijpboete (€ 2.752 (negatief)).
4.4.1.
De deskundige licht de correcties gebaseerd op deze posten als volgt toe.
“De naheffing heeft deels betrekking op posten die niet aan B&B zijn toe te rekenen.”
B&B is het daarmee in haar reactie tegenover deskundige uiteraard eens. [appellant] stelt zich echter op het standpunt dat kennelijk sprake is geweest van een naheffing omzetbelasting die is gedateerd 27 december 2017. Van die naheffing stelt [appellant] dat hij niet op de hoogte was, terwijl hij op dat moment ook geen vennoot meer was. Kennelijk, aldus [appellant] , gaat het om een naheffing omzetbelasting 2013 tot en met 2016 naar aanleiding van een boekenonderzoek. Bij dat boekenonderzoek was hij niet betrokken zodat hij hierover geen uitspraak kan doen.
Kennis hebbend van deze reactie door [appellant] concludeert de deskundige in zijn rapport als volgt. De ten onrechte in de aangifte btw van B&B in aftrek gebrachte voorbelasting inzake de aanschaf van de Volvo V40 [kenteken4] ad € 5.504 en de daarmee samenhangende vergrijpboete van € 2.752 heeft niets van doen met B&B en komt daarom voor rekening van [appellant] .
4.4.2.
Het hof overweegt dienaangaande het volgende. De deskundige is na zijn onderzoek tot de hiervoor genoemde correctie gekomen. Het daartegen door [appellant] gevoerde verweer houdt niet meer in dan dat hij daarover niets kan zeggen omdat de fiscale aanslag en vergrijpboete na zijn bemoeienissen met B&B zijn binnen gekomen. Dat is naar het oordeel van het hof, in het licht van de stellige beoordeling door deskundige waarbij B&B zich aansluiten onvoldoende. Het hof zal daarom de correctie van de kapitaalrekening op dit punt handhaven en de genoemde posten in mindering brengen op de kapitaalrekening.
5.
De posten genoemd onder 2.12 waarvan de deskundige niet met voldoende zekerheid kan vaststellen of sprake is van (het ontbreken van) een voldoende zakelijk karakter
5.1
Daarmee komt het hof toe aan de beoordeling van posten die de deskundige heeft genoemd als posten waarvan hij onvoldoende zeker is of deze in mindering dienen te komen op het resultaat van B&B vanwege een daaraan toe te kennen zakelijk karakter, dan wel op de kapitaalrekening vanwege het ontbreken van een dergelijk zakelijk karakter. De deskundige legt het oordeel daarover voor aan het hof. Het gaat om de volgende posten.
Creditering RPD Pakketservice € 6.000,-
Mercedes Sprinter [kenteken1] :
- aankoop minus verkoopprijs € 7.057,-
- reparatiekosten 16 augustus 2016 en 3 maart 2017 € 3.608,-
Transportkosten Subco kostenneutraal pm
Huur auto's Subco kostenneutraal? pm
Kosten Landrover Freelander € 6.546,-
Kosten BOTA € 46.000,-
Kosten ten behoeve van Subco € 5.865,-
Onduidelijke posten € 4.001,-
Naheffing Omzetbelasting:
- privégebruik Landrover Freelander € 6.407,-
- verzuimboete 10% € 641,-
Daarnaast noemt de deskundige als afzonderlijke categorie kosten “Vermijdbare en/of onnodige kosten”, te weten
Boetes etc. aanslagen omzetbelasting € 9.949,-
Boetes etc. aanslagen loonheffing € 317,-
Boetes CJIB etc. € 6.397,-
5.2
Het hof stelt voorop dat ook voor deze posten geldt dat de verplichting tot onderbouwing daarvan rust op B&B die daarvoor eventueel kan putten uit het rapport van de deskundige. Het gaat echter om de onderbouwing van de vordering die zij stelt op [appellant] te hebben en over de omvang waarvan tussen partijen onduidelijkheid bestaat. B&B kan daarom ook voor dit deel van de onderbouwing van haar vordering niet volstaan met de constatering dat [appellant] niet heeft aangetoond dat sprake is van kosten met een zakelijk karakter. Het is B&B die feiten en omstandigheden zal moeten aanvoeren waaruit volgt dat sprake is van kosten met een niet zakelijk karakter. Reeds hier merkt het hof op dat een dergelijk niet zakelijk karakter ook zou kunnen voortvloeien uit de aard van de kosten.
5.3
Creditering RPD Pakketservice (€ 6.000,-)
5.3.1.
De deskundige heeft op pagina 6 van zijn rapport over deze post het volgende opgemerkt.
Over de periode mei 2016 tot en met april 2017 heeft RPD Pakketservice Kimswerd (verbonden partij) via credit verkoopfacturen een vergoeding van €500,- per maand ontvangen. De totale vergoeding over genoemde periode heeft €6.000,- bedragen.
De deskundige vraagt zich vervolgens af waarop de vergoeding betrekking heeft, wat
de toegevoegde waarde of zakelijke relevantie daarvan is voor B&B, hoe deze kosten formeel zijn geregeld en of deze zijn afgestemd met de overige vennoten.
B&B heeft daarop gereageerd door aan te voeren dat sprake is van een aan [appellant] verbonden partij: RPD Pakketservice. [appellant] had daarom met deze kosten zorgvuldig en transparant moeten handelen. Uit de administratie is nu niet kenbaar dat dit ook is gebeurd.
Volgens B&B heeft [appellant] de verhuur van een bus toebehorend aan RPD Pakketservice niet afgestemd met de overige vennoten terwijl hij dat wel had moeten doen.
[appellant] heeft daarop tegenover de deskundige als volgt gereageerd. RPD Pakketservice Kimswerd B.V. was eigenaar van een transportauto die door Kimswerd niet meer werd gebruikt. B&B daarentegen had, aldus [appellant] , behoefte aan de onmiddellijke beschikbaarheid van een transportauto. Om die reden zo vervolgt [appellant] heeft RPD de auto verhuurd aan B&B tegen een vergoeding van € 500,- per maand. De toegevoegde waarde of de zakelijke relevantie (business rational) voor B&B was dat deze per direct met die bus werkzaamheden kon verrichten. De aanschaf van een nieuwe bus/transportauto zou duurder zijn geweest. Een en ander is formeel geregeld door facturen die B&B ontving van Kimswerd. Dit is afgestemd met de overige vennoten, die ook de auto dagelijks bij B&B in gebruik zagen.
De deskundige heeft, kennis genomen van deze lezing door [appellant] en geconcludeerd dat hem niet is gebleken dat deze kosten onzakelijk zijn of dat [appellant] als beherend vennoot buiten zijn mandaat heeft gehandeld. De deskundige heeft deze post daarom wel genoemd maar geen correctie toegepast op de kapitaalrekening. Het is, aldus de deskundige, aan het hof om een beslissing te nemen over het al dan niet zakelijke karakter daarvan.
5.3.2.
Het hof overweegt dienaangaande het volgende. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast dat de kosten waarom het hier gaat de huur van een vrachtauto betreffen die B&B huurde van RPD Pakketservice Kimswerd (hierna kortweg: RPD). De enkele omstandigheid dat RPD een aan [appellant] ‘verbonden’ vennootschap was, is onvoldoende om de conclusie te dragen dat dus de huurkosten voor B&B geen zakelijk karakter hadden. De vrachtauto heeft wellicht een voordeel voor RPD gehad maar ook B&B had bij de huur een zakelijke en rechtstreeks belang. Het had onder die omstandigheden Op de weg van B&B gelegen nader te onderbouwen dat sprake was van een onzakelijk karakter van de huurkosten. Bijvoorbeeld doordat de hoogte van de huurprijs onzakelijk hoog was of doordat het gebruik van de auto door B&B beperkt was, terwijl de huur wel werd voortgezet. Nu B&B dat heeft nagelaten terwijl dat, ter onderbouwing van haar vordering op [appellant] wel op haar pad had gelegen, zal het hof de huurkosten niet als onzakelijk aanmerken en deze kosten niet in mindering brengen op de kapitaalrekening van [appellant] .
5.4
Kosten verband houdend met een Mercedes Sprinter [kenteken1] :
aankoop minus verkoopprijs (€ 7.057,-) en reparatiekosten (€ 3.608,-)
5.4.1.
De deskundige zegt in zijn rapport over deze kosten het volgende.
Begin 2016 zijn enkele Mercedes Sprinters gekocht van de leasemaatschappij en korte
tijd later met verlies doorverkocht aan Van der Horst Autogroep.
Een Mercedes Sprinter [kenteken5] werd 9 februari 2016 gekocht voor € 16.459,86 en 15 februari 2016 verkocht voor € 15.000, een verlies van € 1.459,86.
Op 11 juli 2016 werd een Mercedes Sprinter [kenteken1] gekocht voor € 14.557,32 van de leasemaatschappij en kennelijk door B&B in gebruik genomen. Op 1 november 2017 werd deze auto verkocht aan DUO Logistiek B.V. voor € 7.500).
Op 16 augustus 2016 factureert [naam13] voor de reparatie van de Mercedes met kenteken [kenteken1] € 607,93 (exclusief btw). Op de factuur is vermeld 'Bedrijf RPD'. De factuur is gericht aan Subco Service. Hier is een adressticker B&B overheen geplakt.
Op 3 maart 2017 factureert [naam13] voor een reparatie van de Mercedes met kenteken
[kenteken1] € 3.000 (exclusief btw). Op de factuur is vermeld 'Bestuurder [appellant] '.
Een Renault Master [kenteken6] is (kennelijk) via een huurkoopconstructie aan Jager Koeriers Steenbergen verkocht en tegen een slotbetaling van € 210 overgedragen.
Een Renault Kangoo [kenteken7] is na verrekening van de laatste kosten per 1 december 2017 overgedragen aan [naam14] Pakketservice.
B&B heeft tegenover de deskundige met betrekking tot deze posten als volgt gereageerd. Onduidelijk is waarom [appellant] deze auto's met boekverlies heeft verkocht. De partijen aan wie de auto's zijn verkocht zijn wederom aan [appellant] gelieerde partijen. Bovendien is volgens het vennootschapscontract toestemming van de overige vennoten nodig voorverkoop van voertuigen. Die toestemming is niet gegeven.
[appellant] heeft zich op het volgende standpunt gesteld. De Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken5] , is van de leasemaatschappij gekocht omdat er een contractuele verplichting bestond tot afname. Vervolgens is de auto een week later ingeruild. De garage heeft voor de auto een € 15.000,- betaald. Er is sprake van ondernemersrisico.
De Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken1] , is op 11 juli 2016 overgenomen van de leasemaatschappij en op dat moment door B&B in gebruik genomen. Op 1 november 2017 zal de auto verkocht zijn aan Duo Logistiek B.V. De auto is na aanschaf door B&B in gebruik genomen en ook gebruikt. De auto was voor 11 juli 2016 in lease bij RPD. Op het moment dat de auto bij [naam13] werd aangeboden voor reparatie stond het kenteken waarschijnlijk bij [naam13] nog geregistreerd op naam van RPD. [appellant] heeft, na ontvangst van de factuur, een adressticker van B&B Fryslan er over heen geplakt, daar de kosten ook bestemd waren voor B&B.
De reparatiefactuur van 3 maart 2017. Het kan zijn dat [naam13] op haar factuur heeft vermeld bestuurder “ [appellant] ”. Dit zal een aanduiding voor [naam13] zijn geweest dat de Mercedes Sprinter feitelijk alleen voor werkzaamheden gebruikt is voor B&B en niet door [appellant] privé.
Voor de Renault Master [kenteken6] is juist dat er een huurkoopconstructie is geweest met Jager Koeriers Steenbergen. Volgens [appellant] heeft Jager Koeriers Steenbergen maandelijks een bedrag voldaan en als slotbetaling € 210,00, waarna de bus in eigendom is overgedragen.
Voor de Renault Kangoo [kenteken8] is de conclusie dat deze per 1 december 2017 aan
Verwaaij Pakketservice zou worden overgedragen volgens [appellant] een onjuiste conclusie. De bedoeling was wel dat dit zou gaan gebeuren, dit is echter niet gebeurd vanwege het feit dat er tussen B&B Fryslan en Verwaaij een procedure heeft plaatsgevonden.
Nadat de deskundige kennis had genomen van de reacties van partijen heeft hij geconcludeerd dat het niet is gebleken dat de hier bedoelde transacties onzakelijk zijn of dat [appellant] als beherend vennoot buiten zijn mandaat uit is getreden. De verkoop van auto's vereist de toestemming van de andere vennoten maar daarop staat geen sanctie of gevolgtrekking. De afwikkeling van lease-overeenkomsten vloeit voort uit de normale bedrijfsvoering.
De deskundige heeft de met deze auto’s samenhangende kosten niet in mindering gebracht op de kapitaalrekening van [appellant] maar een beslissing daarover neergelegd bij het hof.
5.4.2.
Het hof overweegt het volgende. Vast staat dat er kosten en boekverliezen zijn gemaakt door B&B als gevolg van reparaties aan voertuigen en de verkoop daarvan. Dat in een onderneming die haar bedrijf maakt van pakketvervoer sprake is van reparatiekosten, zeker als het gaat om reparatiekosten van bescheiden omvang, is niet onbegrijpelijk of op voorhand te beschouwen als vallend buiten de normale bedrijfsvoering. Bijzondere omstandigheden waarom dat in dit geval anders zou zijn, zijn door B&B niet dan wel onvoldoende aangevoerd en ook de deskundige heeft geen of slechts zeer beperkt feitelijk onderzoek gedaan naar de noodzaak en aanleiding van de reparaties waarom het hier gaat.
Dat zou anders kunnen zijn voor de in- en verkoop van voertuigen. Daarvoor zijn dan wel bijzondere omstandigheden nodig daar ook hier geldt dat het voorhanden zijn van voertuigen een noodzakelijke voorwaarde is voor het vervoer van goederen en pakketten. De deskundige heeft getuige het feit dat hij niet is overgegaan tot een correctie van de kapitaalrekening van [appellant] die bijzondere omstandigheden niet of in onvoldoende mate kunnen vaststellen. Ook B&B laten na in hun memorie na deskundigenbericht dergelijke omstandigheden aan te voeren en ook bieden zij geen specifiek bewijs aan van concrete feiten die het bestaan van dergelijke omstandigheden meebrengen. Enkel het feit dat verkoop met verlies heeft plaatsgevonden aan met Bootsma gelieerde partijen is onvoldoende. Al met al is door B&B onvoldoende onderbouwing verstrekt om dit deel van haar vordering te kunnen dragen. Het hof zal de hier genoemde bedragen dan ook niet in mindering brengen op de kapitaalrekening.
5.5
Transportkosten Subco en huur auto’s Subco.
Beide posten zijn door de deskundige in zijn rapport wel genoemd en pm opgenomen zonder dat daaraan een bedrag is gekoppeld. De deskundige overweegt zelfs dat hem niet duidelijk is geworden waarop deze kosten betrekking hebben.
B&B heeft gereageerd dat het gaat om een aan [appellant] gelieerde partij zonder dat sprake is van afstemming met de andere vennoten. Betreffende de aard van de hier bedoelde kosten, hoe en waarom deze zijn gemaakt en in welke omvang wordt door B&B zelfs niet maar een begin van onderbouwing gegeven. Ook een aanbod tot nadere bewijsvoering ten aanzien van deze kosten ontbreekt. Het hof zal om die reden deze kosten buiten beschouwing laten bij het vaststellen van de omvang van de kapitaalrekening van [appellant] .
5.6
Kosten Landrover Freelander (€ 6.546,-)
5.6.1.
Aangaande deze kosten heeft de deskundige het volgende opgemerkt.
Deze auto wordt al vanaf 2013 door B&B ter beschikking gesteld aan [appellant] . Het ligt in de rede dat verkeersboetes - voor zover deze nog niet als zodanig zijn verwerkt - voor
rekening van de bestuurder ( [appellant] ) komen. Of deze auto als 'auto van de zaak' ten behoeve van de beherend vennoot door de overige vennoten is geaccepteerd heeft de deskundige niet vastgesteld. De auto is eind 2016 verdwenen. Wat daarmee is gebeurd en waarom er geen verkoopopbrengst is vinden is door de deskundige niet onderzocht.
B&B heeft daarop tegenover de deskundige gereageerd het inderdaad een auto betreft die privé door [appellant] werd gebruikt. Door de overige vennoten is hiervoor geen toestemming gegeven. Verkeersboetes komen voor rekening van de veroorzakende vennoot, in dit geval [appellant] .
[appellant] heeft tegenover de deskundige gereageerd met de mededeling dat de Landrover Freelander al bij hem in gebruik was vanaf 2013. Deze is van de ene naar de andere onderneming overgegaan. Uiteraard werd dit door de andere vennoten geaccepteerd.
[appellant] maakte dagelijks van de auto gebruik voor zakelijke activiteiten. Eind 2016 verdween de auto omdat de overeenkomst met de leasemaatschappij eindigde. Het restant bedrag dat nog moest worden voldaan bedroeg ongeveer € 15.000. [appellant] heeft dit
bedrag uit zijn privé vermogen betaald.
De deskundige heeft na kennisneming van de standpunten van partijen in zijn rapport het volgende geconcludeerd. Verkeersboeten zijn in 2016 ten laste van de kapitaalrekening van [appellant] gebracht (in 2016 totaal € 998). De auto wordt sinds 2013 gebruikt en de kosten
daarvan (zoals verzekering) kwamen ten laste van B&B. De gebruikskosten vanaf 1 januari 2016 dienen niet ten laste van de kapitaalrekening van [appellant] te komen terwijl deze kosten in de jaren daarvoor ten laste van B&B kwamen en dit kennelijk werd geaccepteerd door de overige vennoten die de jaarrekeningen tot en met 2015 hebben vastgesteld en goed gekeurd. De deskundige ziet geen aanleiding voor correcties van de kapitaalrekening van [appellant] .
5.6.2.
Het hof maakt de overwegingen van de deskundige die consistent en concludent zijn tot de zijne en neemt die over, zodat het hof van oordeel is dat er voor wat betreft deze kosten geen sprake dient te zijn van het verminderen van de kapitaalrekening van [appellant] .
5.7
Kosten BOTA (€ 46.000,-)
5.7.1.
BOTA is een verbonden partij, waarmee kennelijk wordt bedoeld dat [appellant] daarin enig belang heeft. Een deugdelijke onderbouwing van die verbondenheid ontbreekt echter. Betreffende 2016 en 2017 zijn opslag- en huurkosten in rekening gebracht aan B&B. Het is niet duidelijk waarop deze kosten betrekking hebben en of zij zakelijke relevantie hadden voor B&B. De deskundige heeft daarnaar verder geen onderzoek gedaan.
De reactie van B&B tegenover de deskundige is dat deze activiteiten nimmer zijn afgestemd door [appellant] met de overige vennoten.
De reactie van [appellant] tegenover de deskundige is dat van BOTA een loods werd gehuurd, ten behoeve van B&B voor het stallen en de reparaties van auto's van B&B.
[appellant] meent dat er in het verleden een schriftelijke huurovereenkomst is opgesteld, maar hij heeft daarover niet meer de beschikking. Volgens [appellant] is een en ander is afgestemd met de overige vennoten. Partijen wisten dat de bedrijfsauto's zich bevonden in de loods van BOTA en dat hier ten behoeve van B&B werkzaamheden werden verricht.
Na kennisneming door de deskundige van deze partijstandpunten concludeert de deskundige als volgt. De deskundige heeft vastgesteld dat de huurkosten in 2016 ten laste van de kantoorkosten zijn geboekt (grootboekrekening 4000) en in 2017 ten laste van 'Huur bedrijfswagens' (rekening 4003). De opslagkosten zijn zowel in 2016 als in 2017 op de grootboekrekening 'Algemeen onderhoud' geboekt (rekening 0701). Het is de deskundige niet gebleken dat voormelde kosten onzakelijk zijn of dat [appellant] onbevoegd was om deze huur te regelen.
5.7.2.
Het hof overweegt daarover het volgende. Vast staat dat de gehuurde loods door de vennoten werd gebruikt voor het stallen en uitvoeren van reparaties van hun voertuigen. Daarnaast gaat het om een groot bedrag dat opvalt op de jaarrekeningen die door de vennoten tot en met 2015 zijn vastgesteld en goedgekeurd. Daarmee ontvalt de waarde aan het door B&B aangevoerde argument dat de vennoten aan deze al jaren bestaande situatie hun instemming niet hadden gegeven. Dat argument heeft in het licht van de bedrijfsvoering waarmee de vennoten op de hoogte waren een wat gezocht karakter. Ook de deskundige ziet geen aanleiding het hier bedoelde bedrag in mindering te brengen op de kapitaalrekening van [appellant] . Het hof zal dat ook bij de vaststelling van de omvang van die kapitaalrekening niet doen.
5.8
Kosten ten behoeve van Subco (€ 5.865,-) en “onduidelijke” kosten (€ 4.001,-).
Voor de aard en omvang van de hier bedoelde posten ontbreekt in het rapport van de deskundige een uitwerking, en ook B&B hebben zelfs geen begin van onderbouwing of zelfs maar een bewijsaanbod naar voren gebracht. Het hof zal evenals de deskundige heeft gedaan deze posten buiten beschouwing laten, bij het vaststellen van de omvang van de kapitaalrekening van [appellant] .
5.9
Naheffing omzetbelasting voor privégebruik Landrover Freelander (€ 6.407,-) en een verzuimboete van 10% (€ 641,-)
Op zich gaat het hier om een uit een fiscaal boekenonderzoek naar voren gekomen naheffing met verzuimboete. [appellant] heeft niet weersproken dat sprake is geweest van een naheffing met boete en evenmin dat deze voortvloeide uit het privégebruik door [appellant] van de Landrover Freeman. De deskundige heeft in zijn rapport geconcludeerd dat het bij deze naheffing gaat om ten onrechte in aftrek gebrachte voordruk btw van een auto die als ‘auto van de zaak’ werd gebruikt. Ook dit feit staat tussen partijen niet ter discussie.
Het hof overweegt daarover het volgende. Het betreft hier in wezen een correctie voor een door B&B in het verleden ten onrechte genoten voordeel (de aftrek van ten onrechte betaalde btw als voordruk). Dit ten onrechte genoten voordeel moest vanwege het boekenonderzoek worden terugbetaald met boete. Een normale gang van zaken. In redelijkheid valt niet in te zien waarom het voordeel (vooraftrek btw) ten gunste van het resultaat van B&B zou komen, terwijl het nadeel het terugbetalen daarvan in mindering zou dienen te komen op de kapitaalrekening van [appellant] . De boete volgt daarin de fiscale heffing. Dit tenzij B&B zouden stellen en onderbouwen dat het ten onrechte genieten van aftrek van btw destijds onrechtmatig handelen door [appellant] opleverde. Voor die grondslag heeft B&B echter onvoldoende aangevoerd.
Het hof zal bij de vaststelling van de omvang van de kapitaalrekening van [appellant] geen rekening houden met de hier bedoelde fiscale posten.
5.1
Diverse boetesDaarnaast noemt de deskundige “Vermijdbare en/of onnodige kosten”, te weten
Boetes etc. aanslagen omzetbelasting € 9.949,-
Boetes etc. aanslagen loonheffing € 317,-
Boetes CJIB etc. € 6.397,-
Een deugdelijke uitwerking of onderbouwing of specificatie van de hier genoemde verzamelposten ontbreekt in zowel het rapport van de deskundige als in de antwoordmemorie na deskundigenbericht van B&B. Het hof kan daarmee de aard van de boetes, niet vaststellen, de afzonderlijke omvang van die boetes maar ook niet wie die boetes hebben veroorzaakt. Wegens een gebrek aan een deugdelijke onderbouwing, zal het hof ook deze posten buiten beschouwing laten bij het vaststellen van de omvang van de kapitaalrekening van [appellant] .
6.
De herberekening van de omvang van de kapitaalrekening van [appellant] , rekening houdend met de beslissingen van het hof.
6.1
Bij het hierna te geven oordeel over de omvang van de kapitaalrekening van [appellant] strekt, uitgaande van de hiervoor gegeven beoordeling tot het volgende door het gemaakte overzicht:
Stand 31 december 2015
7.977
Verschil beginbalans
3
Privé-opnamen 2016
- 14.291
Privé-kosten 2016
- 7968
- 22.259
Kosten Volvo [kenteken4]
- 5.213
Eigen risico
-29
Omzet
11.733
Saldo winst
6.491
Stand 31 december 2016 ongecorrigeerd
-
7.788
Correcties 2016 (rekening houdend met oordelen hof)
Punt 3 – Vordering zwaar transport
-
Punt 4 – Boekverlies zwaar transport
-
Punt 5 – Doorberekening verloning Subco
- 2.844
Punt 5 – Salarisverwerkinig t.b.v. Subco
-456
Punt 8 – Kosten zwaar transport [kenteken2]
-
Punt 8 – Kosten zwaar transport [kenteken3]
-
Punt 9 – Omzet 2016
33.09
Punt 9 – Administratiekosten Subco
-33.09
Punt 18 – Kosten Administratiekantoor AHT
-7.325
- 10.625
Stand 31 december 2016 gecorrigeerd
-
18.413
Privé-opnamen 2017
- 9.264
Privé-kosten 2017
- 1.239
- 10.503
Kosten Volvo [kenteken4]
- 5.092
Uitbesteed administratiewerk Subco
- 20.000
Omzet
38.194
Saldo winst
13.102
Overnemen lease (geboekt via kruisposten)
3.29
Verschil beginbalans (31/12/206 – 7788; 1/1/2017 – 8.534)
- 745
Correcties 2017 (rekening houdend met oordelen hof)
Punt 17 – Kosten KAP Advocatuur
-
Punt 18 – Kosten Administratiekantoor AHT
- 3.525
Punt 23 – Voorbelasting Volvo V40 [kenteken4]
- 5.504
Punt 23 – Vergrijpboete voorbelasting Volvo
- 2.752
- 11.781
Correcties die de deskundige aan het hof heeft voorgelegd
Creditering RPD Pakket Service
Kosten in verband met Mercedes Sprintyer [kenteken1]
-
Kosten verband houdend met Subco
-
Kosten en fiscale vorderingen Landrover Freelander
-
Kosten BOTA
-
Onduidelijke posten
-
Diverse Boetes
-
Stand 31 december 2017 gecorrigeerd
-
25.05
6.2
Uit het vorenstaande volgt dat het hof, uitsluitend in het kader van het vaststellen van de omvang van de vordering waarvan B&B in deze procedure betaling door [appellant] vorderen de omvang van de kapitaalrekening van B&B per 31 december 2017 vaststelt op € 25.050,-. Duidelijkheidshalve benadrukt het hof hier dat daarmee weliswaar de omvang van de vordering van B&B op [appellant] is vastgesteld maar dat op voor de vennootschap in haar verhouding tot haar overige vennoten de omvang van de kapitaalrekening of haar samenstellende delen vast staat. Uitsluitend aangaande rechtsverhouding tussen B&B en [appellant] wordt hier een beslissing gegeven.

7.Slotsom

7.1
Uit het vorenstaande volgt dat de grieven 2 tot en met 4 van [appellant] ten dele slagen en dat het vonnis van 8 april 2020 dat de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, tussen partijen heeft gewezen zal worden vernietigd voor zover [appellant] daarin is veroordeeld om aan B&B te betalen een bedrag van € 294.410,00 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van 17 december 2018. Het hof zal voor wat betreft de ingangsdatum van de wettelijke rente de door de rechtbank in toegewezen ingangsdatum hanteren. Nu de hoofdvordering wordt vernietigd kan ook de proceskostenveroordeling in eerste aanleg gewezen niet in stand blijven. Ook in zoverre volgt vernietiging van het genoemde vonnis. Nu partijen over een weer uiteindelijk vergaand in het ongelijk zijn gesteld zal het hof de proceskosten in eerste aanleg compenseren in die zin dat ieder der partijen haar eigen kosten draagt. Daarbij oordeelt het hof mede van belang dat weliswaar B&B op de meeste in het ongelijk is gesteld maar dat de onduidelijkheid die deze procesgang nodig heeft gemaakt vergaand voor rekening van [appellant] kwam die als beherend vennoot verantwoordelijk was voor de administratie en de daaraan te ontlenen jaarstukken.
Het hof zal de proceskostenveroordeling in eerste aanleg opnieuw dienovereenkomstig vaststellen. De proceskosten in hoger beroep worden ook gecompenseerd evenals de kosten van de deskundige in die zin dat ieder van partijen deze voor de helft draagt.
7.2
Tegen de veroordeling van [appellant] in de beslagkosten (€ 3.345) is geen afzonderlijke grief gericht en ook uit het onderhavige arrest volgt dat door B&B terecht beslag is gelegd. Het hof zal het vonnis daarom in zoverre in stand laten.

8.De beslissing

Het hof recht doende in hoger beroep:
vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van 8 april 2020 van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, waartegen dit hoger beroep is gericht;
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [appellant] om aan B&B te betalen een bedrag van € 25.050,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 17 december 2018;
veroordeelt [appellant] in de beslagkosten tot op heden begroot op € 3.345,02;
compenseert de proceskosten in zowel eerste aanleg als hoger beroep in die zin dat ieder van partijen haar eigen kosten draagt daaronder begrepen de kosten voor de deskundige;
het hof wijst af wat anders of meer is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mr. G. van Rijssen, mr. O.E. Mulder en mr. J. Smit en is door de rolraadsheer in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag
10 december 2024.