Uitspraak
T&T
Luchthaven Lelystad
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft T&T Onroerend Goed Beheer B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland, dat op 4 september 2024 is uitgesproken. De zaak betreft de ontruiming van twee percelen, Arendsweg 33 en 35 in Lelystad, na het beëindigen van de erfpacht. De voorzieningenrechter had T&T veroordeeld tot het aanvragen van een sloopvergunning voor de hangar op perceel 33 en tot ontruiming van beide percelen. T&T is het niet eens met deze uitspraak en vordert dat de veroordeling tot sloop en ontruiming wordt afgewezen, met een verzoek om verlenging van de oplevertermijn van twee naar zes maanden.
Het hof heeft vastgesteld dat de erfpachtrechten van T&T zijn geëindigd en dat Luchthaven Lelystad, als eigenaar van de percelen, recht heeft op ontruiming. Het hof oordeelt dat het spoedeisend belang van Luchthaven Lelystad bij de ontruiming voldoende is, aangezien T&T sinds de beëindiging van de erfpacht zonder recht of titel gebruik maakt van de percelen. Het hof wijst de grieven van T&T af en bevestigt de veroordeling tot ontruiming, waarbij T&T wordt verplicht om binnen twee maanden na betekening van het arrest de sloopwerkzaamheden te verrichten en de percelen in de juiste staat op te leveren.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de erfpachter bij beëindiging van de erfpacht en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen. T&T wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep, inclusief nakosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de veroordelingen ook ten uitvoer kunnen worden gelegd voordat er een definitieve uitspraak van de Hoge Raad is.