Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Omvang van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
een vuurwapen (een omgebouwd gaspistool), merk Zoraki, type M917,
een vuurwapen (een omgebouwd gaspistool), merk Zoraki, type M906, kaliber 7.65 mm, zijnde een vuurwapen van categorie III en/of
een vuurwapen (een omgebouwd gaspistool), merk Ekol, type Major, kaliber 7.65 mm, zijnde een vuurwapen van categorie III en/of
9 kogelpatronen, kaliber .380 mm auto, zijnde munitie van categorie III en/of
4 kogelpatronen, kaliber .32 auto (7.65 mm br), zijnde munitie van categorie III en/of
45 patronen, merk Geco, kaliber 3.80 automaat, zijnde munitie van categorie III en/of
325 patronen, merk Geco, kaliber 3.80 automaat, zijnde munitie van categorie III en/of
12 patronen, merk en kaliber onbekend, zijnde munitie van categorie II/III en/of
6 patronen, merk Geco, kaliber 3.80 automaat, zijnde munitie van categorie III en/of
1 patroon, merk Geco, kaliber 7.65 mm, zijnde munitie van categorie III,
13 werpmessen, zijnde wapens van categorie III en/of
3 stroomstootwapens, zijnde wapens van categorie II en/of
4 busjes pepperspray, zijnde wapens van categorie II
4 valmessen en/of een stiletto, zijnde wapens van categorie I onder 1 en/of
24 boksbeugels, zijnde wapens van categorie I onder 3 en/of
3 werpsterren, zijnde wapens van categorie I onder 3 en/of
een zwaard met een handvat als zijnde een boksbeugel, zijnde een wapen van categorie I onder 3 en/of
een ploertendoder, zijnde een wapen van categorie I onder 3 en/of
3 vilmessen, zijnde wapens van categorie I onder 3 en/of
een pas met daarin een mes, zijnde een wapen van categorie I onder 4,
Vrijspraak voorbedachte raad
Overweging met betrekking tot het bewijs
‘Ik zette het wapen tegen mijn hoofd en dreigde mijzelf door het hoofd te schieten (….) Ik weet niet precies wat er vervolgens gebeurde, of hij of de ander naar mij greep. De heer [slachtoffer 2] zei steeds doe maar, doe maar. Ik draaide mij om en toen “poem”. Waarom ik ook nog op de heer [slachtoffer 2] schoot die wegrende? Dat weet ik niet. De vrouw van de heer [slachtoffer 2] had mij gebeld met de mededeling dat ik het huis uit moest en toen stonden ze ineens voor de deur.’
’Er kwamen net gewoon twee mannen mijn huis in. Ik heb toen die ene gast door zijn kop geschoten en die andere heb ik ook op zijn hoofd geraakt en hij liep met een bebloed hoofd weg’, ‘Maar ik heb net wel twee mensen neergeschoten die in mijn woning kwamen’en
‘Ik heb op ze geschoten. Ik heb al twee mensen geschoten’.
Bewezenverklaring
een vuurwapen (een omgebouwd gaspistool), merk Zoraki, type M917,
een vuurwapen (een omgebouwd gaspistool), merk Zoraki, type M906, kaliber 7.65 mm, zijnde een vuurwapen van categorie III en/of
een vuurwapen (een omgebouwd gaspistool), merk Ekol, type Major, kaliber 7.65 mm, zijnde een vuurwapen van categorie III en/of
9 kogelpatronen, kaliber .380 mm auto, zijnde munitie van categorie III en/of
4 kogelpatronen, kaliber .32 auto (7.65 mm br), zijnde munitie van categorie III en/of
45 patronen, merk Geco, kaliber 3.80 automaat, zijnde munitie van categorie III en/of
325 patronen, merk Geco, kaliber 3.80 automaat, zijnde munitie van categorie III en/of
12 patronen, merk en kaliber onbekend, zijnde munitie van categorie II/III en/of
6 patronen, merk Geco, kaliber 3.80 automaat, zijnde munitie van categorie III en/of
1 patroon, merk Geco, kaliber 7.65 mm, zijnde munitie van categorie III,
13 werpmessen, zijnde wapens van categorie III en/of
3 stroomstootwapens, zijnde wapens van categorie II en/of
4 busjes pepperspray, zijnde wapens van categorie II
4 valmessen en/ofeen stiletto, zijnde wapens van categorie I onder 1 en/of
24 boksbeugels, zijnde wapens van categorie I onder 3 en/of
3 werpsterren, zijnde wapens van categorie I onder 3 en/of
een zwaard met een handvat als zijnde een boksbeugel, zijnde een wapen van categorie I onder 3 en/of
een ploertendoder, zijnde een wapen van categorie I onder 3 en/of
31 vilmessen, zijnde een wapensvan categorie I onder 3en/of
een pas met daarin een mes, zijnde een wapen van categorie I onder 4,
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Doodslag.
Poging tot doodslag.
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
holdinggeboden wordt, zodat hij zijn identiteit stapsgewijs zal kunnen verstevigen en hij zijn verslavingsgevoeligheid uiteindelijk blijvend onder controle krijgt. Resocialisatie zal zeer geleidelijk moeten worden opgebouwd en moet goed gemonitord verlopen. Er is een forensisch kader nodig met het oog op risicopreventie en -management. Een zorgmachtiging dan wel oplegging van terbeschikkingstelling met voorwaarden zijn niet toereikend. De deskundigen adviseren daarom de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen.
Inbeslaggenomen goederen
Vordering van de benadeelde partij [nabestaande 1]
Vordering van de benadeelde partij [nabestaande 2]
Vordering van de benadeelde partij [nabestaande 3]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [nabestaande 1]
€ 20.000,- (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [nabestaande 2]
€ 20.000,- (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [nabestaande 3]
€ 17.725,- (zeventienduizend zevenhonderdvijfentwintig euro) bestaande uit € 225,- (tweehonderdvijfentwintig euro) materiële schade en € 17.500,- (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 26.477,86 (zesentwintigduizend vierhonderdzevenenzeventig euro en zesentachtig cent) bestaande uit € 1.477,86 (duizend vierhonderdzevenenzeventig euro en zesentachtig cent) materiële schade en
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.