Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Interval Services B.V. in liquidatie,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Wellicht ten overvloede, een aanstelling binnen HU/CO lijkt nu het meest logisch gezien de activiteiten, dat wil niet zeggen dat ik een aanstelling binnen Interval Services BV wil uitsluiten”.
For the time being heeft het overigens mijn voorkeur om dat te doen met Interval als uitvalsbasis, met detachering naar de HU, maar over de omgekeerde weg valt te praten. Ergens in de loop van 2006 valt dan de keuze voor een definitieve vormgeving en positionering van de studentbemiddeling inclusief een eventuele positie van jou hierbinnen”.
“
Voor de [functie] geldt een pensioenregeling conform de aan de [functie] uit te reiken pensioenbrief, een en ander afhankelijk van aanvaarding door de betreffende verzekeringsmaatschappij. ”
de nadrukkelijke verplichting om gelijkheid in beloningsvorm te creëren tussen de Stichting HU en haar vennootschappelijke relatie met Interval Services B.V.” een addendum ondertekend, waarin de eerder geldende bonusregeling van [appellant] wordt vervangen door een structurele eindejaarsuitkering conform de regelingen in de CAO HBO. Er staat dat de wijziging “
strikt en alleen” hierop betrekking heeft.
“
De pensioentoezegging is conform de bepaling in de arbeidsovereenkomst, waarin wordt verwezen naar een middelloonregeling. De pensioenaanspraken die zijn opgebouwd vóór 1 januari 2012 zijn meegenomen en worden door een eenmalige koopsom afgefinancierd. Zover mogelijk is getracht aansluiting te vinden bij de pensioenregeling van het ABP.”
Bedoeling van deze offerte is het aanbieden van een pensioenregeling die verglijkbaar is met de regeling zoals de pensioenregelingen van ABP zoals deze geldt voor medewerkers van het hoger onderwijs. (…)
Bij de memo zit een overzicht met vergelijking van de offerte van Zwitserleven met de ABP-regeling.
“de jaren (anciënniteit) die je vanaf 1 juli 2002 hebt opgebouwd (…) meetellen bij eventuele aanspraken binnen[HU]
.”
(i) primair: nakoming van de pensioenovereenkomst door Interval
(ii) subsidiair: handelen in strijd met goed werkgeverschap door Interval en/of HU
(iii) meer subsidiair: onrechtmatige daad gepleegd door HU.
(concept-)arbeidsovereenkomst waarmee hij akkoord is gegaan. Daarin staat met zoveel woorden dat een pensioenregeling zal gelden conform een uit te reiken pensioenbrief, afhankelijk van aanvaarding door de betreffende verzekeringsmaatschappij. Ook als [appellant] weinig van pensioenen wist, zoals hij stelt, moet uit die formulering toch duidelijk zijn dat er geen ABP-pensioen zou gelden. Zijn opmerking bij artikel 6 bij de concept-arbeidsovereenkomst (door verwijzing naar een eerdere opmerking) dat hij advies wilde of dit minimaal in lijn was met de CAO HBO valt anders ook niet te plaatsen. Als hij ABP-deelnemer zou (kunnen) worden zou deze opmerking bij de pensioenbepaling inhoudsloos zijn. [appellant] is dus door ondertekening van de arbeidsovereenkomst akkoord gegaan met een pensioenregeling conform een uit te reiken pensioenbrief, waarvan hij mocht verwachten dat deze minimaal in lijn was met de ABP-regeling.
in hoofdlijnen vergelijkbaar is” met de ABP-regeling, met dien verstande dat er sprake is van een rendementsverdelingsregeling waardoor de uitkering onder het Zwitserlevenpensioen hoger kan uitvallen, zonder dat dit zeker is. Ook hier geldt dat uit deze notitie niet kan worden afgeleid dat sprake is van een identieke regeling of een regeling die tenminste het ABP-resultaat garandeert. Het addendum uit 2011 waarop [appellant] zich nog beroept maakt de uitleg van de pensioenafspraak niet anders. Daarin staat immers uitdrukkelijk dat het “
strikt en alleen” gaat om de bonusregeling. Weliswaar staat in het addendum in de overwegingen vooraf dat het wijzigingsvoorstel is gebaseerd op de
“nadrukkelijke verplichting om gelijkheid in beloningsvormen te creëren” tussen HU en Interval (conform de CAO HBO), maar [appellant] heeft niet voldoende toegelicht hoe dit leidt tot een uitleg van de pensioenafspraak zoals hij die ziet. [appellant] stelt ook niet dat er bij het overeenkomen van het addendum is gesproken over het pensioen. Dit betekent dat een verderstrekkende bedoeling uit het addendum niet worden afgeleid.
alle arbeidsvoorwaarden”. [appellant] heeft niet toegelicht wat zijn belang (na de erkenning van HU ten aanzien van de jubileumuitkering) bij die verderstrekkende vordering is. Het hof wijst deze daarom af.