ECLI:NL:GHARL:2024:7579

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
9 december 2024
Zaaknummer
P24-282
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland inzake verlenging van terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 8 juli 2024, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1942, verblijft al bijna tien jaar in een zorginstelling en heeft geen incidenten of onbegeleidbaarheid vertoond. De raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde heeft verzocht om de verlenging af te wijzen of, subsidiair, met één jaar te verlengen. Het openbaar ministerie heeft echter gepleit voor bevestiging van de beslissing van de rechtbank, gezien het recidivegevaar en de noodzaak om de samenleving te beschermen. Het hof heeft de conclusies van de deskundige overgenomen, die een hoog recidivegevaar inschatte, ondanks de hoge leeftijd van de terbeschikkinggestelde. Het hof heeft geoordeeld dat de verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en dat de belangen van de terbeschikkinggestelde niet zwaarder wegen dan de belangen van de maatschappij. De beslissing houdt in dat er voor de volgende verlengingszitting een rapportage van een psychiater met expertise voor ouderen gewenst is, om het actuele recidiverisico en risicomanagement te evalueren.

Uitspraak

TBS P24/282
Beslissing van 5 december 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1942,
verblijvende in [zorginstelling] te [plaats]
(hierna: [zorginstelling] ),
verder te noemen de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 8 juli 2024. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 10 juli 2024 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- het voortgangsverslag van 25 juli 2024;
- de aanvullende informatie van Reclassering Nederland, zijnde het voortgangsverslag van
6 november 2024.
Het hof heeft ter zitting van 21 november 2024 gehoord de advocaat-generaal,
mr. I.M. Muller, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw,
mr. H.M. Terpstra, advocaat te Leeuwarden.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsvrouw heeft primair verzocht de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van één jaar en daarbij ten overvloede te overwegen om een volgend pro justitia onderzoek te laten uitvoeren door een andere psycholoog dan A.J. de Groot. De terbeschikkingstelling duurt al zestien jaar, waarvan de terbeschikkinggestelde al bijna tien jaar bij [zorginstelling] verblijft. Er is nooit sprake geweest van incidenten of onbegeleidbaarheid en het recidiverisico wordt ingeschat als laag binnen de huidige context. Het ouder worden van de terbeschikkinggestelde gaat gepaard met verlaging van het recidiverisico. Met de ouderdom van de terbeschikkinggestelde wordt geen rekening gehouden bij de inschatting van het recidiverisico uit zorg. De proportionaliteit begint te schuren. Daarnaast is het goed om een vinger aan de pols te houden ten aanzien van de woonsituatie van de terbeschikkinggestelde. Hij moet hoe dan ook voor 1 januari 2025 vertrekken bij [zorginstelling] .
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Er is sprake van stoornissen en een hoog recidiverisico uit zorg. De samenleving dient te worden beschermd. Het belang van de samenleving prevaleert boven het persoonlijk belang van de terbeschikkinggestelde. Het is niet de verwachting dat de terbeschikkingstelling over één jaar al kan worden beëindigd.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging.
Indexdelicten
Het gerechtshof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, heeft aan de terbeschikkinggestelde bij arrest van 16 juni 2008 de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd voor het met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd. Het hof heeft daarbij vastgesteld dat dit misdrijven zijn die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De maatregel is daarom niet in duur beperkt. Op 19 juni 2023 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het Pro Justitia rapport van psycholoog A.J. de Groot van 13 april 2024 volgt dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en enige vermijdende trekken, waarbij de expressie de laatste jaren milder is geworden. Binnen de psychoseksuele dimensie is onderbouwing voor een pedofiele stoornis van het niet exclusieve type. De rapporteur schat het gevaar op herhaling van pedoseksuele delicten bij jong puberale jongens uit zorg in als hoog. Ingeschat wordt dat de terbeschikkinggestelde, ondanks zijn hoogbejaarde leeftijd, nog in staat is om te komen tot pedoseksueel delictgedrag, te meer omdat hij nog mobiel en vitaal is. De pedofiele geaardheid vormt hierbij een duurzame risicofactor, ook nu de libidineuze aandrang/seksuele preoccupatie wat verminderd lijkt. Het hof neemt de conclusies van de deskundige over en maakt die tot de zijne.
Verlenging
Op grond van deze gegevens stelt het hof vast dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van stoornissen en dat vanwege het recidivegevaar de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist.
Proportionaliteit
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 1 juli 2008 en loopt inmiddels meer dan zestien jaren. Het hof is van oordeel dat bij een afweging tussen de belangen van de terbeschikkinggestelde en die van de maatschappij, het belang van de terbeschikkinggestelde, naarmate de maatregel langer duurt, steeds zwaarder dient te wegen. Anders dan de raadsvrouw is het hof echter van oordeel dat van disproportionaliteit in het onderhavige geval geen sprake is. Naast het tijdsverloop in relatie tot de ernst van de indexdelicten, moet namelijk ook de aard van de stoornis en de ernst van het recidivegevaar in aanmerking worden genomen.
Duur van de verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
De terbeschikkinggestelde verblijft sinds april 2015 bij [zorginstelling] . Hij heeft het daar naar zijn zin en heeft aangegeven daar te willen blijven wonen. De terbeschikkinggestelde houdt zich goed aan de afspraken. Omdat het contract tussen [zorginstelling] en het Ministerie van Justitie en Veiligheid per 1 januari 2025 eindigt, moet uiterlijk per die datum voor de terbeschikkinggestelde een passend alternatief worden gevonden en dat is nog niet gelukt. De casus is de afgelopen maanden bij verschillende instellingen (anoniem) voorgelegd, maar dit heeft nog niet tot een met [zorginstelling] vergelijkbare plaatsing geleid. De reclassering is daarover in contact met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, maar ook dat heeft nog niet tot resultaat geleid.
Gelet op deze onduidelijkheid, acht het hof het gewenst dat de voortzetting van de maatregel op kortere termijn dan na twee jaren aan de verlengingsrechter wordt voorgelegd. Daarbij merkt het hof op dat aan deze verlenging met een termijn van één jaar niet de verwachting mag worden ontleend dat na verloop van dat jaar de terbeschikkingstelling zal worden beëindigd of de terbeschikkingstelling opnieuw slechts met een termijn van één jaar zal worden verlengd.
Het hof acht het bovendien gewenst dat voor de volgende verlengingszitting bij de rechtbank over de terbeschikkinggestelde wordt gerapporteerd door een psychiater, bij voorkeur door een psychiater met expertise voor ouderen met name over het dan actuele recidiverisico en risicomanagement .

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van
8 juli 2024 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde];
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
één jaar.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. J. Steenbrink en mr. E.A.K.G. Ruys, raadsheren,
drs. D.M.L. Versteijnen en drs. J.L.M. Dinjens, raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman, griffier,
en op 5 december 2024 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Holland en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.