Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[naam1] Notarissen
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Feiten
4.Het oordeel van het hof
.
- Op 22 november 2017 heeft de Hoornse Makelaardij namens partijen bij de geldlening aan de notaris bericht dat de lening de vorm van een achtergestelde lening zou krijgen en dat de voorwaarden daarvan nog nader aan de notaris bekend zouden worden gemaakt;
- Op 1 december 2017 heeft de notaris na contact met de (vertegenwoordiger van de) eerste hypotheekhouder per e-mail aan [naam2] gemeld dat een tweede hypotheek op de [adres2] als zekerheid voor de lening van B&S niet mogelijk was en daarbij verzocht dat met B&S te bespreken. [naam2] heeft, zoals gesuggereerd door de notaris, deze mail doorgestuurd aan de Hoornse Makelaardij.
- Op 6 december 2017 is na overleg tussen partijen de notaris per e-mail van de Hoornse Makelaardij van de voorwaarden van de lening op de hoogte gesteld;
- Op 15 december 2017 heeft de notaris het concept voor de notariële akte van geldlening aan partijen, waaronder B&S, toegestuurd;
- Op 19 december 2017 heeft [naam3] van DBS namens B&S op het concept voor de notariële akte van geldlening gereageerd. Hij heeft de notaris per e-mail, met c.c. aan bestuurder [naam4] van B&S, verzocht in deze akte ook een zogenaamde positieve/negatieve hypotheekverklaring ten gunste van B&S op te nemen;
- In de reactie per e-mail van dezelfde dag aan [naam3] , met een c.c. aan beide bestuurders van B&S, heeft de notaris opnieuw bevestigd dat B&S en [naam2] ervoor hebben gekozen geen hypothecaire zekerheid voor de lening op te nemen, maar te volstaan met uitsluitend een notariële geldlening.