Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van [appellant] ;
- het anticipatie-exploot van [geïntimeerde] ;
- de brief van mr. Van der Aa van 13 augustus 2024 met het verzoek zich uit te mogen laten over de ontvankelijkheid van het hoger beroep;
- de akte uitlaten ontvankelijkheid hoger beroep van [appellant] ;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] .
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil en de procedure bij de rechtbank
4.Het oordeel van het hof
nietdoor een uitdrukkelijk dictum omtrent enig deel van het gevorderde een einde aan het geding heeft gemaakt. Het is niet aan de hoger beroepsrechter om daarop een uitzondering te maken. De rechtszekerheid staat daaraan in de weg.
‘het gevorderde’in dit verband wordt bedoeld ‘
de rechtsvordering die inzet van het geding is’. [1] Daartoe behoren niet
‘op de voortgang of instructie van de zaak betrekking hebbende vorderingen’, zoals de vordering tot het bevelen van een deskundigenonderzoek.
2.22 (...) De rechtbank zal vordering B2 in zoverre toewijzen dat partijen binnen twee weken na dit vonnis concreet moeten maken precies welke boekingen / opnamen zij in twijfel trekken en waarom en waarvan ze om die reden de onderliggende stukken willen zien, waarna de ander partij binnen zes weken na het verzoek daarvan een kopie dient te verstrekken. Deze toewijzing betreft alle jaren. (...)
De rechtbank
partijen binnen twee weken na dit vonnis concreet moeten benoemen precies welke boekingen / opnamen zij in twijfel trekken en waarom en waarvan ze om die reden van de andere partij onderliggende stukken willen zien;
de andere partij binnen zes weken na het verzoek een kopie dient te verstrekken van de onderliggende stukken,
partijen binnen vier weken na het verstrekken van de onderliggende stukken aan Flynth opgaaf doen van:
de correcties waar zij het over eens zijn en welke daarom doorgevoerd moeten worden;
de correcties waar zij het niet over eens zijn met overlegging van de onderliggende stukken waarna Flynth per correctie zal benoemen en aangeven wat het effect is op het resultaat en vermogen,
5.De beslissing
3 december 2024.