In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 11 december 2023, waarin de rechtbank de boetebeschikking voor het jaar 2010 heeft verminderd, maar het beroep voor het overige ongegrond heeft verklaard. Belanghebbende had navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) ontvangen over de jaren 2010, 2011 en 2012, met daarbij opgelegde vergrijpboetes en heffingsrente. De Inspecteur had de navorderingsaanslagen en boetes in bezwaar deels verminderd, maar belanghebbende was het niet eens met de uitkomsten en heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 20 november 2024 hebben partijen een compromis bereikt. De Inspecteur heeft de navorderingsaanslag voor 2010 verminderd, maar de correcties met betrekking tot de managementvergoedingen en de daarop betrekking hebbende boetes blijven in stand. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover deze betrekking heeft op de navorderingsaanslag en boetebeschikking voor het jaar 2010, en heeft de navorderingsaanslag en boete dienovereenkomstig verminderd. De uitspraak is gedaan door de vierde meervoudige belastingkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.