Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellante] ,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep,
- de memorie van grieven,
- de memorie van antwoord,
- het arrest van 14 februari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- een akte van 22 juni 2023 namens [appellanten] met overlegging van de producties 5 t/m 8,
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 22 juni 2023 is gehouden.
2.De kern van de zaak
3.De feiten
- Een ingevuld intakeformulier inleveren om zijn interesse kenbaar te maken (stap 1),
- Een bijeenkomst bijwonen waarop informatie wordt verstrekt over de bijzondere wijze waarop Oosterwold wordt ontwikkeld (stap 2),
- Een bijeenkomst bijwonen waarop de initiatiefnemer met een stip op een kaart van Oosterwold (hierna: de stippenkaart) aangeeft waar hij de woonkavel wil (stap 3),
- Een intentieovereenkomst met de gemeente sluiten waarin de precieze plek, vorm en oppervlakte van de woonkavel staan met een indicatieve berekening van de kosten (stap 4),
- Een ontwikkelplan indienen, een anterieure overeenkomst met de gemeente sluiten en een eerste termijnbedrag van 10% van het exploitatiebedrag betalen (stap 5),
- De vereiste vergunningen aanvragen en een tweede termijnbedrag van 10% van het exploitatiebedrag betalen (stap 6),
- Na verlening van de vereiste vergunningen, een koopovereenkomst met de gemeente sluiten en, bij levering van de woonkavel, de grondkosten en de resterende 80% van de exploitatiebijdrage betalen (stap 7),
- de woning realiseren (stap 8).
Beide partijen zijn akkoord met de intentieovereenkomst met dien verstande dat er nog een civiele procedure loopt tegen de grondprijs. Wanneer dit leidt tot een afwijking van de grondprijs zal de berekening in de volgende overeenkomst worden aangepast.”
4.Het oordeel van het hof
- € 65.752,86 aan teveel betaalde kavelprijs, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2021;
- € 12.737,23 aan juridische kosten;
- € 1.733,36 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten;
- de bedragen die [appellanten] naar aanleiding van het vonnis waarvan beroep aan de gemeente heeft voldaan, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente.
grief 1komen [appellanten] op tegen de feitenvaststelling door de rechtbank. Het hof heeft de feiten met inachtneming van deze grief opnieuw vastgesteld, zodat [appellanten] bij afzonderlijke behandeling van deze grief geen belang meer hebben. In deze grief maken [appellanten] ook bezwaar tegen een aantal feitelijke uitgangspunten die de rechtbank bij de beantwoording van de rechtsvragen heeft genomen. Die aspecten zal het hof, voor zover in hoger beroep relevant, bij de behandeling van de grieven tegen die rechtsvragen betrekken.
grief 2bezwaar gemaakt tegen r.ov. 4.1 van het vonnis waarin de rechtbank een aantal stellingen van [appellanten] heeft opgesomd. Dit is voor de beslissing van de rechtbank geen dragende overweging, zodat op die grief niet behoeft te worden beslist. Het hof zal het inhoudelijke standpunt dat [appellanten] in de toelichting bij deze grief hebben ingenomen bij de behandeling van de andere grieven betrekken.
grieven 3 t/m 12bestrijden [appellanten] de inhoudelijke beoordeling van de vorderingen van [appellanten] en de daarop in het dictum van het vonnis door de rechtbank gegeven beslissing. Het hof zal deze grieven hierna thematisch behandelen.