Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft de appellant, die hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland, zijn hoger beroep ingetrokken voordat de grieven zijn genomen. De geïntimeerde heeft verzocht om een proceskostenveroordeling. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat de appellant niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat de intrekking en doorhaling van de zaak op eenzijdig verzoek niet mogelijk is. De appellant heeft geen memorie van grieven ingediend en zijn verzoek tot intrekking was niet voldoende gemotiveerd. Het hof heeft vastgesteld dat het vonnis van 7 juni 2024 niet in strijd is met rechtsregels van openbare orde, waardoor de appellant niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep.
Daarnaast heeft het hof het verzoek van de geïntimeerde om de appellant te veroordelen in de kosten van het hoger beroep afgewezen. Het hof heeft geoordeeld dat in procedures tussen partijen die een (affectieve) relatie hebben gehad, de proceskosten doorgaans worden gecompenseerd. In dit geval was er geen aanleiding om de appellant te veroordelen in de proceskosten van de geïntimeerde, aangezien niet is gebleken dat de appellant de geïntimeerde evident nodeloos in rechte heeft betrokken. Het hof heeft daarom besloten dat iedere partij de eigen kosten draagt en heeft verder gevorderde verzoeken afgewezen.