In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 oktober 2024 een tussenuitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht. De verzoekster, die betrokken was bij een kettingbotsing op 16 juli 2011, heeft een langdurig schadeafwikkelingstraject doorgemaakt met de verzekeraar TVM. TVM heeft de aansprakelijkheid erkend, maar betwist dat er causaal verband bestaat tussen de door verzoekster gestelde klachten en het ongeval. Verzoekster heeft whiplash gerelateerde klachten ontwikkeld en stelt dat haar schade hoger is dan de door TVM betaalde voorschotten. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld na een eerdere afwijzing van de rechtbank Midden-Nederland, die het verzoek om een voorlopig deskundigenbericht had afgewezen. Het hof oordeelt dat het verzoek van verzoekster ter zake dienend en voldoende concreet is, en dat er behoefte is aan een nieuw deskundigenonderzoek, waarbij ook eerdere geweldsincidenten in de beoordeling moeten worden betrokken. Het hof heeft besloten om een andere deskundige aan te stellen dan de eerder betrokken deskundige, en heeft de IWMD-vraagstelling voorgelegd aan de nieuwe deskundige. De kosten van het onderzoek worden ten laste van TVM gebracht, en partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraagstelling en kostenbegroting.