Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
“risico dragen”(r.o. 3.22). Het oordeel van de rechtbank is op basis daarvan dat aan de KVK geen databankenrecht op het handelsregister toekomt.
een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn en waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering.
degene die het risico draagt van de voor de databank te maken investering. In de toelichting op deze definitie wordt hierover het volgende opgemerkt: “
Als producent wordt beschermd degene die de investering doet en het risico draagt van die investeringen.” [17]
, nader worden bepaald.
“De kosten van de Kamer volgens de goedgekeurde begroting komen ten laste van de rijksbegroting, voor zover deze niet uit de baten worden bestreden.”De regering heeft hierover het volgende toegelicht:
“een kwestie van geld en/of tijd, moeite en energie”. De KVK heeft er daarom terecht op gewezen dat het begrip
“investering”niet louter financieel moet worden uitgelegd, maar ook aspecten van tijd, moeite en energie omvat. Dat de Uniewetgever niet heeft uitgesloten dat een overheidslichaam rechthebbende op een databankenrecht kan zijn, kan worden afgeleid uit artikel 8 lid 2 van het voorstel voor een databankenrichtlijn. [26] Daarin was immers voorzien in een licentie voor de gebruiker in het geval het gaat om een databank die een overheidsinstantie ter beschikking heeft gesteld van het publiek welke overheidsinstantie bij wet is opgericht om informatie te verzamelen of ter beschikking te stellen, of die de algemene verplichting heeft om zulks te doen. Uit het artikellid kan dus ook worden afgeleid dat de rechthebbende op een databank eveneens wordt beschermd als hij wettelijk verplicht is deze databank aan te leggen en te onderhouden. De KVK heeft er daarom terecht op gewezen dat de rechtbank in r.o. 3.25 van het bestreden vonnis op dit punt een te strenge eis heeft gesteld door te oordelen dat bij een wettelijke plicht om een databank in stand te houden geen stimulans bestaat om investeringen te doen. Dat artikel 8 lid 2 van het voorstel uiteindelijk is geschrapt had niet te maken met een nieuw inzicht dat aan overheidslichamen geen databankenrechten toekomen, maar had andere redenen.
“Openbare lichamen oefenen het bij artikel 7, lid 1, van Richtlijn 1996/9/EG verleende recht van een fabrikant van een databank niet uit om het hergebruik van documenten tegen te gaan of het hergebruik buiten de bij deze richtlijn bepaalde grenzen te beperken”veronderstelt dat een overheidslichaam rechthebbende op een databank kan zijn. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in punt 47 van het arrest
Compass-Datenbankvan 12 juli 2012, waarin opvraging van gegevens uit het door de republiek Oostenrijk beheerde handelsregister centraal stond, overwogen dat
“een overheidsinstantie die een databank ontwikkelt en zich vervolgens ter bescherming van de daarin opgenomen gegevens beroept op intellectuele eigendomsrechten, met name het voornoemde recht sui generis, daarom nog niet als onderneming handelt. [27] In het arrest
Bayern/Esterbauervan 29 oktober 2015, waarin het ging om de vraag of door de deelstaat Bayern uitgegeven topografische kaarten onder het begrip databank vielen gaat het HvJ EU bij zijn beantwoording ervan uit dat aan Bayern zo’n recht zou kunnen toekomen. [28]
“Public sector bodies can hold sui generis rights as laid down in the Database Directive if they have invested ‘time, money and effort’ in establishing a database and they want this investment to be protected”. [29] In een in opdracht van de Europese Commissie opgestelde Study in support of the evaluation of Directive 96/9/EC on the legal protection of databases is over de Databankenrichtlijn en de voorganger van de Open Data Richtlijn opgemerkt dat
“Nothing in either of the two directives precludes a public-sector body from acquiring a sui generis right if the conditions of the Database Directive are fulfilled”. [30]
“hergebruik”van overheidsinformatie. Anders dan de KVK verdedigt, valt het ongewijzigd hergebruiken van overheidsinformatie, zoals de verschaffing van een eerder door een lid van de VVZBI ten behoeve van een cliënt opgevraagd uittreksel uit het handelsregister aan een andere cliënt, onder hergebruik van die informatie en mag deze vorm van hergebruik niet worden beperkt met een beroep op het databankenrecht. Daaraan staat artikel 1 lid 6 van de Open Data Richtlijn in de weg, dat als volgt luidt:
“Openbare lichamen oefenen het bij artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG verleende recht van een fabrikant van een databank niet uit om het hergebruik van documenten tegen te gaan of om het hergebruik buiten de bij deze richtlijn bepaalde grenzen te beperken.”De VVZBI betwist verder dat het door de KVK ingeroepen rechtszekerheidsbeginsel, dat onder meer meebrengt dat circulatie van verouderde uittreksels moet worden tegengegaan, een voldoende grondslag vormt voor de door de KVK aan haar leden opgelegde beperkingen in het hergebruik van handelsregistergegevens. Dat geldt volgens de VVZBI ook voor het door de KVK ingeroepen argument dat zij in staat moet worden gesteld voldoende inkomsten te genereren om haar taak uit te oefenen (het profijtbeginsel). Ten slotte stelt de VVZBI dat de eis dat overheidsinformatie zoals handelsregistergegevens in overeenstemming met Algemene Verordening Gegevensbescherming [32] (hierna: AVG) moet worden gebruikt in de Open Data Richtlijn afdoende is geregeld en dat er voor de KVK geen ruimte is dat onderwerp in de door haar gehanteerde voorwaarden te regelen. De KVK heeft zich tegen deze stellingen verweerd.
“gebruik van informatie, neergelegd in documenten berustend bij een met een publieke taak belaste instelling, overheidsonderneming of publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie, voor andere doeleinden dan het oorspronkelijke doel binnen de publieke taak, de dienstverlening in het algemeen belang, respectievelijk het onderzoek waarvoor de informatie is geproduceerd, …”.Artikel 2 lid 1, aanhef en sub h en i Who luidt als volgt: