ECLI:NL:GHARL:2024:6123
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep na intrekking vorderingen door eisende partijen
In deze zaak heeft Stichting Pluryn, gevestigd in Nijmegen, hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, die op 21 maart 2023 is uitgesproken. De kantonrechter had bij vonnis van 12 juli 2023 de mogelijkheid van tussentijds beroep opengesteld. Het procesverloop in hoger beroep omvatte onder andere de dagvaarding, de memorie van grieven, en de mondelinge behandeling die op 15 augustus 2024 heeft plaatsgevonden.
Op 3 september 2024 heeft Pluryn c.s. verzocht om doorhaling van de zaak, terwijl de geïntimeerde op dezelfde datum om arrest heeft gevraagd. Vervolgens heeft Pluryn c.s. op 9 september 2024 haar vorderingen in appel ingetrokken. Het hof concludeert hieruit dat Pluryn c.s. de gronden van het hoger beroep niet handhaaft, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van Pluryn c.s. in het hoger beroep. Het hof komt niet toe aan de behandeling van het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep.
Pluryn c.s. wordt aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij in de procedure in principaal hoger beroep. Het hof heeft besloten om een proceskostenveroordeling in het voorwaardelijk incidenteel appel achterwege te laten. De veroordelingen in deze uitspraak zijn uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat ze ook ten uitvoer kunnen worden gelegd als een van de partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad. De proceskosten zijn vastgesteld op € 343,- aan griffierechten en € 2.428,- aan salaris van de advocaat van de geïntimeerde.