In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van kinderen. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk verleend door de kinderrechter op 27 oktober 2022 en gold tot 27 oktober 2023. De kinderrechter heeft op 27 oktober 2023 de ondertoezichtstelling verlengd. Het hof oordeelt echter dat de ondertoezichtstelling van rechtswege is geëindigd op 26 oktober 2023, omdat de maximale duur van één jaar was bereikt. De verlenging op 27 oktober 2023 was dus niet tijdig en kon niet meer plaatsvinden. Het hof verwijst naar HR 9 juli 2021, ECLI:HR:2021:1113, waarin is bepaald dat een ondertoezichtstelling die niet tijdig is verlengd, niet meer kan worden verlengd.
De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de betrokken partijen, waaronder de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Gelderland, de moeder en de vader, aanwezig waren. De vader had voorwaardelijk incidenteel appel ingesteld, maar het hof kwam hier niet aan toe omdat niet aan de voorwaarden was voldaan. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Gelderland van 27 oktober 2023 vernietigd en de verzoeken van de vader afgewezen. De voorzitter van het hof heeft meegedeeld dat een afschrift van de uitspraak binnen veertien dagen zal volgen.