Bijtincident.
Op commando van de sectiecommandant liep ik met mijn diensthond aangelijnd achter
de linie van de Mobiele Eenheid voorwaarts over de [straat] gaande in de richting van
de kruising [straat] - [straat] - [straat] . Bij het naderen van de
kruising zag ik een persoon lopen in de richting van de linie op de voor mij linker
zijde, de zijde waar ik stond. Ik zag dat deze persoon in zijn rechterhand een
fles bier vasthield. Inmiddels had ik al meerdere malen glasgerinkel in mijn nabije omgeving gehoord, kennelijk van flessen welke in de richting van de politie werden gegooid. Ik zag dat deze persoon meerdere malen werd geduwd door een lid van de Mobiele Eenheid in de richting van de genoemde kruising. Hierbij hoorde ik de betreffende collega meerdere malen deze persoon middels zijn stem dirigeren in de richting van de kruising. Ik zag dat de persoon hieraan niet voldeed, waarop hij vervolgens klappen met de lange wapenstok kreeg van het desbetreffende lid van de Mobiele Eenheid. Ik zag dat genoemde persoon ten val kwam. Vervolgens zag ik dat de persoon door de betreffende collega weer in de benen geholpen werd. Hierop zag ik dat dezelfde persoon, nadat de collega hem nogmaals meerdere duwen gaf in de richting van de kruising, bleef terugkomen richting de collega. Vervolgens zag ik dat de collega de betreffende persoon om zijn nek vastpakte en met zijn gezicht naar beneden naar achteren duwde en hem hierbij op niet mis te verstane wijze vertelde dat hij 'die kant', in de richting van de kruising, moest lopen.
Hierop zag ik dat de persoon enkele stappen afstand deed van de collega. Echter, hierop volgend zag ik dat diezelfde persoon weer terug kwam in de richting van de collega, waarop de collega hem nogmaals klappen gaf met de lange wapenstok omdat hij kennelijk niet aan zijn vorderingen voldeed. Vervolgens zag ik weer dat de persoon enkele stappen afstand nam om vervolgens weer op de collega in te lopen.
Gezien het feit de overige leden van de Mobiele Eenheid nog aan het chargeren waren en wij voor hun veiligheid en de veiligheid van onszelf bij de linie wilden aansluiten riep ik luidkeels tegen deze persoon: 'Wegwezen'. Ik zag dat deze persoon keek in de richting van mij en mijn hond. Ik stond op ongeveer twee meter achter de betreffende collega. Hierop zag ik de persoon nogmaals inlopen en gezien het feit de persoon nog steeds een bierfles in zijn rechterhand vasthield besloot ik hierop mijn diensthond bijtend in te zetten. Ik stapte hierbij voor betreffende collega die al meerdere malen een confrontatie had gehad met betreffende persoon en ik zag dat mijn hond op mijn commando inbeet op de linker onderarm van de betreffende persoon.
Ik hoorde de persoon schreeuwen, kennelijk omdat hij pijn had van de beet van de hond.
Vervolgens riep ik tegen de persoon dat hij zijn fles moest weggooien. Ik zag dat hij
hieraan niet voldeed waarop ik hem een klap gaf middels de lange wapenstok. Ik zag
dat de persoon hier nog steeds niet aan voldeed. Ik besloot hierop wel mijn diensthond los te maken van de persoon om de schade aan de arm van de persoon zo beperkt mogelijk te houden.
Hierop wilde ik de persoon aanhouden ter zake het niet voldoen aan bevel en vordering
dan wel het verstoren van de openbare orde, maar bij het lossen van de hond ging de
persoon en meteen vandoor.