Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoeker],
[verweerster].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [verzoeker] tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, waarin zijn verzoek om [verweerster] te bevelen in te stemmen met een schuldenregeling werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet voldoende duidelijk was of het aanbod een prognoseakkoord of een saneringskrediet betrof en dat [verzoeker] niet aannemelijk had gemaakt dat het aanbod het maximaal haalbare was.
[Verzoeker], werkzaam als kraanmachinist, had een schuldenlast van € 102.045,93 en had een akkoord tegen finale kwijting aangeboden, waarbij de schuldeisers 12,74% van hun vorderingen zouden ontvangen. [Verweerster], zijn ex-partner, was de enige crediteur die niet instemde met dit voorstel. Het hof heeft vastgesteld dat [verzoeker] zijn verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling had ingetrokken, waardoor hij ontvankelijk was in zijn hoger beroep.
Het hof oordeelde dat [verweerster] in redelijkheid niet tot een weigering om in te stemmen met de schuldenregeling had kunnen komen. Het hof concludeerde dat het schikkingsvoorstel goed en betrouwbaar gedocumenteerd was en dat de schuldeisers voldoende inzicht hadden in de inhoud van de regeling. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en beval [verweerster] om in te stemmen met de schuldenregeling, waarbij het hof afzag van een kostenveroordeling.