ECLI:NL:GHARL:2024:5793

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 september 2024
Publicatiedatum
13 september 2024
Zaaknummer
P24/139
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verpleging van overheidswege en verlenging van terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 12 maart 2024. De rechtbank had besloten dat de terbeschikkinggestelde, geboren op [geboortedag] 1990, van overheidswege zou worden verpleegd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd, omdat het van oordeel is dat een omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden naar verpleging van overheidswege op dit moment niet noodzakelijk is. De terbeschikkinggestelde verblijft in een penitentiaire inrichting en heeft meerdere voorwaarden overtreden, maar het hof concludeert dat de veiligheid van anderen niet in het geding is. Het hof heeft de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren wel ontvankelijk verklaard en deze verlenging toegewezen. Het verzoek van de raadsman om de voorwaarden te wijzigen is afgewezen. Het hof heeft daarbij gelet op de adviezen van de Reclassering en de psycholoog, die de terbeschikkinggestelde als relatief stabiel inschatten, maar met een hoog recidiverisico. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de raden waren buiten staat deze mede te ondertekenen.

Uitspraak

TBS P24/139
Beslissing van 12 september 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
verblijvende in penitentiaire inrichting
(hierna: P.I.)[locatie 1] ,
verder te noemen de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 12 maart 2024. Deze beslissing houdt in het bevel dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd en de niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Het hof heeft gelet op stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 22 maart 2024 waarbij de officier van justitie beroep heeft ingesteld;
- de akte van 26 maart 2024 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- de appelmemorie van de officier van justitie van 2 april 2024;
- de appelschriftuur van de advocaat van de terbeschikkinggestelde van 10 april 2024;
- de aanvullende informatie van Reclassering Nederland
(hierna: de Reclassering)van
15 augustus 2024.
Het hof heeft ter zitting van 29 augustus 2024 gehoord de advocaat-generaal,
mr. R.J.A. Segerink, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. R. van der Wal, advocaat te Zoetermeer.
Het hof heeft ter zitting ook gehoord mevrouw [naam 1] , reclasseringswerker bij de Reclassering.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsman heeft verzocht de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de vordering tot alsnog verplegen van overheidswege af te wijzen. Er waren opstartproblemen, maar uit het voortgangsverslag van 18 oktober 2023 volgt dat de terbeschikkinggestelde wel wil meewerken en openstaat voor behandeling en begeleiding. De verdediging ziet niet in waarom de veiligheid concreet niet kan worden gegarandeerd en dat de omzetting naar de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is vereist.
Daarnaast heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De raadsman heeft verzocht de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van een jaar. De adviezen hielden (aanvankelijk) een verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar in omdat door de Reclassering werd ingezet op een doorstroom van de terbeschikkinggestelde naar forensisch begeleid wonen op het terrein van de GGZ [locatie 2] , en opnieuw zou worden bezien hoe de samenwerking zou verlopen. De verdediging meent dan ook dat hier opnieuw op moet worden ingezet. Met een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar voelt de terbeschikkinggestelde de druk om met de Reclassering en hulpverlening aan de slag te gaan en voelt de Reclassering de druk om hem daarbij te gaan helpen.
Verder heeft de raadsman verzocht om de voorwaarden te wijzigen in die zin dat aan een andere instantie dan Reclassering Nederland de opdracht wordt gegeven tot het houden van toezicht en begeleiding.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank ten aanzien van de vordering tot alsnog verplegen van overheidswege. De terbeschikkinggestelde heeft meerdere voorwaarden overtreden. De terbeschikkingstelling met voorwaarden kan alleen worden uitgevoerd indien de terbeschikkinggestelde bereid en in staat is om zich te conformeren aan de voorwaarden. Dat is niet het geval gebleken. Daarnaast heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling en dat de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd met een termijn van twee jaren. Er is sprake van stoornissen en het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Het traject van de terbeschikkinggestelde is gestagneerd en er heeft nog geen behandeling plaatsgevonden.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissingen waarvan beroep vernietigen omdat het hof om de hierna te
vermelde redenen tot andere beslissingen komt.
Afwijzing vordering alsnog verplegen van overheidswege
Het hof komt tot een andere beslissing dan de rechtbank gelet op de overgelegde (aanvullende) reclasseringsadviezen het verhandelde ter terechtzitting in beroep en zal de beslissing van de rechtbank daarom vernietigen.
De Reclassering heeft zich op het standpunt gesteld dat niet langer uitvoering kan worden gegeven aan het toezicht in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De Reclassering adviseert de terbeschikkingstelling met voorwaarden om te zetten in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De terbeschikkinggestelde heeft meerdere voorwaarden overtreden. Hij wil niet in gesprek met de Reclassering en werkt onvoldoende mee aan de klinische behandeling.
De terbeschikkinggestelde is voor een tweede behandelpoging geplaatst op de forensische psychiatrische afdeling
(hierna: FPA)[naam 2] in [plaats] nadat zijn behandeling bij [zorginstelling] was vastgelopen. De terbeschikkinggestelde heeft in september 2023 een officiële waarschuwing gekregen vanwege zijn niet meewerkende houding. Hij gaf destijds wel aan zich te willen inzetten voor het slagen van de behandeling en te zullen werken aan het verbeteren van de samenwerking.
Ter zitting heeft de deskundige, mevrouw [naam 1] , laten weten dat het advies tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wordt gehandhaafd. De terbeschikkinggestelde heeft onvoldoende inzet getoond. Het recidiverisico wordt gezien in het voortdurend in conflict komen met professionals. Als de terbeschikkinggestelde wordt aangesproken op zijn gedrag, raakt hij meteen in conflict en trekt hij zich terug uit het contact. De Reclassering ziet geen acuut risico, maar wel een patroon op de middellange termijn. Voortzetten van de terbeschikkingstelling met voorwaarden is daarom niet langer verantwoord, aldus de Reclassering.
Ter zitting heeft de terbeschikkinggestelde laten weten dat het niet zo is dat hij niet met de Reclassering in gesprek wil of dat hij zich niet aan de voorwaarden wil houden, maar dat hij moeite heeft met de eerste toezichthouder van de Reclassering.
Bij de beoordeling van de vordering moet de aard en de ernst van de schending van de voorwaarden in aanmerking worden genomen en daarnaast is ook het indexdelict en het recidivegevaar van betekenis. Het hof is van oordeel dat een omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege op dit moment niet noodzakelijk is. Weliswaar heeft de terbeschikkinggestelde een aantal voorwaarden overtreden, maar het gedrag van de terbeschikkinggestelde brengt vooral veel gedoe mee. Het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen als bedoeld in artikel 6:.6:10 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering eist geen beslissing tot omzetting. Het hof heeft daarbij ook gelet op de in het kader van de vordering tot verlenging door de psycholoog [naam 3] uitgebrachte rapportage van 22 november 2023, zoals hierna in het kader van de beslissing tot verlenging van de maatregel, vermeld. Het hof acht het wenselijk dat de terbeschikkinggestelde de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een frisse start kan voortzetten, waarbij het hof nog in aanmerking neemt dat de veroordeling pas kort voor het vastlopen van het traject onherroepelijk is geworden en uit de stukken niet blijkt dat de mogelijkheid van een time-out is overwogen. Het hof geeft de Reclassering in overweging een andere toezichthouder aan de terbeschikkinggestelde toe te wijzen.
Het hof zal de vordering tot het alsnog van overheidswege verplegen van de terbeschikkinggestelde afwijzen.
Ontvankelijkheid openbaar ministerie
Het hof heeft kennisgenomen van een vordering tot cassatie in het belang der wet van
18 juni 2024 (ECLI:NL:PHR:2024:656). Op die vordering heeft de Hoge Raad nog niet beslist en bij die stand van zaken zal het hof de eerder in de rechtspraak van de penitentiaire kamer ingeslagen weg waarbij het tijdstip waarop de dadelijke uitvoerbaarheid een aanvang heeft genomen bepalend is voor de berekening van de periode waarbinnen de vordering moet worden ingediend vooralsnog blijven volgen.
Het hof gaat ervan uit dat de aan de terbeschikkinggestelde opgelegde en dadelijk uitvoerbaar verklaarde terbeschikkingstelling met voorwaarden is ingegaan op 10 maart 2022. Er is niet gebleken van een reden voor opschorting van de tenuitvoerlegging van de terbeschikkingstelling. De vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling is in dit geval ingediend op 29 januari 2024 en daarmee binnen de termijn als bedoeld in art. 6.6.11 lid 1 Sv. Het hof is daarom van oordeel dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling
Indexdelicten
Het gerechtshof Den Haag heeft aan de terbeschikkinggestelde bij arrest van 6 februari 2023 (onder meer) de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd voor de meerdaadse samenloop van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is. Het hof heeft daarbij vastgesteld dat dit mede een misdrijf betreft dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit de pro justitiarapportage van psycholoog [naam 3] van 22 november 2023 volgt dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis (gemengde trekken) en een matige stoornis in het gebruik van cannabis, in langdurige remissie in gereguleerde context. De terbeschikkinggestelde is snel geneigd tot externaliseren. Er is sprake van zelfoverschatting en forse afweermechanismes. Er is bij de terbeschikkinggestelde ook sprake van een egocentrisch perspectief en een beperkt empathisch vermogen. Hij lijkt te functioneren op een grofweg beneden gemiddeld niveau. In de huidige context is sprake van een relatief stabiel functioneren en wordt het recidiverisico ingeschat als laag, maar toekomstgericht is er (nog) weinig sprake van beschermende factoren. Zonder het huidige kader wordt het recidiverisico op de middellange termijn ingeschat als grotendeels onveranderd ten opzichte van de situatie voorafgaand aan de terbeschikkingstelling.
Verlenging van de terbeschikkingstelling
Gelet op het voorgaande, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de
algemene veiligheid van personen en goederen verlenging van de terbeschikkingstelling
voor de periode van twee jaren eist.
Afwijzen verzoek wijzigen voorwaarden
Naar het oordeel van het hof is het niet noodzakelijk de voorwaarden van de terbeschikkingstelling met voorwaarden te wijzigen in die zin dat een andere reclasseringsinstantie dan Reclassering Nederland opdracht wordt gegeven tot het houden van toezicht en begeleiding. Het hof acht de bestaande voorwaarden, met inachtneming van hier hiervoor overwogene, toereikend. Het hof zal dit verzoek dan ook afwijzen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Den Haag van 12 maart 2024 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Wijst afde vordering van de officier van justitie tot het alsnog geven van een bevel tot verpleging van overheidswege;
Verklaarthet openbaar ministerie ontvankelijk in zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling;
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaren;
Wijst afhet verzoek van de raadsman tot wijziging van de voorwaarden.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels, voorzitter,
mr. D. Visser en mr. P.C. Vegter, raadsheren,
en dr. W.J. Canton en drs. D.M.L. Versteijnen, raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman, griffier,
en op 12 september 2024 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.