Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het exploot van anticipatie tevens houdende een incidentele vordering tot uitvoerbaar bij voorraadverklaring;
- de conclusie van antwoord in het incident.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 januari 2024 een tussenarrest gewezen in een hoger beroep dat was ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had op 23 augustus 2023 een verstekvonnis uitgesproken, waarbij [appellant] was veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan [geïntimeerde]. De kern van de zaak betreft een geschil over de koop van een auto, waarbij [appellant] een deel van de koopprijs had betaald aan een kwaadwillende derde die zich voordeed als [geïntimeerde]. [geïntimeerde] weigerde de auto te leveren en ontbond de koopovereenkomst, wat leidde tot een juridische strijd over de financiële en juridische gevolgen van deze gebeurtenissen.
In het hoger beroep vorderde [geïntimeerde] dat het vonnis van de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad zou worden verklaard. Het hof heeft geoordeeld dat de belangenafweging in het voordeel van [geïntimeerde] uitvalt, omdat er onvoldoende onderbouwing was van de financiële problemen van [appellant] en omdat [geïntimeerde] belang heeft bij een snelle uitvoering van de veroordeling. Het hof heeft de incidentele vordering van [geïntimeerde] toegewezen en het vonnis van de rechtbank alsnog uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.