ECLI:NL:GHARL:2024:5712

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
200.340.970
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om maatregelen voor vertrouwelijke behandeling van producties in hoger beroep inzake ontslag op staande voet en bedrijfsgeheimen

In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 14 februari 2024 is uitgesproken. De zaak betreft een ontslag op staande voet door Medux 1 B.V., waarbij [appellant] beschuldigd wordt van het zonder toestemming versturen van vertrouwelijke bedrijfsgegevens naar zijn privé-e-mailadres. De kantonrechter heeft de verzoeken van [appellant] tot vernietiging van het ontslag en nakoming van de vaststellingsovereenkomst afgewezen en hem veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan Medux. In hoger beroep heeft Medux een incidenteel verzoek ingediend op basis van artikel 1019ib Rv, waarin zij maatregelen vraagt voor de vertrouwelijke behandeling van productie 2A, die vertrouwelijke bedrijfsinformatie bevat. Het hof heeft geoordeeld dat de door Medux verzochte maatregelen niet op grond van artikel 1019ib Rv kunnen worden toegewezen, maar heeft wel enkele andere maatregelen getroffen ter bescherming van de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgegevens. Het hof heeft bepaald dat de zitting waar de inhoud van productie 2A wordt besproken met gesloten deuren zal plaatsvinden en dat [appellant] niet over de inhoud van deze productie mag communiceren met derden, waaronder zijn huidige werkgever Kersten Hulpmiddelen B.V. De verdere behandeling van de hoofdzaak is aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.340.970
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 10833657
beschikking in het incident van 10 september 2024
in de zaak van
[appellant]
die woont in [woonplaats1]
die hoger beroep heeft ingesteld en optreedt als verweerder in het incident
en bij de kantonrechter optrad als verzoeker
hierna: [appellant]
advocaat: mr. M.E.J. van Gelderen
tegen
Medux 1 B.V.
die is gevestigd in Utrecht
die ook hoger beroep heeft ingesteld en optreedt als eiseres in het incident
en bij de kantonrechter optrad als verweerster
hierna: Medux
advocaat: mr. J.W. Klinckhamers

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking die de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, op 14 februari 2024 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • het beroepschrift, tevens houdende wijziging dan wel vermeerdering van eis/verzoek
  • het verweerschrift in principaal beroep, tevens voorwaardelijk incidenteel hoger beroep, tevens houdende wijziging/vermeerdering tegenverzoek, alsmede verzoek ex artikel 1019ib Rv
  • het verweerschrift in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep, tevens verweer in incident ex artikel 1019ib Rv, tevens houdende tegenverzoek.
1.2.
Op 9 oktober 2024 zal in de hoofdzaak bij het hof een mondelinge behandeling plaatsvinden.

2.De kern van de zaak

2.1.
[appellant] was werkzaam bij Medux als [functie] . Partijen hebben op 31 oktober 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst van [appellant] per 1 maart 2024. Op 27 november 2023, dus circa drie maanden voorafgaand aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst van [appellant] op grond van de vaststellingsovereenkomst zou eindigen, heeft Medux [appellant] op staande voet ontslagen. Volgens Medux heeft [appellant] zonder toestemming en zonder noodzaak vertrouwelijke bedrijfsgegevens vanaf zijn zakelijke e-mailadres van Medux naar zijn privé-e-mailadres verstuurd.
2.2.
De kantonrechter heeft de verzoeken van [appellant] tot onder meer vernietiging van het ontslag op staande voet en veroordeling van Medux tot nakoming van de afspraken in de vaststellingsovereenkomst afgewezen. Verder heeft de kantonrechter [appellant] veroordeeld tot betaling aan Medux van een gefixeerde schadevergoeding, omdat [appellant] volgens de kantonrechter schuld heeft aan het ontslag op staande voet.
2.3.
In hoger beroep heeft Medux een incidenteel verzoek op grond van artikel 1019ib Rv ingesteld. Medux heeft als productie 2A bij haar verweerschrift in hoger beroep (een deel van) de in dit arrest onder 2.1 genoemde e-mailberichten overgelegd die [appellant] vanaf 22 juni 2023 tot en met 13 november 2023 vanaf zijn zakelijke e-mailadres van Medux naar zijn privé-emailadres heeft verstuurd. Deze productie heeft Medux alleen aan de kantonrechter en het hof verstrekt en niet aan [appellant] . Deze productie omvat niet de bij die e-mails gevoegde documenten. Volgens Medux bevat productie 2A bedrijfsgeheimen. Zij heeft daarom verzocht om op grond van artikel 1019ib Rv een aantal maatregelen te treffen om de vertrouwelijke behandeling van productie 2A tijdens deze procedure te waarborgen.
Daarnaast heeft Medux verzocht om die maatregelen ook te treffen voor het geval zij door het hof wordt opgedragen (nader) bewijs te leveren door middel van inzage in de onderliggende bedrijfsgeheime informatie die volgens Medux is vervat in de zakelijke
e-mailberichten die [appellant] vanaf 24 tot en met 31 maart 2023 en 15 juni 2023 naar zichzelf in privé heeft gemaild (opgenomen in productie 13 bij het verweerschrift in eerste aanleg van Medux) en de digitale bestanden die aan die e-mailberichten zijn gehecht.

3.Het oordeel van het hof

3.1.
Het hof zal concluderen dat de door Medux verzochte maatregelen niet op grond van artikel 1019ib Rv kunnen worden toegewezen. Een deel van de verzochte maatregelen zal het hof op grond van de artikelen 27 tot en met 29 Rv toewijzen. Hierna zal het hof uitleggen hoe het tot deze beslissing is gekomen.
artikel 1019ib Rv
3.2.
Op grond van artikel 1019ib Rv kan de rechter partijen en andere procesdeelnemers verplichten om bedrijfsgeheimen die in de procedure aan de orde komen vertrouwelijk te houden. In het artikel zijn daarnaast maatregelen genoemd die de rechter tijdens de procedure kan treffen om de vertrouwelijkheid van bedrijfsgeheimen te waarborgen. Dit artikel ziet alleen op gerechtelijke procedures tot bescherming van bedrijfsgeheimen ingevolge de Wet bescherming bedrijfsgeheimen (artikel 1019ia Rv).
3.3.
In dit geval kunnen de door Medux verzochte maatregelen niet op grond van artikel 1019ib Rv worden toegewezen. Er is in de onderhavige procedure namelijk geen sprake van een vordering die - of een verzoek dat strekt tot bescherming van bedrijfsgeheimen ingevolge de Wet bescherming bedrijfsgeheimen.
artikel 22a lid 3 Rv (“verstrekkingsverbod”)
3.4.
Medux heeft in het incident onder meer verzocht te bepalen dat de advocaten van [appellant] productie 2A niet aan [appellant] zelf mogen verstrekken. Het hof zal dit verzoek beoordelen aan de hand van artikel 22a lid 3 Rv. Volgens die bepaling kan de rechter, indien kennisneming van stukken door een partij de bescherming van een bedrijfsgeheim als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen onevenredig zou schaden, bepalen dat deze kennisneming is voorbehouden aan een gemachtigde die advocaat is dan wel daarvoor van de rechter bijzondere toestemming heeft gekregen. Deze bepaling is ook van toepassing als geen sprake is van een vordering of verzoek om toepassing van de maatregelen en procedures in het kader van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen.
3.5.
Naar het hof begrijpt, strekt het verzoek van Medux ertoe dat (louter) [appellant] en zijn advocaten kennis mogen nemen van productie 2A, maar dat zijn advocaten de ordner met productie 2A niet aan [appellant] mogen verstrekken. Dit verzoek zal worden afgewezen. Het hof laat bij deze beoordeling in het midden of (de ordner met) productie 2A bedrijfsgeheimen in de zin van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen omvat. Medux heeft onvoldoende duidelijk gemaakt wat haar belang is bij het niet verstrekken van (deze ordner met) productie 2A aan [appellant] . Het gaat om informatie waarvan [appellant] al kennis heeft genomen. De e-mailberichten heeft [appellant] immers zelf van zijn zakelijke e-mailadres van Medux naar zijn privé-emailadres verstuurd. Medux heeft daarnaast bevestigd dat [appellant] over deze e-mails beschikt omdat deze in het kader van het bewijsbeslag tweemaal aan hem zijn betekend. ] [appellant] zou in deze procedure onevenredig in zijn belangen worden geschaad als hij niet zou kunnen beschikken over (de ordner met) productie 2A om zijn standpunten in deze procedure te kunnen bepalen en onderbouwen. De vertrouwelijkheid van gegevens vervat in (de ordner met) productie 2A waar Medux een beroep op doet is voldoende gewaarborgd door het hierna in deze beschikking uiteengezette mededelingsverbod en de hierna in deze beschikking vervatte bepaling over behandeling achter gesloten deuren.
artikel 28 lid 1 onder b Rv (mededelingsverbod)
3.6.
Medux heeft in het incident ook verzocht te bepalen dat de kennisname van productie 2A aan de zijde van [appellant] is beperkt tot [appellant] zelf en zijn advocaten en dat [appellant] en zijn advocaten de inhoud van productie 2A niet mogen delen met Kersten Hulpmiddelen B.V. (hierna: Kersten) en/of aan Kersten gelieerde ondernemingen. Kersten is een concurrent van Medux waar [appellant] momenteel werkzaam is. Het hof zal voornoemde verzoeken beoordelen aan de hand van artikel 28 lid 1 onder b Rv. Op grond van die bepaling kan de rechter aan partijen een mededelingsverbod opleggen ten aanzien van gegevens die in de processtukken zijn opgenomen.
3.7.
Het hof zal [appellant] verbieden om over de inhoud van (de ordner met) productie 2A mededelingen te doen aan Kersten en andere derden (waaronder niet begrepen zijn advocaten). Het hof neemt daarbij in overweging dat Medux voldoende heeft toegelicht dat (de ordner met) productie 2A vertrouwelijke bedrijfsgegevens bevat. [appellant] weerspreekt dat het gaat om bedrijfsgeheimen en “
zeer geheime informatie”, maar hij heeft niet weersproken dat (de ordner met) productie 2A onder meer strategische jaarplannen, prijsafspraken, inkoopbonussen en raamovereenkomsten met leveranciers bevat, waarvan in algemene zin kan worden aangenomen dat dat vertrouwelijke bedrijfsgegevens zijn. [appellant] heeft niet aangevoerd dat en waarom hij (onevenredig) in zijn verdediging zou zijn geschaad door een mededelingsverbod. Het hof acht om deze redenen het mededelingsverbod nodig en proportioneel om de vertrouwelijkheid van zulke vertrouwelijke bedrijfsgegevens te waarborgen. Het verbod komt erop neer dat de kennisname van (de ordner met) productie 2A aan de zijde van [appellant] beperkt zal zijn tot [appellant] en zijn advocaten. Het hof kan en hoeft niet, zoals Medux heeft verzocht, naast [appellant] ook zijn advocaten een mededelingsverbod opleggen. Artikel 28 Rv biedt daarvoor geen grondslag. De advocaten van [appellant] hebben uit hoofde van hun beroep een geheimhoudingsplicht. [1]
artikel 27 lid 1 onderdeel c Rv (zitting met gesloten deuren)
3.8.
Verder heeft Medux in het incident verzocht de toegang tot de zitting te beperken tot partijen en hun advocaten, waarbij Medux vertegenwoordigd wordt door [naam1] (CFO), [naam2] (Directeur Portfolio en Assetmanagement) en [naam3] (HR Directeur). De inhoud van productie 2A kan tijdens de zitting namelijk openbaar gemaakt worden, aldus Medux. Het hof zal dit verzoek beoordelen aan de hand van artikel 27 lid 1 onderdeel c Rv. Het uitgangspunt is dat zittingen openbaar zijn. De rechter kan echter op grond van artikel 27 lid 1 onderdeel c Rv gehele of gedeeltelijke behandeling met gesloten deuren of slechts met toelating van bepaalde personen bevelen indien de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eist. Dat geldt ook voor een partij die een rechtspersoon is. Vertrouwelijke bedrijfsgegevens van een rechtspersoon kunnen onder de gegevens die tot de persoonlijke levenssfeer behoren vallen.
3.9.
Het hof zal bepalen dat het gedeelte van de zitting waar de inhoud van productie 2A zal worden besproken met gesloten deuren zal plaatsvinden omdat – zoals hiervoor uiteen gezet – naar het hof aanneemt (de ordner met) productie 2A vertrouwelijke bedrijfsgegevens bevat. Het belang van Medux dat vertrouwelijke informatie vervat in productie 2A niet openbaar wordt weegt in dit geval zwaarder dan het belang van een openbare behandeling van de informatie vervat in productie 2A. Bij de bespreking van productie 2A zullen alleen de (door Medux genoemde) vertegenwoordigers van Medux, [appellant] en de advocaten van partijen aanwezig mogen zijn. Het hof ziet geen aanleiding om de verdere zitting met gesloten deuren te laten plaatsvinden. De verdere zitting zal daarom openbaar zijn.
artikel 29 lid 4 Rv (geanonimiseerd afschrift beschikking aan derden)
3.10.
Medux heeft in dit incident aan het hof verder verzocht om aan anderen dan Medux en [appellant] en hun advocaten een niet-vertrouwelijke versie van de beschikking te verstrekken, waarin de delen die (vermeende) bedrijfsgeheimen bevatten zijn geschrapt of bewerkt. Het hof zal dit verzoek beoordelen aan de hand van artikel 29 Rv. Op grond van dat artikel verstrekt de griffier in beginsel aan een ieder die dat verlangt een afschrift of uittreksel van een uitspraak (artikel 29 lid 2 Rv). In zaken die met gesloten deuren zijn behandeld, wordt uitsluitend een geanonimiseerd afschrift of uittreksel van de uitspraak verstrekt (artikel 29 lid 4 Rv).
3.11.
Het hof overweegt als volgt. Aangezien de zitting gedeeltelijk met gesloten deuren zal worden behandeld, zal de griffier van het hof aan anderen dan partijen en hun advocaten een afschrift of uittreksel van de beschikking(en) verstrekken waarin eventuele vertrouwelijke bedrijfsgegevens van Medux die tijdens de zitting aan de orde zijn gekomen zullen worden geschrapt of bewerkt. Hiermee zal de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgegevens van Medux zijn gewaarborgd. De persoonsgegevens van [appellant] zullen conform de Pseudonimiseringsrichtlijn van De Rechtspraak worden gepseudonimiseerd.
maatregelen bij (nadere) bewijslevering
3.12.
Beoordeling van de door Medux in dit incident verzochte maatregelen voor het geval zij door het hof wordt opgedragen (nader) bewijs te leveren (zie onderdeel 2.3 van dit arrest) zal het hof aanhouden totdat over eventuele bewijslevering zal worden beslist.
De conclusie
3.13.
Het hof zal de incidentele verzoeken van Medux deels toewijzen. De beslissingen over de door Medux verzochte maatregelen voor het geval zij door het hof wordt opgedragen (nader) bewijs te leveren en over de kosten van het incident zal het hof aanhouden.
3.14.
Verder zal het hof in de hoofdzaak iedere beslissing aanhouden.

4.De beslissing

Het hof:
in het incident
4.1.
verbiedt [appellant] om over de inhoud van productie 2A bij het verweerschrift in principaal hoger beroep van Medux mededelingen te doen aan Kersten en andere derden, met uitzondering van zijn advocaten;
4.2.
bepaalt dat het gedeelte van de zitting waar (de ordner met) productie 2A zal worden besproken met gesloten deuren zal plaatsvinden;
4.3.
bepaalt dat aan anderen dan partijen en hun advocaten een afschrift of uittreksel van de beschikking(en) zal worden verstrekt waarin eventuele vertrouwelijke bedrijfsgegevens van Medux die tijdens het besloten gedeelte van de zitting aan de orde zijn gekomen zijn geschrapt of bewerkt;
4.4.
houdt de beslissingen over de door Medux verzochte maatregelen voor het geval zij door het hof wordt opgedragen (nader) bewijs te leveren (zie onderdeel 2.3 van dit arrest) en over de kosten van het incident aan;
4.5.
wijst het meer of anders verzochte af;
in de hoofdzaak in hoger beroep
4.6.
houdt iedere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door S.C.P. Giesen, K. Mans en P. J. Van der Korst en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 september 2024.

Voetnoten

1.Artikel 10a Advocatenwet.