ECLI:NL:GHARL:2024:5662

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 augustus 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
TBS P24/121
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar na verschil in diagnostiek omtrent ADHD

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, van 29 februari 2024. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar verlengd, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Het hof oordeelt dat er een verschil van inzicht bestaat over de diagnostiek, met name de diagnose ADHD, die relevant is voor de behandel- en resocialisatiestrategie. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1994, verblijft in FPC [instelling 1] en heeft een turbulent jaar achter de rug met meerdere incidenten. De raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde heeft verzocht om de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de maatregel te verlengen met één jaar, terwijl het openbaar ministerie heeft verzocht om bevestiging van de eerdere beslissing van de rechtbank. Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling moet worden verlengd, maar met een kortere termijn dan door de rechtbank was opgelegd. Het hof heeft daarbij ook rekening gehouden met de noodzaak van verdere diagnostiek en behandeling.

Uitspraak

TBS P24/121
Beslissing van 8 augustus 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [instelling 1] te [vestigingsplaats] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, van 29 februari 2024. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar en, impliciet, de afwijzing van het verzoek de reclassering de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met plaatsing in een Forensisch Psychiatrische Kliniek te laten onderzoeken.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 1 maart 2024 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
-de appelschriftuur van 13 maart 2024;
- de aanvullende informatie van FPC [instelling 1] van 11 juli 2024, met als bijlage de wettelijke aantekeningen over de periode van 28 november 2023 tot en met 7 maart 2024.
Het hof heeft ter zitting van 25 juli 2024 gehoord de advocaat-generaal, mr. R. Segerink, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, advocaat te Haarlem.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsvrouw heeft primair verzocht de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de maatregel te verlengen met één jaar en opdracht te geven aan de reclassering om de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met plaatsing in een Forensisch Psychiatrische Kliniek te onderzoeken. Subsidiair heeft zij verzocht de maatregel te verlengen met één jaar om een vinger aan de pols te houden. Het beloop van het gehele traject en de wijze van behandeling verdient niet de schoonheidsprijs. Na een turbulente periode zat de terbeschikkinggestelde eindelijk op zijn plek bij [instelling 2] , maar werd hij buiten zijn schuld weer overgeplaatst vanwege een medepatiënt met wraakgevoelens. Sinds eind november verblijft de terbeschikkinggestelde in FPC [instelling 1] . Het gaat hem daar heel slechten hij is zwaar depressief. De raadsvrouw heeft gewezen op de wisselende diagnostiek betreffende ADHD. Vanaf kleins af aan is ADHD vastgesteld en de terbeschikkinggestelde had daarvoor medicatie. ADHD is echter geschrapt uit de diagnostiek, terwijl het NIFP nog in 2022 aangaf dat hier wel sprake van was. De terbeschikkinggestelde geeft aan veel onrust te hebben in zijn hoofd.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft verzocht de beslissing van de rechtbank te bevestigen. Er is sprake van een stoornis en recidivegevaar. De terbeschikkinggestelde heeft een turbulent jaar achter de rug. Er zijn meerdere incidenten gemeld. Vanaf juni lijkt het te stabiliseren en beter te gaan. Uit de stukken kan worden opgemaakt dat sprake is van een hoog recidiverisico. Het huidige beveiligingsniveau is nog altijd nodig. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is daarom niet opportuun. De behandeling is onvoldoende op gang gekomen en een verlenging met één jaar is volgens de rapportages niet voldoende om tot een ander kader te komen. Uit de stukken blijkt dat de kliniek voortvarend genoeg te werk is gegaan. Verlenging met twee jaren is aangewezen.
Het oordeel van het hof
Afwijzing verzoek
Het hof acht zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht om te kunnen
oordelen over het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek tot het
door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke
beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen. De noodzakelijkheid
van dit onderzoek is niet gebleken. Op grond van de aanwezige informatie acht het hof een
voorwaardelijke beëindiging op dit moment niet opportuun.
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt met betrekking tot de duur van de verlenging van de maatregel.
Indexdelicten
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, van 15 februari 2019 is veroordeeld voor onder meer bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening. Dit zijn misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van [instelling 2] van 14 december 2023 volgt dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een licht verstandelijke beperking, een laag sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau en persoonlijkheidsproblematiek met antisociale trekken. Er is daarbij sprake van een stoornis in de impulscontrole en verslavingsproblematiek.
Uit de aanvullende informatie van FPC [instelling 1] van 11 juli 2024 volgt dat het recidiverisico als hoog wordt ingeschat indien het bevel tot verpleging van overheidswege (voorwaardelijk) wordt beëindigd. Dit is met name het geval wanneer de externe structuur en begeleiding zou wegvallen en de terbeschikkinggestelde zou terugvallen in middelengebruik. Dit versterkt de al aanwezige impulsiviteit. De terbeschikkinggestelde beschikt over onvoldoende copingvaardigheden en vertoont antisociaal en impulsief gedrag. Ook heeft hij een zeer gering probleembesef: hij ontkent, vervormt, externaliseert en bagatelliseert zijn gedrag en neemt hier onvoldoende verantwoordelijkheid voor.
Verlenging
Gelet op de adviezen van [instelling 2] en FPC [instelling 1] en de andere
omstandigheden die op de zitting naar voren zijn gekomen, stelt het hof vast dat bij de
terbeschikkinggestelde sprake is van een stoornis en dat de veiligheid van anderen dan wel
de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Duur van de verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval – anders dan de rechtbank – aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
Weliswaar is gezien de tijd die de behandeling en de resocialisatie naar verwachting zullen nemen, een verlenging met een termijn van twee jaren op zichzelf aangewezen, maar het verschil van inzicht ten aanzien van de diagnostiek, met name wat betreft de diagnose ADHD, geeft aanleiding om de termijn met slechts een jaar te verlengen, omdat deze diagnose relevant kan zijn voor de behandel- en resocialisatiestrategie. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat in het kader van de volgende verlengingsprocedure naast het advies van de kliniek ook door twee externe gedragsdeskundigen zal worden geadviseerd.
Aan deze verlenging met één jaar mag de terbeschikkinggestelde niet de verwachting ontlenen dat na afloop van dit jaar de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd of de terbeschikkingstelling opnieuw slechts met één jaar zal worden verlengd.

BESLISSING

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, van 29 februari 2024 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. M.J. Vos en mr. E.A.K.G. Ruys, raadsheren,
en drs. D.M.L. Versteijnen en drs. C.J.J.C.M. van Gestel, raden,
in tegenwoordigheid van mr. I.M.G. van der Lee, griffier,
en op 8 augustus 2024 in het openbaar uitgesproken.
mr. E.A.K.G. Ruys en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.