Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de notaris, bijgestaan door zijn advocaat; en
- [verweerder] , bijgestaan door zijn advocaat.
2.De beoordeling in hoger beroep
[bedoeld is 2004, toevoeging hof]de wil van moeder aan de door haar in het Testament opgenomen verklaringen ontbrak (in de praktijk en hierna wordt voor het ontbreken van de wil de term “wilsonbekwaamheid” gebruikt) en of daardoor de uiterste wilsbeschikkingen die zij met het Testament heeft gemaakt nietig zijn, moet worden beantwoord aan de hand van de maatstaf van artikel 3:34 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Artikel 3:34 lid 1 BW volgt op artikel 3:33 BW, dat bepaalt dat een rechtshandeling een met de verklaring overeenstemmende wil vereist. Artikel 3:34 lid 1 BW luidt als volgt: