Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[verzoeker]
[verzoeker]
2.[verzoeker2]
[verzoeker2] en [verzoeker3]
[verweerder]
1.Het procesverloop
Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten.
2.Waar gaat het in deze zaak om?
[verzoeker] heeft een (voorwaardelijke) vordering ingesteld - voor het geval de vorderingen van [verzoeker2] , [verzoeker3] en hemzelf niet worden toegewezen - die erop neerkomt dat de maatschap [naam1] wordt ontbonden en dat hij het recht heeft de maatschap voort te zetten en [verweerder] zijn aandeel aan hem moet overdragen tegen de agrarische waarde.
3.Het verzoek en de beoordeling van het verzoek
Partijen zijn het erover eens dat de deskundige als peildatum de datum van zijn waardering dient te nemen. Zij zijn het er ook over eens dat voor de waardering van het vee en van de machines en werktuigen kan worden uitgegaan van de boekwaarde.
1. Wat is op de datum van de waardering de waarde in het economisch verkeer van:
a. de tot het bedrijf van de maatschap behorende zaken en vermogensrechten (waaronder de fosfaatrechten);
b. de op de balans staande machines en werktuigen en overige inventaris (op basis van de boekwaarde);
c. het vee (op basis van de boekwaarde);
d. de bedrijfswoning aan de [adres1] te [woonplaats1] ;
e. het erfpachtcontract en de vergunningen van het bedrijf?
2. Heeft u verder nog opmerkingen of aanvullingen die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van het geschil tussen partijen?
[de deskundige1] tot deskundige. [de deskundige1] heeft het hof laten weten vrij te staan tegenover partijen en een eventuele benoeming tot deskundige te aanvaarden. Het hof zal hem dan ook benoemen. Het hof zal het voorschot op de kosten van de deskundige, conform diens begroting, vaststellen op € 5.000,-(27 uren à € 185,-,-, te vermeerderen met btw). Partijen zijn het erover eens dat het voorschot door de maatschap zal moeten worden betaald. Het hof zal het voorschot ten laste brengen van [verzoeker] , die het zal kunnen voldoen uit de middelen van de maatschap.
3.10 Het hof zal aan deze deskundige de volgende vragen voorleggen:
1. Welk bedrag kunnen [verzoeker] en/of [verzoeker2] en/of [verzoeker3] maximaal financieren in verband met het uittreden van [verweerder] uit de maatschap, waarbij een rendabele bedrijfsvoering mogelijk blijft?
2. Zijn er mogelijkheden om aan [verweerder] een hoger bedrag uit te keren dan berekend onder vraag 1 door vermogensbestanddelen af te stoten of aan [verweerder] toe te delen, waarbij een exploitatie als melkveebedrijf mogelijk blijft?
3. Wat zijn de gevolgen van de kapitaalstand per datum van de laatste jaarrekening van de maatschap als:
- de woning en de ondergrond tot het maatschapsvermogen behoren en/of
- vanaf 2019/2020 aan [verzoeker] geen arbeidsvergoeding toekomt en/of
- de kosten en opbrengsten van de in gebruik ingebrachte fosfaatrechten worden geëlimineerd?
4. Wat zijn de gevolgen voor uw antwoorden op de vragen 1 en 2 van de in vraag 3 bedoelde correcties?
5. Wilt u de vragen 1 tot en 4 ook beantwoorden voor de situatie dat [verweerder] het bedrijf voortzet en [verzoeker] (en [verzoeker2] en [verweerder] ) uittreedt (uittreden)?
6. Is het bedrijf zo te splitsen, dat [verzoeker] (en/of [verzoeker2] en [verzoeker3] ) en [verweerder] ieder een helft van het bedrijf toegedeeld krijgen en voor beide delen van het bedrijf een rendabele bedrijfsvoering mogelijk blijft?
7. Heeft u verder nog opmerkingen of aanvullingen die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van het geschil tussen partijen?
4.4. De beslissing
- [de deskundige1] , [adres2] , [plaats1] , e-mail: [de deskundige1] .nl,
om een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen over de in 3.6 vermelde vragen;
- [de deskundige2] , [adres3] , [plaats2] , e-mail: [de deskundige2] .com,
om een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen over de in 3.10 vermelde vragen
- deskundige [de deskundige1] op € 6.050,- (incl. btw)
- deskundige [de deskundige2] op € 18.876,- (incl. btw),
tenzij (een van) partijen binnen twee weken na dagtekening van deze beschikking het hof laat weten niet met deze voorschotten te kunnen instemmen, in welk geval het hof op dit punt een nieuwe beslissing zal nemen.