Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1]
2. [geïntimeerde2]
3. VvAA Schadeverzekeringen N.V.
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
Gelet op het feit dat de behandelend chirurg in het MZH op 24-06-201[1], - circa 30 uur nadat de huisarts betrokkene met spoed naar het ziekenhuis had gestuurd -, betrokkene weer naar huis wilde sturen om [bedoeld zal zijn: en, hof] hem pas op 4 juli wilde heropnemen voor bypassoperatie op 5 juli, - 11 dagen later derhalve -, moet ik opmaken datdiechirurg opdatmoment géén aanleiding zag tot een revasculariserende ingreep op urgente basis (binnen 24 uur) laat staan op spoedindicatie (zo snel mogelijk, gewoonlijk binnen 1 uur). Kennelijk beoordeelde deze chirurg de doorbloeding van de grote en kleine teen van de rechtervoet op dat moment als voldoende om necrose te voorkomen. Dat diezelfde chirurg, volgens mevrouw [verzoeker] , ’s middags op 1 juli 2011 gezegd zou hebben dat teenamputatie te voorkomen zou zijn geweest wanneer betrokkene 3 dagen eerder door de huisarts naar het ziekenhuis zou zijn verwezen, zou diametraal in tegenspraak [zijn, toev. hof] met zijn eigen handelen na opneming van betrokkene in zijn ziekenhuis.
De huisarts verwees hem met spoed naar het Martini ziekenhuis in Groningen. Betrokkene kon op dat moment zelf lopen en heeft ook zelf auto gereden, er bestond op dat moment geen verlamming van de voet en er waren geen gevoelsstoornissen in de voet.
Over de timing van de operatie kan nog het volgende worden gezegd: op grond van de Richtlijn dient bij acute ischemie [onvoldoende doorbloeding naar een orgaan of weefsel, toev. hof] spoedig te worden gehandeld. Bij betrokkene zou dan (…) de operatie moeten hebben plaatsvinden op 24 juni 2011 (…). Toch is daarover nog wel het volgende op te merken: het verwijt van betrokkene dat amputatie moest omdat de operatie te laat is uitgevoerd, is begrijpelijk maar een kanttekening is op zijn plaats. Bij het eerste bezoek aan de vaatchirurg op 23 juni 2011 was waarschijnlijk reeds sprake van 8-10 dagen bestaande ischemie met ook verkleuring, zelfs blauw/paarse verkleuring van grote teen en kleine teen, zodat het nog maar de vraag is of deze afwijkingen reversibel waren. (…) Met andere woorden het is dus maar de vraag of een eerdere operatieve interventie tot behoud van de eerste en vijfde teen had zullen leiden. De kans op majeure ischemie is wel 1-15%, na 5 jaar zelfs 28%. (…)