ECLI:NL:GHARL:2024:5303

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 augustus 2024
Publicatiedatum
20 augustus 2024
Zaaknummer
200.327.748
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake ontbinding huur- en onderhoudsovereenkomst printers en waardering van prestaties

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 augustus 2024 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tussen Von Gahlen Nederland B.V. en Itec B.V. De zaak betreft de ontbinding van een huur- en onderhoudsovereenkomst voor printers, waarbij het hof eerder had beslist dat de overeenkomst per 1 juni 2021 is ontbonden. Het hof heeft in dit arrest de waarde van de prestaties die door Itec aan Von Gahlen zijn geleverd, beoordeeld. De partijen hebben in hun akten gereageerd op vragen van het hof over de economische waarde van de prestaties en de huurcomponenten. Het hof heeft vastgesteld dat Von Gahlen voor het jaar 2020 maandelijks € 2.255,37 aan Itec had moeten betalen, en voor de periode januari tot en met mei 2021 een bedrag van € 1.951,44. Voor de periode na de ontbinding van de overeenkomst tot 1 januari 2022 moet nog worden vastgesteld wat de waarde van de geleverde toners en de huurprijs van de printers is. Het hof heeft partijen aangespoord om minnelijk tot een oplossing te komen. De zaak is verwezen naar een roldatum voor verdere akten van beide partijen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof: 200.327.748
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem: 10214899)
arrest van 20 augustus 2024
in de zaak van
Von Gahlen Nederland B.V.
die is gevestigd in Zevenaar
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde partij
hierna: Von Gahlen
advocaat: mr. T.J. van Veen
tegen
Itec B.V.
die is gevestigd in Zaltbommel
en bij de kantonrechter optrad als eisende partij
hierna: Itec
advocaat: mr. N.J.C. van Dorsselaer-Spapen

1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • akte ter uitvoering tussenarrest met producties van Von Gahlen;
  • akte uitlaten met producties van Itec.
1.2.
Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De verdere beoordeling van het hoger beroep

2.1.
In het tussenarrest van 26 maart 2024 (hierna: het tussenarrest) heeft het hof beslist dat de tussen Itec en Von Gahlen gesloten overeenkomst is ontbonden per 1 juni 2021. Het hof heeft verder overwogen dat als gevolg van de ontbinding ongedaanmakingsverbintenissen voor de reeds ontvangen prestaties ontstaan. Omdat de verrichte prestaties naar hun aard niet ongedaan gemaakt kunnen worden, treedt een verbintenis tot vergoeding in de plaats ter hoogte van de economische waarde van de prestatie voor de ontvanger Von Gahlen op het tijdstip van ontvangst. Het hof heeft daarnaast overwogen dat voor de prestaties die ná 1 juni 2021 zijn verricht geen rechtsgrond bestaat. Dat betekent dat deze prestaties in beginsel op grond van onverschuldigde betaling kunnen worden teruggevorderd. Omdat de door Itec geleverde prestaties niet ongedaan gemaakt kunnen worden, geldt ook voor deze prestaties dat Itec recht heeft op ongedaanmaking daarvan (artikel 6:203 lid 3 BW) en dat moet worden vastgesteld welke waarde de prestaties van Itec vanaf 1 juni 2021 voor Von Gahlen hebben gehad.
2.2.
Om de waarde van de prestaties te kunnen bepalen, heeft het hof partijen in het tussenarrest in de gelegenheid gesteld om bij akte te reageren op de vragen opgenomen onder 3.16 van het tussenarrest. Partijen hebben vervolgens ieder een akte genomen waarin zij in zijn gegaan op de door het hof gestelde vragen.
Kalenderjaar 2020
2.3.
Partijen zijn het erover eens dat indien de overeenkomst zou zijn aangepast per 1 januari 2020, voor het gehele kalenderjaar 2020 10.500 zwart/wit tellertikken en 10.210 kleur tellertikken zouden zijn overeengekomen. Partijen verschillen van mening welk maandbedrag hier tegen over zou hebben gestaan. Volgens Von Gahlen is dit € 992,18. Itec komt uit op een hoger bedrag per maand (€ 2.255,37). Itec heeft aan de hand van de als productie 9 en productie 10 overgelegde facturen gemotiveerd onderbouwd dat de maandelijkse facturen bestaan uit drie componenten:
a. een huurcomponent. Dit bedrag staat vast gedurende de looptijd van de overeenkomst en bedraagt € 1.416,98;
b. een onderhoudscomponent voor teller 1 zwart € 372,35;
c. een onderhoudscomponent voor teller 2 kleur € 690,21.
2.4.
Op de factuur van 15-01-2019 worden de bedragen genoemd onder a. en b. samen opgeteld (€ 1.789,33) zijnde huur én onderhoud. Component c. betreft alleen onderhoud van twee printers die eigendom zijn van Von Gahlen. In 2019 was het totaal bedrag per maand dat Itec aan Von Gahlen factureerde € 2.500,- (componenten a., b. en c. samen).
2.5.
Itec heeft aangevoerd dat de huurcomponent een vast bedrag is. Zij heeft een factuur overgelegd [1] van Leasing Solutions waaruit dit blijkt. Het hof is van oordeel dat Itec daarmee voldoende heeft onderbouwd dat de huurcomponent een vast bedrag is en dat dit bedrag één op één doorberekend werd aan Von Gahlen. Tot aan de datum van de ontbinding van de overeenkomst (1 juni 2021) dient daarom rekening te worden gehouden met deze huurcomponent. Het hof is van oordeel dat het standpunt van Itec dat de prijzen in 2020 met 2,8% geïndexeerd werden, klopt. Dit volgt uit de door Itec overgelegde facturen uit 2020 [2] . Dit betekent dat de huurcomponent in 2020 € 1.456,66 (te weten: € 1.416,98 x 1.028) zou hebben bedragen.
2.6.
Het onderhoudsbedrag voor teller 1 zwart (hierboven onder b.) opgenomen, gaat uit van een prijs per tellertik in 2019 van € 0,01808 (te weten: € 372,35/20.593 tellertikken). Het onderhoudsbedrag voor teller 2 kleur (zie c.) gaat uit van een prijs per tellertik in 2019 van € 0,05746 (te weten: € 690,21/12.012 tellertikken). Deze bedragen per tellertik dienen vervolgens geïndexeerd te worden met 2.8%, hetgeen leidt tot de volgende tarieven per tellertik voor het jaar 2020:
  • € 0,0186 per tellertik zwart;
  • € 0,0591 per tellertik kleur.
Dit brengt mee dat in 2020 het volgende maandbedrag verschuldigd was door Von Gahlen aan Itec:
Huurcomponent
€ 1.456,66
Onderhoudsbedrag teller 1 zwart
€ 195,30 (10.500 tellertikken x € 0,0186)
Onderhoudsbedrag teller 2 kleur
€ 603,41(10.210 tellertikken x € 0,0591)
Totaal
€ 2.255,37
2.7.
Het hof merkt hierbij op dat Itec ook uitgaat van dit bedrag per maand. Zij heeft daarbij het bedrag voor de MPS software niet meegenomen, zodat het hof dat in navolging daarvan ook niet zal doen.
2.8.
De conclusie is dat voor het jaar 2020 Von Gahlen maandelijks een bedrag van
€ 2.255,37had moeten betalen aan Itec, hetgeen het hof tevens aanduidt als de door Von Gahlen te vergoeden waarde van de door Itec verichtte prestatie.
Periode 1 januari 2021 tot en met mei 2021
2.9.
Itec heeft in haar akte geen onderscheid gemaakt tussen het aantal tellertikken dat Von Gahlen zou hebben afgenomen per 1 januari 2020 en per 1 januari 2021. Von Gahlen heeft aan de hand van een overzicht van de daadwerkelijke aantallen die zij heeft geprint in 2020 [3] echter voldoende aannemelijk gemaakt dat zij - zoals zij op grond van de overeenkomst ook mocht doen - het aantal tellertikken voor het jaar 2021 verder zou hebben verlaagd naar 5.041 zwart tellertikken en 6.380 kleur tellertikken. Het hof gaat daar dan ook van uit voor de periode januari tot en met mei van 2021.
2.10.
Uit de door Itec overgelegde facturen uit 2020 en 2021 leidt het hof af dat de indexering in het jaar 2021 1.20% bedroeg. De huurcomponent zou dan hebben bedragen:
€ 1.474,14(€ 1.456,66 x 1.012). De tellertikken zwart bedroegen per stuk:
€ 0,019(€ 0.0186 x 1,012) en de tellertikken kleur bedroegen per stuk:
€ 0,0598(€ 0,0591 x 1,012).
2.11.
Dit brengt mee dat voor de periode januari tot en met mei 2021 het volgende maandbedrag verschuldigd was door Von Gahlen aan Itec:
Huurcomponent
€ 1.474,14
Onderhoudsbedrag teller 1 zwart
€ 95,78 (5.041 tellertikken x € 0,019)
Onderhoudsbedrag teller 2 kleur
€ 381,52(6.380 tellertikken x € 0,0598)
Totaal
€ 1.951,44
2.12.
De conclusie is dat voor de maanden januari tot en met mei 2021 Von Gahlen maandelijks een bedrag van
€ 1.951,44had moeten betalen aan Itec.
Periode 1 juni 2021 (datum ontbinding) tot 1 januari 2022
2.13.
De eerste vraag die het hof dient te beantwoorden is hoe lang de dienstverlening van Itec aan Von Gahlen heeft voortgeduurd. Volgens Von Gahlen heeft zij de twee HP printers, die zij huurde van Itec, niet meer gebruikt vanaf 1 juni 2021. De twee eigendomsprinters heeft zij gebruikt tot 21 december 2021, aldus Von Gahlen.
2.14.
Itec heeft dit gemotiveerd betwist. Aan de hand van overzichten uit de administratie heeft Itec onderbouwd dat de machines in ieder geval tot 1 januari 2022 zijn gebruikt. Het hof volgt Itec hierin. Uit de als productie 11 overgelegde overzichten blijkt namelijk dat alle vier de machines nog gebruikt zijn tot 1 januari 2022 en daarna niet meer. Itec heeft nog betoogd dat de machines mogelijk ook na 1 januari 2022 nog gebruikt zijn, maar dat zij dat niet meer kan zien als de machines niet meer aan ‘Smart MPS’ gekoppeld zijn. Von Gahlen heeft gemotiveerd betwist dat zij de twee huurprinters nog heeft gebruikt. Het hof overweegt hierover dat voor wat betreft de eigendomsprinters vaststaat dat er alleen tot eind 2021 service/onderhoud is verleend (zie tabel hierna). Voor deze twee printers is geen huur verschuldigd. Voor wat betreft de twee huurprinters staat ook vast dat tot eind 2021 nog service/onderhoud is verleend (zie tabel hierna). Dat deze twee huurprinters na 1 januari 2022 nog gebruikt zijn door Itec is, gelet op de gemotiveerde betwisting van Von Gahlen, niet vast komen te staan. Itec heeft daar ook geen bewijs van aangeboden. Het hof gaat er daarom van uit dat de machines tot
1 januari 2022zijn gebruikt door Von Gahlen.
2.15.
Zoals het hof heeft overwogen in 3.13 van het tussenarrest moet worden vastgesteld wat de waarde is van de door Itec geleverde diensten in de periode 1 juni 2021 – 1 januari 2022. Uit de als productie 11 bij akte uitlaten weergegeven informatie, leidt het hof af dat Itec aan service/onderhoud in die periode het volgende aan Von Gahlen heeft geleverd:
Printer
Aantal toners
Aantal keer monteur langs geweest
HP401DN (1301944105)
HP401DN (1301944104
TA3051CI
(L874515287)
TA3051CI
(LHD5Y47350)
2.16.
Von Gahlen zal de prijs van deze toners aan Itec moeten betalen. Omdat het hof de waarde van de door Itec geleverde toners niet kan bepalen, verzoekt het hof partijen om zich hierover bij akte uit te laten. Het hof merkt daarbij op dat het gaat om de toners zoals op de overzichten van Itec opgenomen, zodat onderscheid gemaakt moet worden of het om een kleurentoner gaat, om een “Toner Collection Box” of een zwarte toner. Partijen dienen daarbij uit te gaan van een gangbare verkoopprijs. Von Gahlen hoeft geen bedrag te betalen voor overige serviceverlening, aangezien er geen monteur is langs geweest in de betreffende periode.
2.17.
Von Gahlen zal daarnaast een huurbedrag per maand moeten betalen voor de twee huurprinters voor de periode juni tot en met december 2021 (7 maanden). Het hof verzoekt partijen om bij akte (onderbouwd) uiteen te zetten wat een gangbare huurprijs is voor de twee HP401 printers (of vergelijkbare printers, uitgaande van een losse huurprijs). Het hof geeft partijen mee dat het hof een bedrag van om en nabij € 150,- per printer per maand redelijk lijkt.
2.18.
Von Gahlen behoeft over de periode 1 juni 2021 – 1 januari 2022 geen separaat bedrag voor het aantal tellertikken te betalen. Von Gahlen betaalt voor de huur van de printers en voor de geleverde toners. Verder is in deze periode geen service verleend (er is geen monteur langsgeweest en dat Itec verder nog andere service heeft verleend of onderhoud heeft verricht in deze periode is niet gebleken). Daarmee zijn de tellertikken inbegrepen in de prijs die Von Gahlen voor de toners en de huur van de twee printers over deze periode dient te betalen.
2.19.
Het bedrag dat Von Gahlen vanaf de datum van de ontbinding is verschuldigd bedraagt dus in totaal: 7 maanden x het huurbedrag (om en nabij € 300,-) + de waarde van 15 toners. Vanaf 1 januari 2022 is Von Gahlen niets meer verschuldigd aan Itec. Hetgeen Von Gahlen vanaf die periode heeft betaald aan Itec is onverschuldigd betaald.
De conclusie
2.20.
Het voorgaande leidt tot de volgende conclusie:
  • Von Gahlen diende voor wat betreft het jaar 2020 per maand aan Itec te betalen:
  • Von Gahlen diende voor wat betreft januari t/m mei 2021 per maand aan Itec te betalen:
  • voor wat betreft de periode juni 2021 tot en met december 2021 is het maandbedrag dat Von Gahlen diende te betalen nog onbekend, omdat de waarde van de toners en de huurprijs van de twee HP printers nog moet worden onderbouwd;
  • vanaf 1 januari 2022 hoeft Von Gahlen niets meer aan Itec te betalen.
2.21.
Het hof geeft partijen - gelet op het gegeven dat nagenoeg alle beslispunten al duidelijk zijn - in overweging om hierover met elkaar in contact te treden en de zaak verder minnelijk op te lossen.

3.De beslissing

Het hof:
3.1.
verwijst de zaak naar de roldatum
17 september 2024voor een door Itec te nemen akte zoals hiervoor onder 2.16 en 2.17 bedoeld;
3.2.
verwijst de zaak naar de roldatum
15 oktober 2024voor een door Von Gahlen te nemen antwoordakte zoals hiervoor onder 2.16 en 2.17 bedoeld;
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. L.A. de Vrey, A.A. van Rossum en M.F.J.N. van Osch, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2024.

Voetnoten

1.Productie 9 bij akte d.d. 23 april 2024
2.Productie 6 bij akte overleggen producties tevens akte vermeerdering van eis van Itec in eerste aanleg
3.Productie 26 bij akte ter uitvoering tussenarrest
4.Te weten op: 6 juli 2021
5.Te weten op: 7 juni, 20 juli, 2 september, 6 september (2x), 15 september en 21 oktober 2021 (3x).
6.Te weten op: 2 juni, 1 november (2x), 15 november en 23 november 2021.