Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het arrest van dit hof van 13 februari 2024 waarin is bepaald dat de door [appellante] aanhangig gemaakte dagvaardingsprocedure volgens de regels van de verzoekschriftprocedure in hoger beroep zal worden voortgezet en dat het beroepschrift dat op 18 december 2023 is ontvangen tijdig is ingediend
- de door [appellante] op 13 maart 2024 ingediende ontbrekende stukken van de procedure bij de kantonrechter
- het verweerschrift
- het aanvullend verzoekschrift van [appellante] , ingediend op 13 juni 2024
- het verslag (proces-verbaal) van de op 28 juni 2024 gehouden mondelinge behandeling.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
“
Het werk is, gezien de huidige mogelijkheden van mevrouw [appellante] , met aanpassingen en/of voorzieningen niet passend te maken.
Een burn-out voel je niet aankomen, je hoopt tot op het laatste moment dat het beter zal worden” en wil niets afdoen aan de ernst en ingrijpendheid daarvan voor [appellante] , maar het gaat er hier om in hoeverre BAM hiervan een ernstig verwijt te maken is. En daarvoor is de vraag van de kenbaarheid van de persoonlijke druk voor [appellante] van groot belang. Zoals hiervoor is overwogen is onvoldoende aannemelijk geworden dat BAM hiervan op de hoogte is gesteld door [appellante] of dat zij hiervan redelijkerwijs op de hoogte had moeten zijn. Bovendien geldt dat BAM wel degelijk heeft geacteerd op de signalen die [appellante] wel gaf, door een compliance case op te starten.
conclusie