Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De vaststaande feiten
4.Het oordeel van het hof
“indien opdrachtgever een lesmethode korter dan 4 jaar op de boekenlijst plaatst, betaalt opdrachtgever aan inschrijver voor elk ontbrekend jaar, 18,75%. van de consumentenprijs van de folio huurboeken van de betreffende methode. Ook de historie van boekenlijsten voorafgaand aan deze overeenkomst wordt meegenomen voor het bepalen van de gebruiksduur”.
“Moderne Wiskunde”bij het einde van de overeenkomst in 2021 al langer dan vier jaren werd voorgeschreven op scholen van NUOVO, is NUOVO geen compensatie verschuldigd, als een school het voorschrijven van de bijvoorbeeld de 11e editie van Moderne Wiskunde havo-vwo deel A al na twee jaar beëindigt. In de tweede plaats beroept zij zich op Wens 3 bij artikel 6.4 (
“Opdrachtgever heeft een voorkeur voor een inschrijver die geen kosten in rekening brengt voor het voortijdig (binnen een periode van 4 jaar) afvoeren van folio van een lesmethode, terwijl wel de digitale leermiddelen van deze methode worden gehandhaafd.) dat haar de bevoegdheid geeft zonder kosten het voorschrijven van een folio (leerboek) binnen vier jaar te beëindigen indien de lesmethode digitaal wordt voortgezet.
“Biologie voor jou”,of
“Nectar”voor biologie,
“Grandes Lignes”of
“d’Accord”voor Frans en het al eerder genoemde
“Moderne Wiskunde”of “
Getal en Ruimte”voor wiskunde. Een lesmethode heeft geen ISB-nummer. Lesmethodes zijn vaak al tientallen jaren in gebruik. In het algemeen kan worden gezegd dat de digitale leeromgevingen regelmatig worden aangepast, maar dat van de leerboeken doorgaans eens in de vier jaar een nieuwe druk verschijnt. Een leerboek is een gebruiksboek dat gedurende de periode dat de school het op de boekenlijst heeft geplaatst door verschillende leerlingen wordt gebruikt. Werkboeken zijn verbruiksboeken die ieder jaar worden aangeschaft en waarin leerlingen mogen schrijven berekeningen uitschrijft en die niet worden doorgegeven aan andere leerlingen. Iddink is een van de drie distributeurs van schoolboeken in Nederland. De distributeurs vormen de schakel tussen uitgeverijen van leermiddelen en abonnementen en de scholen voor voortgezet onderwijs. Omdat distributeurs leerboeken aanschaffen en verhuren aan scholen, zijn zij in wezen voorfinanciers van deze leermiddelen. Daarnaast verlenen distributeurs volgens Iddink allerlei diensten om het de scholen gemakkelijk te maken de schoolboeken te bestellen en om toegang te krijgen tot de digitale leeromgevingen.
“opdrachtgever zal aan het einde van de overeenkomst meewerken aan de overname van folio leermiddelen die nog geen 4 jaar op de boekenlijst hebben gestaan en het eerste daaropvolgende schooljaar van de nieuwe overeenkomst op de boekenlijst worden geplaatst.”De opvolgend distributeur neemt dan de boeken over van de vertrekkend distributeur. Iddink heeft gesteld dat een dergelijke terugkoopregeling gebruikelijk is en dat een school met de vertrekkende distributeur afrekende conform de compensatieregeling, als zij besloot het leermiddel niet meer op de boekenlijst te plaatsen, ook al waren er nog geen vier jaar verstreken (verklaringen van de twee andere distributeurs Van Dijk en OsingadeJong, producties 48 en 49 van Iddink).
“indien opdrachtgever een lesmethode korter dan 4 jaar op de boekenlijst plaatst, betaalt opdrachtgever aan inschrijver voor elk ontbrekend jaar, 18,75% van de consumentenprijs van de folio huurboeken van de betreffende methode. Ook de historie van boekenlijsten voorafgaand aan deze overeenkomst wordt meegenomen voor het bepalen van de gebruiksduur”. In de compensatieregeling in artikel 9 onder d) van de overeenkomst die partijen in 2010 met elkaar hebben gesloten, stond niet het woord
“lesmethode”op deze plaats, maar het woord
“huurboek”. NUOVO heeft uiteengezet dat deze wijziging bewust is gerealiseerd: gerekend moet worden vanaf het moment dat de lesmethode op een van de bij haar aangesloten scholen is ingevoerd. Dat moment is bepalend voor de vraag of NUOVO Iddink moet compenseren voor het feit dat de lesmethode korter dan vier op de boekenlijst is geplaatst. Daarbij is de boekenlijst van alle scholen tezamen maatgevend, zoals ook blijkt uit de definitie van
“Boekenlijst”: “Overzicht van lesmethoden, onderscheiden naar klas, leerjaar en onderwijsrichting, met daarbij het jaar dat deze lesmethoden voor het eerst door opdrachtgever op deze lijst zijn geplaatst.”
“Lesmethode”is als volgt gedefinieerd in de offerteaanvraag:
“Al het materiaal dat het verplichte lesprogramma volledig dekt (door school vastgestelde curriculum) onder één merknaam, voor één vak in één leerjaar, zoals de uitgever dit aan de commerciële markt aanbiedt inclusief eventuele toebehoren (onder andere docentenmateriaal) en opties.”De meeste lesmethoden bestaan al decennia (
“Biologie voor jou”, “Getal en Ruimte”bestaan al ongeveer vijftig jaar). Als de visie van NUOVO zou worden gevolgd, zou Iddink nagenoeg nimmer aanspraak kunnen maken op de compensatieregeling voor leerboeken, omdat de meeste lesmethodes langer dan vier jaar zijn geplaatst op de boekenlijst van (een van) de scholen van NUOVO, ook dus in het geval dat een school besluit om een bepaalde editie van een leerboek na twee jaar niet meer op de boekenlijst te plaatsen. Omgekeerd zou Iddink telkens de maximale korting op de huurprijs van leerboeken moeten geven onder de kortingsregeling, wederom omdat de lesmethode al (veel) langer dan vier jaar is geplaatst op de boekenlijst. Het hof volgt de stelling van Iddink dat deze consequentie bepaald onaannemelijk is: Iddink zou dan gedurende de looptijd van de overeenkomst verplicht zijn om leerboeken aan te schaffen, zonder dat zij daarvoor wordt betaald, integendeel, zij zou moeten betalen aan NUOVO. Dat kan niet de bedoeling zijn. De onaannemelijkheid van dit rechtsgevolg maakt dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver de aanbestedingsstukken niet op die manier heeft hoeven begrijpen.
“Zodra opdrachtgever kiest voor een abonnement op een lesmethode en van deze lesmethode, door de uitgever een of meer nieuwe leermiddelen worden aangeboden aan de commerciële markt garandeert inschrijver ingaande het daarop volgende schooljaar, het betreffende abonnement inclusief de nieuwe leermiddelen. Garandeert inschrijver dit?”) volgt weliswaar dat Iddink gehouden is een nieuwe editie van een leerboek te verhuren aan een school, als deze daarom vraagt. Iddink heeft echter onvoldoende weersproken gesteld dat vakdocenten lang niet altijd van dit recht gebruik maakten en dat de digitale leeromgeving die hoorde bij de oude druk ook na verschijnen van de nieuwe druk beschikbaar bleef. Bovendien blijkt niet uit de overeenkomst of de offerteaanvraag of enig ander onderdeel van de aanbestedingsstukken dat de compensatieregeling niet geldt als een school aanspraak maakt op een nieuwe editie van een leerboek. Ter zitting heeft Iddink verklaard dat zij eis 8 zo ook niet heeft begrepen en behoeven te begrijpen, in welke opvatting het hof Iddink volgt. Ten slotte ziet eis 8 niet op de situatie dat een school overstapt van een abonnement naar LIFO: er is dan immers geen sprake van het vervangen van een oude editie door een nieuwe editie.
“Opdrachtgever heeft een voorkeur voor een inschrijver die geen kosten in rekening brengt voor het voortijdig (binnen een periode van 4 jaar) afvoeren van folio van een lesmethode, terwijl wel de digitale leermiddelen van deze methode worden gehandhaafd.”Volgens haar mag zij kosteloos folio’s (leerboeken) afvoeren. Ook dat argument gaat niet op. Als behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende partij had Iddink er niet bedacht op behoeven te zijn, dat deze wens meebracht dat zij ook bij het afvoeren van folio’s bij het einde van de overeenkomst geen aanspraak op compensatie zou hebben. Zo heeft zij die wens ook niet begrepen, want blijkens haar antwoord heeft zij deze wens geclausuleerd gehonoreerd:
“Wij begrijpen uw wens volledig en wij zullen geen kosten in rekening brengen voor het voortijdig afvoeren van een foliotitel indien de digitale variant wordt doorgezet. Indien u een lesmethode 4 jaar handhaaft, maakt het voor ons niet uit in welke vorm u de gekozen content jaarlijks wilt betrekken. Bij ons is het folio bestanddeel kosteloos inwisselbaar voor de digitale variant. Daar zorgen wij voor!”NUOVO had uit dit antwoord moeten begrijpen dat Iddink toezegde dat het folio kosteloos kon worden afgevoerd, als zij de digitale variant bij Iddink (“bij ons”) doorzette. Dat impliceert dat Iddink niet toezegde dat zij geen kosten in rekening zou brengen als NUOVO dat bij het einde van de overeenkomst zou doen en er dus geen sprake was van het “doorzetten” van de digitale variant bij Iddink. Bovendien heeft Iddink gesteld en dat is niet voldoende weersproken door NUOVO dat de digitale leeromgeving die behoorde bij een abonnement destijds anders en beperkter was dan de digitale leeromgeving van een volledig digitale leermethode zoals die in 2021 in het LIFO-concept beschikbaar was. Volgens Iddink diende de digitale leeromgeving uit de looptijd van de overeenkomst ter aanvulling van het leerboek. Het was haar ervaring dat scholen zelden het leerboek afvoerden en de overstap maakten naar zo’n beperkte digitale leeromgeving. Ook om die reden valt een algehele overschakeling naar een volledig digitale leeromgeving buiten de grenzen van Wens 3, zoals deze is gehonoreerd door Iddink. Ook de door Iddink gehonoreerde Wens 3 staat daarom niet aan toepassing van de compensatieregeling in de weg.