2.2Op 28 juni 2013 hebben partijen hun huwelijkse voorwaarden gewijzigd. Bij akte wijziging huwelijkse voorwaarden zijn partijen – voor zover hier van belang – het navolgende overeenkomen:
“
De verschenen personen verklaarden vooraf:
(…)
2. In gemelde huwelijkse voorwaarden is onder artikel 7 opgenomen dat partijen zich jegens elkander verplichten jaarlijks binnen zes maanden na afloop van een kalenderjaar ter verdeling bij helfte bijeen te voegen hetgeen van hun netto-inkomens -in de zin van artikel 5 lid 3 van gemelde huwelijkse voorwaarden- in het voorgaande jaar kalenderjaar niet is besteed ter dekking van de kosten der huishouding of op andere wijze gelijkelijk aan beiden is ten goede gekomen.
3. Voormelde periodieke verrekening door partijen tot op heden, niet is uitgevoerd.
4. Partijen wensen vast te stellen -ter voorkoming van geschillen en onduidelijkheid in de toekomst-, dat zij op grond van voormelde periodieke verrekening niets meer van elkaar te vorderen hebben, uit welke hoofde dan ook. Partijen verklaren dat zij ieder het hen toekomende hebben ontvangen en elkaar over en weer kwijting en décharge te verlenen alsmede afstand te doen van het recht om op grond van enige bepaling van het Burgerlijk Wetboek ontbinding of vernietiging te vorderen van de onderhavige huwelijkse voorwaarden, waaronder mede begrepen afstand van het recht op vernietiging wegens dwaling omtrent de waarde van de vorderingen, aangezien ieder der partijen het voormelde te zijnen bate of schade aanvaardt.
(…)
HUWELIJKSE VOORWAARDEN
Uitsluiting
Artikel 1
De echtgenoten sluiten elke gemeenschap van goederen uit.
Bewijsovereenkomsten
Artikel 2
1. Roerende zaken en rechten aan toonder die behoren tot het beroeps- of bedrijfsvermogen van een echtgenoot worden tot op tegenbewijs geacht eigendom te zijn van die echtgenoot.
2. Kleding en sieraden worden tot op tegenbewijs geacht eigendom te zijn van de echtgenoot die deze goederen gebruikt of tot gebruik van wie zij bestemd zijn.
Geschil met betrekking tot goederen
Artikel 3
Bij een geschil tussen partijen met betrekking tot de eigendom van roerende zaken of rechten
aan toonder die niet onder de werking van een bewijsovereenkomst vallen, worden deze, indien geen van partijenhaar rechten op die goederen kan bewijzen, geacht aan ieder van partijen voor de helft toe te behoren.
Artikel 4
1. Een echtgenoot heeft een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot, indien een bedrag of waarde ten behoeve van die andere echtgenoot aan zijn vermogen is onttrokken. De vergoeding is gelijk aan het bedrag of de waarde ten tijde van de onttrekking, ongeacht waarvoor het onttrokken bedrag of de onttrokken waarde is aangewend.
2. Een vergoedingsrecht is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich tegen die opeisbaarheid verzetten.
3. Over een vergoedingsrecht is rente verschuldigd, nadat het bedrag in rechte is gevorderd, in welk geval vanaf het tijdstip dat een echtgenoot in gebreke is met de voldoening daarvan de wettelijke rente is verschuldigd.
4. De echtgenoten kunnen bij schriftelijke overeenkomst van het in de voorgaande leden bepaalde afwijken.
5. Een vergoedingsrecht ontstaat niet, indien sprake is van de voldoening aan een natuurlijke verbintenis, indien een bedrag of waarde op grond van een overeenkomst aan de andere echtgenoot ter beschikking wordt gesteld of indien als gevolg van die onttrekking de waarde van een aan de andere echtgenoot toebehorend goed op grond van artikel 9 geheel of gedeeltelijk verrekend moet worden.
(…)
Kosten van de huishouding en eigendom van (huishoudelijke) goederen
Artikel 7
1. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden door de echtgenoten gedragen naar evenredigheid van ieders inkomen. Zijn de inkomens onvoldoende, dan worden de kosten gedragen naar evenredigheid van ieders vermogen. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
2. Onder de kosten van de huishouding zijn begrepen de premies en kosten van verzekeringen die betrekking hebben op aan partijen toebehorende goederen, de kosten van de gezamenlijke vakanties, de huurprijs van de gemeenschappelijk bewoonde woning, de rente en kosten van geldleningen die zijn aangegaan in verband met de aanschaf of het onderhoud van de gemeenschappelijk bewoonde woning, de rente, kosten en aflossingen van geldleningen aangegaan in verband met de aanschaf of het onderhoud van de gemeenschappelijk bewoonde woning, de rente, kosten en aflossingen van geldleningen aangegaan voor de aanschaf van goederen die aan partijen tezamen toebehoren, alsmede de kosten van dagelijks onderhoud van de hiervoor bedoelde woning en goederen.
3. (…)
4. Tot de kosten van de huishouding behoren ook de kosten van aanschaf van de inboedel.
5. De goederen bedoeld in lid 4 zijn eigendom van beide echtgenoten, ieder voor de helft.
6. Het bepaalde in de leden 4 en 5 geldt niet, indien een echtgenoot goederen als bedoeld in lid 4 verkrijgt ten behoeve van het eigen vermogen. Van een verkrijging ten behoeve van het eigen vermogen wordt vermoed sprake te zijn, indien een echtgenoot de kosten van aanschaf van een goed dat niet bestemd is om te worden verbruikt geheel uit eigen middelen voldoet of indien hij met de verkrijging van dat goed een lening aangaat waarbij de andere echtgenoot geen partij is.
7. Indien de echtgenoten in onderling overleg niet samenwonen, worden de gezamenlijke kosten van de afzonderlijke huishoudens, waaronder begrepen de kosten die verband houden met de huisvesting van de echtgenoten, gedragen op de wijze als in lid 1 is bepaald.
8. De echtgenoot die in een kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan hij op grond van het bepaalde in dit artikel zou moeten dragen, kan dit meerdere van de andere echtgenoot terugvorderen, mits hij die vordering instelt binnen zes maanden na de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding of, in geval van scheiding van tafel en bed, binnen zes maanden na de totstandkoming daarvan.
9. Indien de vordering overeenkomstig lid 8 is ingesteld, moet deze direct worden voldaan, tenzij redelijkheid en billijkheid zich daartegen verzetten.
Overlijdensrisicoverzekeringen
Artikel 8
Premies en koopsommen van een levensverzekering (een ongevallenverzekering daaronder begrepen) en al hetgeen in verband hiermee is verschuldigd, behoren niet tot de kosten van de huishouding en worden uitsluitend gedragen door de echtgenoot die deze krachtens de polis is verschuldigd.
Deze premies en koopsommen zijn en blijven uitsluitend voor rekening van de premieplichtige.
Bij een verrekening van betaalde premies en koopsommen wordt degene die recht heeft op verrekening volledig schadeloos gesteld.
(…)
Artikel 12
Rechtskeuze
De verschenen personen verklaarden dat de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk zullen worden beheerst door het Nederlands recht.
Aanbreng
De rechten aan toonder en de roerende zaken die de echtgenoten die tot het privévermogen van ieder der echtgenoten behoort zijn vermeld op een door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekende staat die aan deze akte zal worden gehecht.
(…)”
Op voormelde staat van aanbrengsten is opgenomen:
“
Aanbreng van de heer [verweerder] :
Onroerende zaken:
Het winkel-woonhuis met bijbehorende grond, plaatselijk bekend [adres1] , kadestraal bekend gemeente [de gemeente] , sectie C nummer 2107.
Hypothecaire schulden:
een hypothecaire geldlening ten behoeve van de stichting Stichting [naam1] , met een inschrijvingsbedrag van vierenveertigduizend zeshonderd veertien euro (€ 44.614), ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de openbare Registers op zeventien maart tweeduizend zes, in deel 31650, nummer 45.
Polissen en levensverzekeringen
Roerende lichamelijke zaken
Boot Oyster Lightwave 395;
Porsche S bouwjaar 1997;
Porsche Targa bouwjaar 1988;
Jaquar S bouwjaar 2006;
Camper Arro 69;
Horloges van het merk Aquastar, Rolex en Tag Heuer;
alle herenkleding
alle gereedschappen.
Aanbreng van mevrouw [verzoekster]
Bankrekening:
Girorekening met rekeningnummer [nummer3]
Polissen en levensverzekeringen:
De rechten uit de polis van levensverzekering bij [naam2] N.V. met polisnummer [nummer4]
Aandelen in besloten vennootschap:
alle aandelen in de besloten vennootschap [naam3] B.V., statutair gevestigd aan de [adres2] te [woonplaats1] , ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland onder nummer [nummer5] , welke voormelde besloten vennootschap alle aandelen houdt in de besloten vennootschap [naam4] B.V., ingeschreven in het het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland onder nummer [nummer6] .
Roerende lichamelijke zaken:
Gewaarmerkt, [woonplaats1] op 28 juni 2013.”