ECLI:NL:GHARL:2024:4864

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
200.312.398/01 en 200.312.399/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om compensatie van proceskosten in DNA-onderzoek en voorlopig getuigenverhoor afgewezen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot verzoeken van de vrouw, die de enige procespartij is. De vrouw had eerder verzocht om DNA-onderzoek en een voorlopig getuigenverhoor, maar heeft deze verzoeken op 15 april 2024 ingetrokken. Het hof heeft in zijn beschikking vastgesteld dat er geen andere belanghebbenden zijn betrokken in deze procedures, waardoor de kosten voor de procedure voor rekening van de vrouw komen. Het hof heeft het verzoek om compensatie van proceskosten afgewezen, omdat er geen grond voor compensatie aanwezig was. De vrouw is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken, en het hof heeft de proceskosten niet gecompenseerd. De beschikking is uitgesproken in het openbaar, met de betrokken rechters en de griffier aanwezig.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummers gerechtshof 200.312.398/01 en 200.312.399/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 203742)
beschikking van 23 juli 2024
inzake
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster in hoger beroep,
verder te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. G.N. Sanders te Den Haag.

1.Het verloop van de procedures in hoger beroep

1.1
Voor het verloop van de procedures tot 28 februari 2023 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking van die datum, waarbij het hof iedere verdere beslissing heeft aangehouden.
1.2
Nadien heeft het hof nog ontvangen:
- een journaalbericht van mr. Sanders van 15 april 2024 met bijlage(n);
- een journaalbericht van mr. Van Liere van 26 april 2024 met bijlage(n).

2.De motivering van de beslissing

In beide zaken
2.1
Uit de bij het journaalbericht van mr. Sanders gevoegde brief van 15 april 2024, maakt het hof op dat de vrouw haar verzoeken met betrekking tot het gelasten van DNA-onderzoek en het houden van een voorlopig getuigenverhoor intrekt en alle gerechtelijke procedures in hoger beroep wenst te beëindigen. Het hof zal daarom de vrouw niet-ontvankelijk verklaren in deze verzoeken.
2.2
Bij haar bericht tot intrekking vraagt de vrouw een oordeel van het hof ten aanzien van de kostenveroordelingen, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, waarbij zij het hof verzoekt de proceskosten te compenseren.
2.3
Het hof constateert dat er in de onderhavige procedures, die betrekking hebben op een DNA-onderzoek en een voorlopig getuigenverhoor, buiten de vrouw, geen andere belanghebbenden zijn betrokken. De vrouw is hier de enige procespartij. Gelet hierop zijn de kosten voor deze procedure voor rekening van de vrouw en is er geen grond voor compensatie van proceskosten. Dit verzoek zal het hof daarom afwijzen.

3.De slotsom

In beide zaken
Nu de vrouw haar verzoeken heeft ingetrokken, zal het hof haar niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoeken.

4.De beslissing

In beide zaken
Het hof, beschikkende:
verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoeken in hoger beroep;
wijst af het verzoek ten aanzien van de proceskosten.
Deze beschikking is gegeven door mrs. L. van Dijk, I.A. Vermeulen en C. Koopman, bijgestaan door mr. J.M.G. van Wijk als griffier, en is op 23 juli 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.