Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante] ,
[appellanten]
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerden]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
de VvE), [naam1] , [naam2] , [naam3] en [naam4] als medegedaagden van [appellanten] heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep van 9 april 2024 met daarin opgenomen de grieven;
- de overbetekening van de dagvaarding in hoger beroep aan de medegedaagden in de rechtbankprocedure;
- het op 30 april 2024 aan [geïntimeerden] verleende verstek.
2.De kern van de zaak
3.De feiten
[naam2] c.s.) eigenaar geworden van de onroerende zaak aan de [adres1] 55-57 (voorheen [adres1] 19 -21). In de akte van levering waarbij [naam2] c.s. het pand geleverd hebben gekregen, zijn de hiervoor genoemde erfdienstbaarheden ook opgenomen. Op 5 november 2015 is [naam3] (jr.) mede-eigenaar geworden van de onroerende zaak aan de [adres1] 55-57. De onroerende zaak is op enig moment daarna gesplitst in appartementsrechten, waarbij de VvE is opgericht.