Uitspraak
Westerman,
de curator,
Rabobank,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, betreft het een hoger beroep in een faillissement. De curator en de Coöperatieve Rabobank U.A. betwisten een vordering die door Bouwbedrijf Westerman B.V. is ingediend in het faillissement van Norder Investment B.V. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen op basis van een arbitrageovereenkomst. Het hof oordeelt dat de beslissing van de rechtbank ten aanzien van de curator juist was, omdat de curator gebonden is aan het arbitragebeding. Echter, de Rabobank, die geen partij is bij de aannemingsovereenkomst, kan niet worden gehouden aan het arbitragebeding. Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de Rabobank en stelt Westerman in de gelegenheid om binnen twee maanden een procedure bij de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen aanhangig te maken tegen de curator. De procedure bij de rechtbank wordt aangehouden totdat in arbitrage is beslist. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.