ECLI:NL:GHARL:2024:4571
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over energiecontract en deelmarkten in elektriciteitslevering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 juli 2024 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding tussen Liander N.V. en [geïntimeerde] B.V. Het geschil betreft de levering en teruglevering van elektriciteit op basis van een aansluitovereenkomst (ATO) die tussen partijen is gesloten. Liander, als regionale netbeheerder, heeft zich op het standpunt gesteld dat de teruglevering van elektriciteit door [geïntimeerde] niet kan worden toegestaan boven de grens van 2.000 kW, terwijl [geïntimeerde] zich beroept op een contractueel recht tot teruglevering van 3.500 kW. De voorzieningenrechter had eerder de vorderingen van [geïntimeerde] toegewezen, maar Liander heeft in hoger beroep de nietigheid van de ATO ingeroepen op basis van dwingendrechtelijke voorschriften die de grenzen van de deelmarkt bepalen.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof vastgesteld dat Liander haar bezwaren tegen de omvang van de levering heeft ingetrokken en zich enkel richt op de teruglevering. Het hof heeft geoordeeld dat de ATO niet in strijd is met dwingend recht en dat de vordering van [geïntimeerde] tot teruglevering van elektriciteit moet worden toegewezen. Het hof heeft echter ook geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is bij de vordering van [geïntimeerde] om de extra 1.500 kW terug te leveren, aangezien dit louter financiële motieven betreft en er geen acute situatie is die ingrijpen rechtvaardigt. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd, met uitzondering van de veroordeling tot teruglevering van de extra capaciteit, die is afgewezen. Elke partij draagt haar eigen kosten.