ECLI:NL:GHARL:2024:4469

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
21-005486-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen poging woninginbraak in Breukelen met veroordeling tot gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte is beschuldigd van medeplegen van een poging tot woninginbraak in Breukelen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en een gevangenisstraf van vier maanden opgelegd. De zaak kwam aan het licht toen de verdachte en zijn medeverdachten, na een aantal voorverkenningen, probeerden in te breken in een woning. Tijdens de poging tot inbraak werden zij geconfronteerd met de slapende bewoner, waardoor zij hun actie voortijdig hebben gestaakt. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de poging tot inbraak, waarbij hij samen met anderen de woning betrad en naar waardevolle spullen zocht. De benadeelde partij heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft de in beslag genomen auto teruggegeven aan de verdachte, omdat deze niet in verband stond met het bewezen verklaarde feit. De uitspraak benadrukt de ernst van woninginbraken en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005486-22
Uitspraak d.d.: 4 juli 2024
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep,
ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht,
van 13 december 2022 met parketnummer 16-028160-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 13 juni 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. C. Crince Le Roy, naar voren is gebracht.
Ook heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door mr. M. van Keulen namens de benadeelde partij [benadeelde partij 1] naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte voor een poging tot inbraak in vereniging veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de rechtbank de teruggave gelast van de personenauto aan verdachte. Tot slot heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks [pleegdatum] , te [pleegplaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ) weg te nemen een geldbedrag en/of goederen naar zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, met zijn mededader(s), althans alleen,
- naar voornoemde woning is/zijn gegaan en/of
- de (toegangs)deur van voornoemde woning (met een breekvoorwerp) heeft/hebben geforceerd en/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en/of
- voornoemde woning heeft/hebben doorzocht en/of
- in voornoemde woning de tas van die [benadeelde partij 2] heeft/hebben doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) op of omstreeks [pleegdatum] te [pleegplaats 1] , althans in Nederland, in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of zijn/hun mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een geldbedrag en/of goederen naar zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde partij 2] , weg te nemen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming,
- naar voornoemde woning is/zijn gegaan en/of
- de (toegangs)deur van voornoemde woning (met een breekvoorwerp) heeft/hebben geforceerd en/of
- voornoemde woning heeft/hebben betreden en/of
- voornoemde woning heeft/hebben doorzocht en/of
- in voornoemde woning de tas van die [benadeelde partij 2] heeft/hebben doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks de periode van [datum] tot en met [pleegdatum] te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 2] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- ( op [datum] ) informatie in te winnen over de locatie en/of het (beoogde) slachtoffer en/of de (te verwachten) buit;
- ( vervolgens) deze informatie met die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) te delen en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) met een auto naar voornoemde woning te rijden en/of
- ( vervolgens) terwijl die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) zich in voornoemde woning en/of op het omliggende terrein van die woning bevinden, zich in de buurt van voornoemde woning gereed te houden voor (gehaast) vertrek en/of vanuit de auto op de uitkijk te staan en/of
- ( vervolgens) die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) vanaf voornoemde woning te vervoeren.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot inbraak in vereniging door samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] de woning binnen te gaan.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van de gehele tenlastelegging bepleit. Primair heeft hij daartoe aangevoerd dat verdachte betwist in de woning te zijn geweest. Subsidiair moet verdachte worden vrijgesproken van medeplegen dan wel medeplichtigheid bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals vermeld in bijlage I. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Het hof overweegt daarbij in het bijzonder als volgt.
Het hof kan zich vinden in de navolgende overwegingen zoals de rechtbank die in het vonnis heeft opgenomen en die hieronder cursief zijn weergegeven. Het hof neemt die overwegingen, voor zover relevant, in dit arrest over. Waar ‘rechtbank’ staat, moet ‘hof’ worden gelezen. Waar de overweging van de rechtbank aanvulling of (beperkt) verbetering behoeft, is dit aangegeven met niet-cursieve tekst. Indien in de overwegingen van de rechtbank taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd.
De feiten
Op grond van de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, zoals vermeld inbijlage I
, gaat de
rechtbank uit van het navolgende feitencomplex.
[medeverdachte 3] was in de veronderstelling dat er geld te stelen viel in het huis aan het [adres] .
Hij wilde daar inbreken en heeft medeverdachte [medeverdachte 1] bij dat plan betrokken.
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] waren al een aantal keer bij de woning langsgereden ter
voorverkenning. Omdat ze het een eng huis vonden, wilden ze er een derde persoon bij
hebben. Om die reden hebben ze medeverdachte [medeverdachte 2] benaderd. Met zijn drieën zijn ze naar de woning gereden in de auto van [medeverdachte 3] . Daar hebben ze eerst het terrein verkend met zijn drieën. [medeverdachte 2] is toen weer in de auto gaan zitten en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] zijn naar de woning gegaan om met een koevoet de deur open te breken. Na het openbreken van de deur zijn [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] teruggelopen naar de auto om de koevoet op te bergen. [medeverdachte 2] is toen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] meegegaan naar de woning om de woning te doorzoeken. Ze hebben een tas van het slachtoffer doorzocht. Omdat [medeverdachte 3] slachtoffer [benadeelde partij 2] slapend aantrof in de woning, zijn de drie verdachten snel weggegaan en hebben ze niets weggenomen. Later hebben ze de koevoet ergens verstopt in bosjes in [pleegplaats 1] .
Bewijsoverwegingen
Betrouwbaarheid verklaring [medeverdachte 1]
Door de verdediging is aangevoerd dat de verklaring van [medeverdachte 1] niet betrouwbaar is
en dus niet kan worden gebezigd tot het bewijs. De rechtbank ziet dat anders.
[medeverdachte 1] heeft over dit feit openheid van zaken gegeven en heeft een consistent verhaal
verteld. Hij heeft daarbij zijn eigen rol niet gebagatelliseerd. Bovendien wordt de verklaring
van [medeverdachte 1] ondersteund door de verklaring van de getuige [getuige] . Zij heeft verklaard
dat zij die ochtend langs een grijze Ford Focus (de auto van [medeverdachte 3] ; rechtbank) liep toen
zij haar hond uitliet, en dat er op dat moment niemand in de auto zat. Toen zij op een later
moment in haar eigen auto langs deze auto reed, zat er een licht getinte jongen in de auto. Om die reden acht de rechtbank het verhaal van [medeverdachte 1] aannemelijk en betrouwbaar.
Medeplegen
Gelet op vorengaande feiten en omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de woninginbraak. De te beantwoorden vraag is of deze
betrokkenheid kan worden aangemerkt als medeplegen.
De hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden hebben naar het oordeel van de rechtbank de uiterlijke verschijningsvorm van een - op grond van een plan dat alle deelnemers vooraf duidelijk was - in bewuste en nauwe samenwerking uitgevoerde poging tot woninginbraak. Verdachte is samen met zijn medeverdachten naar de woning gegaan en heeft in de woning gezocht naar geld of goederen. Temeer nu de verdachte een ongeloofwaardige verklaring heeft gegeven voor zijn aanwezigheid ter plaatse en hij (dus) niet heeft verklaard wat zijn rol bij de inbraak is geweest, moet het er naar het oordeel van de rechtbank voor worden gehouden dat de verdachte de ten laste gelegde woninginbraak heeft medegepleegd.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair
hij op
of omstreeks[pleegdatum] , te [pleegplaats 1] ,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door hem en
/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning (gelegen aan de [adres] ) weg te nemen een geldbedrag en/of goederen naar
zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader
(s
), en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengendoor middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming,met zijn mededader
(s
),
althans alleen,
- naar voornoemde woning
is/zijn gegaan en
/of
- de (toegangs)deur van voornoemde woning
(met een breekvoorwerp
) heeft/hebben geforceerd en
/of
- voornoemde woning
heeft/hebben betreden en
/of
- voornoemde woning
heeft/hebben doorzocht en
/of
- in voornoemde woning de tas van die [benadeelde partij 2]
heeft/hebben doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het primair bewezenverklaarde levert op:
poging tot diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft, voor het geval het hof tot het opleggen van een straf komt, een strafmaatverweer gevoerd en bepleit dat volstaan kan worden met een gevangenisstraf voor de duur van de periode van het voorarrest.
Het hof is van oordeel dat de hierna te melden strafoplegging in overeenstemming is met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot inbraak in vereniging. Dat deze
woninginbraak bij een poging is gebleven, komt omdat de verdachten zich geconfronteerd zagen met de bewoner die in de woning lag te slapen. Daardoor hebben verdachte en zijn medeverdachten hun inbraak (het doorzoeken van de woning) voortijdig afgebroken. Daarnaast is gebleken dat het verdachte is geweest die de initiator van de inbraak is geweest. Het hof neemt het de verdachte kwalijk dat hij heeft geprobeerd met anderen in de woning van het slachtoffer in te breken, terwijl het slachtoffer zich in de woning bij uitstek veilig had moeten voelen. Door zo te handelen heeft de verdachte geen enkel respect getoond voor de bezittingen en de persoonlijke levenssfeer van anderen en heeft hij kennelijk slechts oog gehad voor zijn eigen gewin. Voor dit handelen heeft verdachte bovendien geen enkele verantwoordelijkheid genomen en hij legt de schuld neer bij zijn mededaders. Dat rekent het hof verdachte aan.
Bij de straftoemeting neemt het hof de binnen de rechtspraak gehanteerde oriëntatiepunten voor straftoemeting voor een feit als het onderhavige in aanmerking. Op grond van die oriëntatiepunten wordt voor een inbraak in een woning een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden als uitgangspunt gehanteerd.
Uit een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van [datum] blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens soortgelijke feiten. Het hof weegt dit in het nadeel van verdachte mee. Het hof ziet tevens in de omstandigheid dat verdachte de tipgever was, dat hij anderen bij dit feit heeft betrokken en in samenwerking met hen de poging tot inbraak heeft gepleegd, en dat hij dat heeft gedaan op een moment dat de bewoner in zijn huis aanwezig was en lag te slapen, aanleiding om hoger te straffen dan het hiervoor vermelde oriëntatiepunt. Alles afwegend is het hof van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, passend en geboden is.

Beslag

De in beslag genomen auto, die nog niet is teruggegeven, behoort aan de verdachte toe. De auto is bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane misdrijf onderzocht. Het hof is van oordeel dat de in beslag genomen auto in een te ver verwijderd verband staat van het bewezenverklaarde feit. Om die reden wordt het in beslag genomen voorwerp teruggegeven aan de rechthebbende, te weten aan verdachte.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 24.769,50. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Onvoldoende is gebleken dat de gestelde schade door het primair bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 47, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
o 1 STK Personenauto [kenteken] (omschrijving: [omschrijving auto] , Grijs, merk: FORD , met sleutels).

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

De voorlopige hechtenis

Heft op het op 13 april 2022 geschorste, tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. D.M.I. de Waele en mr. D.R. Sonneveldt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.A.C. van den Berg-Veltman, griffier,
en op 4 juli 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Bijlage I: de bewijsmiddelen [1]
Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 2] d.d. [pleegdatum] , p 229
Ik woon op het [adres] in [pleegplaats 1] . Vanochtend [pleegdatum] omstreeks 08.30 uur -
8.45
uur werd ik wakker van stemmen. Het is alleen erg donker op de benedenverdieping en
ik zag daar licht schijnen van een zaklantaarn. Toen wist ik dat er personen binnen in de
woning waren. Misschien hebben de personen mij gezien want ze hadden een tas overhoop
gehaald waar mijn rijbewijs in zat maar verder is er niets weggenomen. Ik mis dan ook geen
goederen. De dader(s) hebben zich toegang verschaft via de linkerzijde van de woning. Hier
heeft men een deur door middel van een breekvoorwerp opengebroken.
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p 257
Ik ging dinsdagochtend [pleegdatum] de hond uitlaten. Dat was tussen 07.45 uur en 08.00
uur. Ik was 08.20 uur weer thuis. Ik liep vanaf mijn woning naar de [locatie] en ik zag daar een grijze Ford Focus staan. Er zat niemand in. Toen ik
terugliep zag ik dat er niemand in de auto zat. Omstreeks 08.20 uur was ik weer thuis. Om
8.35
uur moest ik weg en toen reed ik met de auto weer langs die Ford Focus . Ik zag toen
dat er een licht getinte jongeman in zat.
Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. [verhoordatum] , p 1348
A: [verdachte] haalde mij op met een grijze Ford . En toen kwam hij daarmee. Ik wist al, hij
had al wat via de telefoon gezegd, maar niet precies hoe en wat. Toen heeft hij gewoon alles
verteld. [verdachte] was gewoon de hele tijd aan het zeggen van "ik weet zeker, ik weet
zeker dat daar wat ligt". Ik had al vanaf begin een slecht gevoel over dat huis. Het was eng.
Het was donker. Je zag niet of er iemand thuis was. Ik zei ook tegen hem van: "Hoe zeker
weet jij dat daar wat ligt?" Zei hij: “Hij heeft geld. Hij haalt dingen op, dus hij krijgt cash
geld". Toen zijn we gaan langs rijden met de auto, maar het was nog een beetje vroeg in de
avond. Als er niemand thuis was, dan konden we, hè gewoon met z'n tweeën. Ik persoonlijk
vond het huis best eng, dus ik zei tegen hem "beter met iemand erbij". Hij was daar ook mee
eens.
V: Wat was dan het voordeel om er nog iemand bij te hebben?
A: Gewoon twee paar ogen extra.
V: Oké en wie hadden jullie op het oog om erbij te hebben?
A: Die jongen uit Rotterdam.
V: En welke jongen is dat?
A: Dat is die [medeverdachte 2] .
V: En hoe heb je [medeverdachte 2] die avond, nacht benaderd.
A: Ik zei tegen hem "ik heb iets", dus, want hij had z'n auto ook verkocht. En hij had ook
geen auto, want was in de ochtend 6 uur, toen ik hem had ge-sms't. Hij was wakker. De
treinen reden nog niet. Dus ik weet niet hoe laat het was, 5 uur of 6 uur. Weet ik niet. Zei zo: "Ja, is goed. Kom maar met trein". Dus zijn we hem gaan ophalen bij Centraal Station van [stad] . Weer effe alles uitleggen. Eerst ging [verdachte] met mij mee. Toen hebben we de deur wel open gekregen. Toen zijn we weer weg gegaan, om de koevoet in de auto te leggen. Toen zijn we weer terug gegaan. Toen zijn we binnen geweest, maar we wisten niet waar we moesten beginnen want er lag overal rommel, dus ik ben helemaal doorgelopen en hij ging naar rechts. En hij schreeuwde ineens van "er ligt iemand", dus toen zijn we gelijk
weggerend, en eigenlijk niet meer terug gekomen die zelfde dag.
V: Ik wil heel even terug naar dat eerste moment. Jij hebt in het eerste gedeelte verklaard
over de keren dat jullie bij het huis waren en dat jullie naar binnen zijn geweest. En dat jullie die man slapend hebben aangetroffen.
A: Ja.
V: Jullie waren met z'n drieën begreep ik uit het verhaal en als het anders is, hoor ik het wel.
[verdachte] [medeverdachte 2] en jij.
A: Ik, en [medeverdachte 2] ja.
V: En wat hebben jullie toen gedaan, toen jullie daar binnen kwamen? Jullie zijn eerst naar
binnen gegaan. Hoe hebben jullie dat gedaan?
A: Ik ben precies zo gegaan, ook rechtdoor weer, [verdachte] is naar rechts gegaan. [medeverdachte 2] zat
hier in de gang gelijk bij de deur te zoeken. We hebben het nu over de eerste keer toch?
V: Ja.
A: En [verdachte] kwam terug rennen door al het rommel en hij zei: "Er slaapt iemand", dus
we zijn gelijk weggerend.
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van de meervoudige kamer van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 15 november 2022
Ik heb [medeverdachte 1] een lift gegeven. Tussendoor zei hij “we gaan een vriend ophalen van mij”. We hebben hem opgehaald. Toen zei [medeverdachte 1] dat hij naar [pleegplaats 1] moest. Ik ken die vriend van hem niet. Die vriend van hem, de Rotterdammer, zit hier wel in de zaal (het hof begrijpt: [medeverdachte 2] ).

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van de op ambtseed of