Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
200.337.502:
1.Global Media & Entertainment B.V.
2. Reclamebureau Limburg B.V.
3. JCDecaux Nederland B.V.
200.337.506:
1.Clear Channel Nederland B.V.
2. Reclamebureau Limburg B.V.
3. JCDecaux Nederland B.V.
200.337.509:
1.Global Media & Entertainment B.V
2. Gemeente Utrecht
3. JCDecaux Nederland B.V.
200.337.511:
1.Clear Channel Nederland B.V.
2. Gemeente Utrecht
3. JCDecaux Nederland B.V.
200.337.513
1.Clear Channel Nederland B.V.
2. Gemeente Utrecht
3. Reclamebureau Limburg B.V.
200.337.517:
1.Global Media & Entertainment B.V.
2. Gemeente Utrecht
3. Reclamebureau Limburg B.V.
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Kern van de zaak
3.Achtergrond van het geschil
4.Het oordeel van het hof
Indien u zich opwerpt als (hoofd)aannemer en u in uw inschrijving opgave doet van (een) bepaalde onderaannemer(s), bent u bij gunning gebonden aan het daadwerkelijk gebruik maken van genoemde onderaannemer(s) conform het gestelde in de inschrijving. (Hoofd)aannemers staan in voor de inschrijvingen van onderaannemers.’
Wij verzoeken u toe te voegen ‘behoudens wijziging(en) welke door opdrachtgever akkoord is zijn bevonden’.’
Nee, de eis blijft ongewijzigd van kracht.’
Pressetext). Artikel 2a.53 in verbinding met artikel 2.163g lid 3 aanhef en sub a AW is de codificatie hiervan. Als een tussentijdse vervanging van een onderaannemer, anders dan nu in de aanbestedingsstukken staat, vanaf het begin af aan was toegestaan, zou de kring van gegadigden er mogelijk anders uit hebben gezien. Er zouden wellicht meer ondernemers hebben ingeschreven nu zij zich niet meer minimaal 15 jaar aan dezelfde onderaannemer hadden moeten committeren. De vraag is of de mogelijkheid van zo’n tussentijdse vervanging voor Clear Channel aanleiding zou zijn geweest om zelfstandig in te schrijven in plaats van als onderaannemer voor RBL. Clear Channel heeft immers aan het einde van de mondelinge behandeling in hoger beroep op 8 mei 2024 deze stelling ingenomen: zou zij hebben geweten dat zij op ieder willekeurig moment uit de concessie kon worden gehaald, dan had zij niet als onderaannemer van RBL deelgenomen aan de aanbesteding, maar had zij zelfstandig ingeschreven. Deze stelling heeft zij echter niet eerder ingenomen. De tweeconclusieregel brengt mee dat deze stelling, die na het nemen door Clear Channel van haar memorie van antwoord wordt ingenomen, niet meer door het hof kan worden beoordeeld, vooral omdat de andere partijen daarop niet meer behoorlijk kunnen reageren. Dat zou anders zijn als de andere partijen er uitdrukkelijk mee zouden instemmen, dat deze stelling toch door het hof wordt beoordeeld, maar dat hebben deze partijen niet aangegeven. Het hof moet daarom aan deze stelling voorbijgaan.
Wall AG). Het gaat er dus om of de keuze van RBL om Clear Channel als onderaannemer in te zetten voor de exploitatie van de reclameruimte (en niet voor een ander) voor de Gemeente van doorslaggevende (‘een beslissend element’) betekenis is geweest.
voor de Gemeentevan doorslaggevend belang waren om de concessie aan RBL te gunnen. Daarvan is onvoldoende gebleken. Het enkele feit dat de Gemeente gelet op de aanbestedingsdocumenten op de hoogte was dat Clear Channel als onderaannemer zou worden ingezet is daarvoor ontoereikend.
gelijkblijvende voorwaarden.Daarvan is geen sprake omdat de verlenging gepaard gaat met het aanpassen van verschillende voorwaarden waaronder een vervanging van de onderaannemer. Daarnaast is de premature verlenging in strijd met het gelijkheidsheidsbeginsel omdat RBL hierdoor (en met haar JCDecaux) een significant voordeel geniet omdat zij 5 jaar langer verzekerd is van inkomsten uit die aanbesteding. Dit gaat ten koste van Clear Channel en overige geïnteresseerde marktpartijen, zoals Global, die nu 5 jaar langer niet in aanmerking komen voor de concessie. Verder wordt met het lichten van de optie bewerkstelligd dat een onrechtmatige situatie langer dan nodig blijft voortbestaan en de niet-zwevende bankjes in de abri’s nog langer blijven staan.
van de Gemeente(of anderszins handelen in strijd met een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur) ten opzichte van Clear Channel of Global die nu mogelijk 5 jaar langer moet wachten op een nieuwe concessie dan zonder de hier aan de orde zijnde wijzigingen het geval zou zijn geweest.
5.De beslissing
566574(Global tegen de Gemeente, met JCDecaux en RBL als tussenkomende partijen) en doet opnieuw recht:
566179(Clear Channel tegen de Gemeente en RBL, met JCDecaux als tussenkomende partij) voor zover gewezen tussen Clear Channel en de Gemeente en JCDecaux en doet opnieuw recht: