ECLI:NL:GHARL:2024:4254

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
25 juni 2024
Zaaknummer
21-005108-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging van de vertolker van Sinterklaas via Twitter

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in 1981, werd beschuldigd van bedreiging van de vertolker van Sinterklaas door op Twitter de woorden "Snipet ook graag Sinterklazen" te plaatsen. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na eerdere zittingen op 19 juni 2023 en 12 juni 2024. De verdediging stelde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege schending van het recht op een eerlijk proces, maar het hof oordeelde dat er geen sprake was van schendingen en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in de vervolging. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week op, met een proeftijd van twee jaren, en een taakstraf van 60 uren, te vervangen door 30 dagen hechtenis. Het hof oordeelde dat de uitlating op Twitter als bedreigend moest worden aangemerkt en dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de bedreiging van de vertolker van Sinterklaas, wat een ernstige inbreuk op de rechtsorde betekende. De verdachte had eerder soortgelijke feiten gepleegd, wat meegewogen werd in de strafmaat.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005108-21
Uitspraak d.d.: 25 juni 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 22 november 2021 met parketnummer 05-273203-19 in de strafzaak tegen

[Verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 19 juni 2023, 12 juni 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. E. Tamas, naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid openbaar ministerie

Standpunt verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat sprake is van schending van het recht op een eerlijk proces, onder meer door schending van het verdedigingsbelang, door een gebrek aan objectiviteit, betrouwbaarheid en volledigheid van het strafrechtelijk onderzoek, en door een systematische en disproportionele inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte bij het monitoren van zijn sociale media.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging. Zij heeft aangevoerd dat geen sprake is van schending van het recht op een eerlijk proces. Het bekijken van een openbaar Twitterprofiel is geen stelselmatige observatie. Er zijn geen relevante stukken achtergehouden. Er is ook geen sprake van misbruik van bevoegdheid of intimidatie. Er is tot slot absoluut geen sprake van een aanhouding op basis van persoonlijke gevoelens van verbalisanten en/of de officier van justitie jegens verdachte vanwege zijn strijd tegen racisme.
Oordeel hof
Anders dan door de raadsman bepleit is er naar het oordeel van het hof geen sprake van het ontbreken van relevante informatie in het dossier. De informatie uit de [naam 1] -onderzoeken zijn vertaald in de processen-verbaal van de verbalisant die zich in het procesdossier bevinden. De raadsman heeft verbalisant [verbalisant] ook kunnen bevragen over de totstandkoming van de opgestelde processen-verbaal. In dit kader is naar het oordeel van het hof dan ook geen sprake van een schending van het recht op een eerlijk proces. De stelling van de verdediging dat sprake is van een nog niet afgerond onderzoek naar het Twitter-account van verdachte kan, voor zover al vastgesteld zou kunnen worden dat daarvan sprake is, niet tot de conclusie leiden dat het proces-verbaal niet betrouwbaar is.
Anders dan door de raadsman is gesuggereerd, bestaat daarnaast geen enkele aanleiding om te vermoeden dat sprake is van misbruik van bevoegdheid/détournement de pouvoir bij de vervolging van verdachte. De opmerkingen van de raadsman met betrekking tot de aanhouding van verdachte inhoudende dat deze zou zijn geschied met het doel het verdachte te intimideren om zijn activisme tegen racisme te beteugelen vinden geen enkele steun in het dossier. Dat er sprake zou zijn van kennelijke bevooroordeeldheid vanwege de achtergrond van verdachte heeft de verdediging ook op geen enkele wijze onderbouwd. De suggesties die de raadsman doet richting verbalisanten en de officier van justitie inhoudende dat zij bepaalde - door de raadsman ingevulde en niet onderbouwde of ter zake doende – persoonlijke gevoelens met betrekking tot de strijd van verdachte tegen de figuur van Zwarte Piet hebben laten meespelen bij hun beslissingen, dit de reden is van misbruik van bevoegdheid en er zelfs toe zou hebben geleid dat zij stukken niet in het dossier hebben gevoegd, zijn op geen enkele wijze onderbouwd of anderszins aannemelijk geworden. De enkele summiere vermelding van het activisme van verdachte in het kader van een samenvatting van het onderzoek (op pagina 4 van het strafdossier) en/of de algemene beschrijving van de maatschappelijke discussie over het Sinterklaasfeest met voor- en tegenstanders daarvan en een uitleg waarom overgegaan is tot aanhouding van verdachte zonder voorafgaande aangifte (op pagina 45 van het strafdossier) waar de verdediging in dit verband uitdrukkelijk naar heeft verwezen kan in ieder geval niet worden gezien als zo’n onderbouwing of zelfs maar een aanwijzing daarvoor.
De politie is op 12 november 2019 een onderzoek gestart in verband met dreigende teksten rondom de landelijke intocht van Sinterklaas op [pleegdatum 2] 2019 en heeft daarbij de openbare online uitlatingen van verdachte op Twitter gemonitord in de aanloop naar de landelijke Intocht Sinterklaas 2019. Het hof is gelet op de zeer beperkte duur, intensiteit en het doel van oordeel dat deze handelswijze niet geschikt is geweest om van bepaalde aspecten van het persoonlijke leven van de verdachte een compleet beeld te verkrijgen. Er is naar het oordeel van het hof dan ook geen sprake geweest van stelselmatige observatie waarvoor een machtiging was vereist.
Tot slot is geen sprake van schending van het beginsel van ne bis in idem zoals de raadsman van verdachte aanvoert omdat verdachte niet eerder ter zake van het tenlastegelegde feit is vervolgd.
Gelet op het hiervoor besprokene verklaart het hof het openbaar ministerie ontvankelijk in de vervolging.

Het vonnis waarvan beroep

Verdachte is bij vonnis van de politierechter veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week wegens – kort gezegd – de bedreiging van de vertolker van de rol van Sinterklaas.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
hij (op een of meerdere tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van [pleegdatum 1] 2019 tot en met [pleegdatum 2] 2019, te [plaats] en/althans (elders) in Nederland, Sinterklaas, althans de vertolker van Sinterklaas, te weten de heer [slachtoffer] althans een persoon, tijdens de landelijke intocht van Sinterklaas, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (op of omstreeks [pleegdatum 3] 2019) opzettelijk dreigend (door middel van zijn facebookaccount) een afbeelding en/of een tekst op Twitter te plaatsen/delen met de woorden "Snipet ook graag Sinterklazen", althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor het aan hem ten laste gelegde feit. In de weken voor de intocht heeft in het openbare Twitterprofiel van verdachte de tekst “Snipet ook graag Sinterklazen” gestaan. Deze uitlating is bedreigend en uit het dossier volgt dat de vertolker van Sinterklaas zich ook daadwerkelijk bedreigd heeft gevoeld. Dat verdachte ook het opzet heeft gehad om de vertolker van Sinterklaas te bedreigen kan onder meer worden afgeleid uit zijn eerdere veroordeling vanwege de bedreiging van de vertolker van Sinterklaas, hij heeft er desondanks toch voor gekozen om bedreigende uitlatingen in zijn profiel te zetten en te laten staan.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden. Hij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd:
  • De informatie uit eerdere onderzoeken mag niet gebruikt worden omdat sprake is van schending van het ne bis in idem beginsel en er geen machtiging van de rechter-commissaris in het dossier aanwezig is die maakt dat deze informatie wel gebruikt mag worden.
  • Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs omdat niet blijkt wanneer de tekst op de desbetreffende profielpagina van het Twitterprofiel is geplaatst en ook niet kan worden vastgesteld dat het account van verdachte was.
  • Er is geen aangifte gedaan van bedreiging zodat er van moet worden uitgegaan dat de vertolker van de rol van Sinterklaas zich ook niet bedreigd heeft gevoeld.
  • De uitlating “Snipet ook graag Sinterklazen” kan ook objectief gezien niet als bedreigend worden aangemerkt nu deze te algemeen is en onvoldoende concreet voor de aannemelijkheid van welke opzetvorm voor een concrete bedreiging op een concrete plaats en tijd dan ook. Het gebruik van ‘Sinterklazen’ – dus de meervoudsvorm – is ook van belang omdat dit dus niet ziet op deze specifieke vertolker.
Oordeel hof
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder als volgt.
Op 12 november 2019 is een onderzoek gestart vanwege de uitlating “Snipet ook graag Sinterklazen” op het openbare Twitterprofiel op naam van [Verdachte] . Het Twitteraccount is onderzocht. Naar aanleiding van dit onderzoek is geconcludeerd dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte de eigenaar van het account is. Het hof gaat hier op basis van de inhoud van dat onderzoek ook van uit. Uit het dossier leidt het hof voorts af dat de uitlating “Snipet ook graag Sinterklazen” in ieder geval in de ten laste gelegde periode in de Twitterbiografie van verdachte heeft gestaan en dat verdachte in die periode ook actief was op dat account door het plaatsen van tweets. Niet van belang is op welke concrete datum verdachte deze uitlating heeft geplaatst. Voor zover het verweer van verdachte zo moet worden begrepen dat dit een oude uitlating betreft stelt het hof vast dat deze uitlating in november 2019 toen de politie onderzoek deed naar zijn online uitlatingen in ieder geval niet door verdachte van zijn Twitterprofiel was verwijderd.
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht/zware mishandeling is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht.
Naar het oordeel van het hof is de uitlating “Snipet ook graag Sinterklazen” naar objectieve maatstaven als bedreigend aan te merken. De strekking van dit bericht is gelegen in het doden van de vertolker(s) van Sinterklaas en de uiting van de verdachte heeft naar zijn bewoordingen daarom zonder meer een dreigend karakter. Blijkens het dossier is Sinterklaas, in de persoon van zijn vertolker [slachtoffer] , op de hoogte geraakt van deze bedreiging op social media en is met hem gesproken over “de sniper”. Dat hij zich ook daadwerkelijk bedreigd heeft gevoeld blijkt uit de omstandigheid dat hem niet alleen is geadviseerd om een kogelwerend vest te dragen maar dat hij ook besloten heeft deze te dragen. Door het betreffende bericht onder de gegeven omstandigheden te plaatsen op Twitter, heeft de verdachte bovendien bewust de aanmerkelijke kans aanvaard op het in redelijkheid ontstaan van die vrees. Dit brengt het hof tot de slotsom dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte de aan hem tenlastegelegde bedreiging heeft begaan.
Voorwaardelijke verzoeken
De raadsman heeft – indien het hof verdachte niet vrijspreekt – de volgende voorwaardelijke verzoeken gedaan:
- horen getuigen:
o Officier van justitie [getuige 1] .
o Hoofdinspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland [getuige 2]
- toevoeging stukken uit [naam 1] -onderzoek.
Standpunt advocaat-generaal
De voorwaardelijke verzoeken dienen te worden afgewezen omdat nader onderzoek niet noodzakelijk is.
Beslissing op de voorwaardelijke verzoeken
-
Horen getuigen officier van justitie [getuige 1] en hoofdinspecteur van politie Eenheid Oost-Nederland [getuige 2]
Het hof is van oordeel dat de noodzaak om deze getuigen te horen onvoldoende is onderbouwd en wijst om deze reden de verzoeken af.
-
Toevoegen [naam 1] -dossier aan het dossier
Het hof is van oordeel dat de noodzaak hiertoe ontbreekt, mede gelet op het feit dat in het onderhavige dossier de resultaten van het [naam 1] -onderzoek reeds in desbetreffend proces-verbaal zijn geverbaliseerd en de verdediging de verbalisant die verantwoordelijk is geweest voor de samenstelling van het dossier heeft kunnen bevragen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij
(op een of meerdere tijdstip(pen))in
of omstreeksde periode van [pleegdatum 1] 2019 tot en met [pleegdatum 2] 2019
, te [plaats] en/althans (elders)in Nederland, de vertolker van de rol van Sinterklaas, te weten de heer [slachtoffer]
althans een persoon, tijdens de landelijke intocht van Sinterklaas, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,door
(op of omstreeks [pleegdatum 3] 2019
)opzettelijk dreigend (
door middel van zijn facebookaccount) een afbeelding en/ofeen tekst op Twitter te plaatsen/delen met de woorden "Snipet ook graag Sinterklazen",
althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf ter hoogte van 60 uren, te vervangen door 30 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week, met een proeftijd van twee jaren.
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd en niets willen opmerken over de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft hierin aanleiding gezien om verdachte te veroordelen tot onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de bedreiging van Sinterklaas (in de persoon van [slachtoffer] ) rondom de periode van de landelijke Intocht Sinterklaas 2019. Zoals algemeen bekend is Sinterklaas een publiek figuur en is de landelijke Intocht een evenement dat veel publiek trekt, waaronder veel kinderen. Door een bedreigende uitlating in de richting van Sinterklaas op een openbaar medium als Twitter te plaatsen heeft verdachte [slachtoffer] angst aangejaagd en gezorgd voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Hiermee heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de rechtsorde.
Bij de bepaling van de strafmaat houdt het hof rekening met de rechterlijke oriëntatiepunten die gelden ter zake van bedreiging en de straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd. Het hof houdt ook rekening met het Uittreksel Justitiële Documentatie van 6 mei 2024 waaruit blijkt dat verdachte al eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
In de informatie die bekend is over de persoon van verdachte ziet het hof geen aanleiding om hiermee in strafmatigende zin rekening te houden.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat een straf zoals geëist door de advocaat-generaal passend en geboden is. Het hof veroordeelt verdachte dus tot een taakstraf ter hoogte van 60 uren, te vervangen door 30 dagen hechtenis en met aftrek van het voorarrest en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week, met een proeftijd van twee jaren. Het hof acht een deels voorwaardelijke straf van groot belang om te voorkomen dat verdachte opnieuw de fout ingaat.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) week.

Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. R.A. Boon, voorzitter,
mr. S. Taalman en mr. C. Hoogland, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.H. van Dalen, griffier,
en op 25 juni 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.